Europese artsenkoepel wil gedragscode ethisch gebruik medische data

ma 1 mei 2017 - 09:58
Nieuws

Europese artsen hebben een eerste stap gezet naar een gedragscode over het ethisch gebruik van data uit medische databases en biobanks. De Europese Artsenorganisatie CPME nam tijdens haar vergadering het standpunt over van de World Medical Association. Dat laat koepelorganisatie KNMG weten na de voorjaarsvergadering van de CPME.

Het WMA-standpunt biedt volgens de leden van de CPME een goede balans tussen de bescherming van de rechten van het individu en het ethisch gebruik van data uit deze databases.  Na overleg met de Europese Commissie kan dit standpunt gebruikt worden om tot een Europese gedragscode te komen. Ook andere ehealth-onderwerpen kwamen aan de orde, waaronder de voortgang inzake een EU-richtlijn over het beoordelen van gezondheidsapps en voor- en nadelen van CPME-beleid inzake telemedicine.

Tijdens de voorjaarsvergadering sprak de CPME verder over een Europees beleid voor de verantwoordelijkheidsverdeling bij het off label gebruik van medicijnen, stelde het standpunt over obesitas vast  en richtte een werkgroep op om het beleid voor de gezondheidszorg voor vluchtelingen te updaten.

Over de CPME

De KNMG maakt deel uit van het Comité Permanente des Médecins Européens (CPME), ofwel  Standing Committee of European Doctors. De CPME verenigt nationale artsenorganisaties uit 28 Europese landen en heeft ook geassocieerde leden zoals Turkije, evenals geassocieerde organisaties, zoals EUMASS (European Union of Medicine in Assurance and Social Security).

De CPME zet zich in voor de kwaliteit van de medische beroepsuitoefening en artsenopleidingen in heel Europa om zo het hoogste niveau van gezondheidszorg voor alle patiënten in Europa te bewerkstelligen. Vanuit deze doelstelling formuleert de CPME standpunten en richtlijnen over onderwerpen die voor de medische beroepsgroep in heel Europa relevant zijn. Ook onderhoudt de CPME nauwe contacten met de Europese Commissie en het Europees Parlement, omdat zij mede bepalend zijn voor het gezondheidszorgbeleid in Europa.  

KNMG-rol binnen CPME

De KNMG profileert zich binnen de CPME op een aantal beroepsgroep overstijgende thema’s zoals gezondheidsbevordering en eHealth. Belangrijke andere onderwerpen op de agenda van de CPME zijn public health, eHealth en mHealth en patiëntveiligheid. De leden van de CPME komen twee maal per jaar bijeen. Het bureau van de CPME zetelt in Brussel.

De KNMG-delegatie werd tijdens de voorjaarsvergadering voor het eerst geleid door René Héman, voorzitter van de KNMG. De voorjaarsvergadering van de Standing Committee of European Doctors (CPME) vond plaats in Vilnius, Litouwen. De Nederlandse delegatie bestond behalve uit Héman (namens de KNMG) uit Annette de Wind (namens KAMG, NVAB en NVVG) en Marian Hoekstra (coördinator buitenlandbeleid KNMG).

Werkgroep eHealth

De KNMG schrijft in haar verslag over de voortgangsvergadering onder meer over de ontwikkelingen binnen de werkgroep ehealth.

Een belangrijk onderwerp op de agenda is de adoptie van het WMA-document over de ethische overwegingen bij het gebruik van gegevens van databases en biobanks (Declaratie van Taipei ). De EC vindt dit een belangrijk onderwerp waar tijdens de totstandkoming in 2016 van de General Data Protection Regulation (GDPR) veel over gediscussieerd is. De GDPR zegt hier niets over, omdat het onderwerp te complex gevonden werd. Otmar Kloiber (Secretaris-generaal WMA) licht tijdens de bijeenkomst het belang van dit WMA-document toe.

Het probleem is volgens Kloiber niet zozeer het klinische gebruik van gegevens, maar het commerciële en administratieve gebruik ervan. De uitdaging was dan ook om een goede balans te vinden tussen de bescherming van de rechten van het individu en het ethisch gebruik van data uit databases en biobanks. De oplossing is gevonden in een initiële toestemming, die vervolgens getoetst moet worden door een ethische commissie.

De WMA secretaris-generaal benadrukt het belang om opnieuw met EU-politici de discussie aan te gaan over ethisch datagebruik en te komen tot een gedragscode op Europees niveau. Na enige discussie over de relatie tussen dit document en bestaande nationale wetgeving wordt besloten de verklaring ter adoptie voor te leggen aan het bestuur en de algemene vergadering.

Telemedicine

Uit een vragenlijst over telemedicine, door 20 leden ingevuld, blijkt dat er tussen landen een grote variëteit bestaat aan wat er op het gebied van telemedicine gedaan wordt. De vervolgdiscussie gaat over de vraag of hierover CPME-beleid geformuleerd moet worden. De CPME zal de voor- en de nadelen hiervan op een rij zetten.

Richtlijn gezondheidsapps

De Europese Commissie heeft begin 2016 een expertgroep ingesteld om een richtlijn op te stellen voor het beoordelen van gezondheidsapps. In deze expertgroep waren veel stakeholders vertegenwoordigd, waaronder de industrie. De commissie is gestopt met haar werk omdat er geen overeenstemming bereikt kon worden over de inhoud van de richtlijn. Er was een sterke lobby vanuit de industrie om een niet te strikte richtlijn op te stellen, terwijl andere stakeholders, waaronder CPME, juist wel een strikte richtlijn voor ogen hadden.

De WMA-declaratie van Taipei zou een goede basis kunnen zijn om de discussie hierover met politici, patiëntenorganisaties, medische organisaties etc. voort te zetten.