Veel vrouwen die met succes behandeld zijn voor borstkanker kampen vaak jaren later nog met kanker-gerelateerde vermoeidheid. Een van de methoden om deze klachten te verminderen is met behulp van e-health interventies. Promovenda Lian Beenhakker van de Universiteit Twente (Technisch Medisch Centrum) heeft 35 e-health interventies onderzocht met als doel een overzicht te maken waarmee artsen en patiënten de juiste interventie kunnen kiezen.
Het behandelen van kanker-gerelateerde vermoeidheid is een uitdaging. Er zijn diverse behandelopties,. en daarbij ligt sinds enkele jaren de nadruk ook op e-health toepassingen, of interventies. Echter, niet elke interventie is voor iedere patiënt even geschikt. Bovendien heeft elke patiënt weer haar eigen voorkeuren.
Daarom is het van belang dat patiënten en artsen weloverwogen kunnen kiezen voor de juiste e-health interventie. Het volgen van een interventie die goed aansluit bij de eigenschappen en voorkeuren van een patiënt, maakt de kans op een succesvolle behandeling een stuk groter.
E-health interventies bij vermoeidheid
De onderzoekers hebben, onder leiding van Lian Beenhakker, eerst een overzicht gemaakt van de bestaande e-health interventies voor het behandelen van (chronische) vermoeidheid. Bij het samenstellen van die lijst is rekening gehouden met een aantal onderscheidende zaken die voor patiënten belangrijk zijn. Denk bijvoorbeeld aan de duur en intensiteit van de interventie, maar ook de kosten en het feit of een interventie al dan niet voorziet in persoonlijk contact met een arts en/of lotgenoten.
”Met dit overzicht kunnen patiënten samen met hun arts een e-health interventie vinden die past bij hun voorkeuren. Dit is de eerste keer dat dit op deze manier wetenschappelijk inzichtelijk is gemaakt”, aldus Lian. De onderzochte e-health interventies verschillen nogal van elkaar, zo bleek uit het onderzoek. Dat maakt het onderzoek, en de lijst met criteria voor het selecteren van de juiste interventie, nog waardevoller.
Verschil in behandelingen en voorkeuren
Neem alleen al de intensiteit van de oefeningen. Bij sommige interventies moeten patiënten dagelijks oefeningen doen, terwijl er ook interventies zijn die maar één keer per week oefeningen voorschrijven. Ook de manier waarop het contact met de arts onderhouden wordt, verschilt. Dat geldt ook voor contact met lotgenoten.
Zoals gezegd kan de lijst die nu met het onderzoek van Lian Beenhakker samengesteld is, als basis dienen voor het beter afstemmen van de behandeling. Het is de bedoeling dat deze informatie in een vervolgonderzoek gebruikt wordt. Doel is een een model te ontwikkelen dat automatisch op basis van een individueel patiënten profiel tot een persoonlijk advies komt voor behandeling van de kanker-gerelateerde vermoeidheid.
Het onderzoek is onderdeel van het Personalized cAnceR TreatmeNt and caRe (PARTNR) project, waarbij Lian Beenhakker samenwerkt met Kim Wijlens (Promovenda) en dr. Annemieke Witteveen (Assistent Professor). KWF Kankerbestrijding en NWO domein TTW ondersteunen dit onderzoek, als onderdeel van hun gezamenlijke strategisch onderzoeksprogramma: Technology for Oncology II.