Het juiste businessmodel voor zorgtransformatie is er nog niet

ma 9 mei 2022 - 14:22
Openingsmanifestatie-ICThealth-9-5
Innovatie
Nieuws

Het juiste businessmodel om de zorgtransformatie te ondersteunen, is er nog niet. Dat merkte Joep de Groot, voorzitter van de Raad van Bestuur van zorgverzekeraar CZ, op tijdens de paneldiscussie in de ochtend van de Openingsmanifestatie van ICT&health in Den Haag. Dat, naast het nog altijd gebrekkige samenwerken tussen partners in de zorgketen, is volgens De Groot een belangrijke drempel voor de opschaling van hybride zorg.

“We werken nog met een verouderd businessmodel, eentje van gereguleerde marktwerking. “We betalen per behandeling, maar in tijden van schaarste is betalen voor productie niet handig.” En die schaarste – vooral aan zorgpersoneel – gaat echt niet weg, ziet De Groot. De oplossing om deze beperking voor zorgtransformatie weg te halen: zorgpartijen - van zorgaanbieders en – verzekeraars tot lokale en landelijke overheden - moeten veel meer naar de voorkant gaan (preventie).

Echt regie patiënt

“De patiënt moet echt die regie in handen krijgen. We moeten niet betalen voor contact met zorgaanbieders, maar voor het voorkomen ervan. Kortom, zorg betalen voor het behalen van systeemdoelen. En dat moeten we samen doen met alle partijen in duurzame coalities, ook met burgers.”

In die samenwerking hebben veel partijen hun rol, stelt Lea Bouwmeester, waaronder de gemeente. Voor preventie, voor zorg zoveel mogelijk thuis en in de wijk. Maar is die al klaar voor haar rol? “We zijn 'maar' een gemeente, maar wij hebben inderdaad wel de inwoners in onze straten en wijken”, schetst Kavita Parbhudayal, wethouder en 1e locoburgemeester van de gemeente Den Haag. “Thuis komt je tot rust, dus het is goed als zorg ook daarheen gaat. Mensen willen liefst thuis zijn of zo snel mogelijk daarheen terug na een behandeling.”

Zorg thuiswaarts krijgen

Ook Parbhudayal onderstreept daarom het belang om zorg ‘thuiswaarts’ te krijgen. Naar de woning, naar wijken. “Er wordt een groeiend beroep gedaan op nuldelijns, eerstelijns. Bewoners hebben meer hulp nodig, ook in huishouden, boodschappen doen. Ook daar moeten we als gemeente faciliteren. Slimmer samenwerken gaat echter verder. Als mensen toch naar ziekenhuis moeten, wil je dat zo duurzaam mogelijk. Je wil dat woningcorporaties toekomstbestendige woningen bouwen waar senioren ook met meer gezondheidsproblemen nog kunnen blijven wonen.”

Spreker en panellid Egge van der Poel (Expert Big Data in de gezondheidszorg) juicht deze ontwikkeling toe. Ook als data-expert vindt hij dat elke zorgverandering begint vanuit mensen en vanuit het zorgwerk. Data speelt daar wel een belangrijke faciliterende rol in, om tot nieuwe inzichten te komen inzake population health, om zorg op maat mogelijk te maken.

“Niet alleen juiste zorg op juiste plek, maar juiste info op het juiste moment voor juiste persoon via het juiste kanaal. Daar zit heel veel winst. Een kanttekening: we moeten ons ook beseffen: het gaat niet om zorg die we zoveel mogelijk in de maatschappij moeten brengen, het moet juist minder. Maar als er zorg nodig is, moet die wel zo dicht mogelijk bij de burger staan.”

Zorgtransformatie: mens voorop

In een korte discussie met Joep de Groot stelt Marieke Snoep - Chief Business Market en lid Raad van Bestuur bij KPN - ook te vinden dat zorgtransformatie moet beginnen met de mens voorop, zowel in het zorgsysteem als thuis. Die transformatie teweeg brengen is echter lastig. “Mensen willen wel veranderen, maar niet veranderd worden.” Volgens Snoep is geld niet de beperkende factor bij zorgtransformatie, maar zit dat vaak bij mensen tussen de oren. “Dat moeten we ze uit het hoofd praten.”

De Groot (CZ) stelt daar tegenover dat geld en financiering nog altijd belangrijk is. “We geven straks wel 25 procent van ons nationaal inkomen uit aan zorg. Dus het is niet alsof het geen factor van belang is.” Snoep onderstreept dat, zij bedoelt vooral dat geld geen beperkende factor is en moet zijn in het versnellen van zorg. “Niet geld is schaars, die zit bij personeel, maar ook in de durf om data te delen. Dat moeten we veranderen. De zorgprofessional moet altijd beschikken over de juiste data om mensen te helpen in preventie en zorg.”

Dan moet echter ook het gebrek aan interoperabiliteit aangepakt worden, meent Snoep. Data is er genoeg, maar het is nog altijd lastig om die te delen. Dat ziet ook Maurice van den Bosch (bestuursvoorzitter OLVG). “Als je op grote schaal en veilig data deelt, kun je enorme stappen zetten. Alleen: data is er genoeg, maar heel erg versnipperd. Data is van de patiënt, maar zit in silo's.”

Gefragmenteerde data delen

Als een patiënt zijn of haar data kan delen en bepaalt met wie, ga je volgens Van den Bosch naar een heel ander niveau. “Wij hebben dat in Amsterdam gedaan met een keteninitiatief zoals Virtual Ward, samen met de gemeente, VWS, zorgverzekeraars, toezichthouder ACM. Nu willen we dat via samenwerkingsverband Santeon landelijk schalen.” Ook hier geldt echter dat je wel de mensen moet hebben die helpen inzichten uit data te halen.

Chris Flim, Beleidsmedewerker innovatie, Ministerie van VWS, slaat tot slot weer het bruggetje van data naar samenwerking. “Data helpt je om de behoeften van mensen te volgen. Dat begint altijd thuis. Vanuit dat beginpunt moeten we niet alleen zorgpilots, maar ook samenwerking om te komen tot zorgtransformatie. “Samenwerkingsverbanden zijn er al genoeg, maar vooral nog vanuit de medische component, zoals Santeon en Citrien. We moeten ook andere bruggen slaan, met rollen voor partijen zoals het sociale domein, technologieleveranciers, woningcorporaties.”