Het Zwolse Isala ziekenhuis (Zwolle) heeft een onderzoek naar de effecten van de slimme pleister uitgebreid. Drie afdelingen doen inmiddels mee en een vierde afdeling komt daar binnenkort bij. In totaal hebben al 130 patiënten de pleister gedragen waarvan de sensors continu lichaamsfuncties monitoren. Op die manier moeten volgens onderzoeksleider Job Leenen afwijkende trends sneller gesignaleerd worden. In een aantal gevallen is dat al gelukt.
Het onderzoek met de slimme pleister begon eind 2019 met destijds 30 patiënten. Projectleider en promovendus Leenen wil diverse vragen beantwoorden: hoe kan continue monitoring van vitale waarden met de slimme pleister in de verpleegkundige praktijk toegepast worden; zorgt de slimme technologie voor betere patiëntenzorg?
Slimme pleister voor risicopatiënten
De slimme pleister is vooral bedoeld voor patiënten die tijdens een ziekenhuisopname meer risico lopen op een complicatie, denk bijvoorbeeld aan naadlekkage na een darmoperatie. De pleister meet continu de hartslag en ademhaling van de patiënten, waar metingen nu – enkele malen per dag handmatig gedaan worden.
“Wij testen de pleister nu uit op de verpleegafdeling Chirurgie, Interne en Maag- darm- en leverchirurgie”, vertelt Leenen. “De bedoeling is dat straks Longgeneeskunde ook mee gaat doen. Doordat de pleisters continu meten, kun je hopelijk sneller afwijkende trends zien in de metingen. In een aantal casussen konden wij dat inderdaad en is het beleid voor deze patiënt veranderd.”
Trendveranderingen interpreteren
Verpleegkundigen moeten volgens Leenen leren deze trendveranderingen te zien en te interpreteren. Een van hen is Lisa Korterink, verpleegkundige op de afdeling Interne en als key user het eerste aanspreekpunt voor vragen over de slimme pleister. Iedere verpleegkundige die werkt op een afdeling waar de pleister in de praktijk wordt uitgetest, heeft een e-learning gevolgd. Voor vragen kunnen ze terecht bij de key users van de afdeling.
“Tijdens een dienst kijken wij twee keer naar de trends en schrijven wij het op als iets opvalt en bellen indien nodig een arts”, aldus Korterink. “Daarnaast doen wij ook nog de handmatige metingen, maar dat vind ik niet erg. Zo lang wij met de pleister nog niet alles kunnen meten en het onderzoek nog loopt, hoort dat er gewoon bij. Ik vind de slimme pleister een mooie stap naar de toekomst. Zeker als wij straks meer parameters continu in de gaten kunnen houden.”
Korterink benadrukt dat het bekijken en interpreteren van de trends iets is dat de verpleegkundigen zich nog deels eigen moeten maken. “Want waarom is de hartslag opeens hoger en de ademhaling sneller? Misschien staat de slimme pleister over een aantal jaar wel op het lesprogramma van de verpleegkundige opleidingen. Patiënten zijn in elk geval enthousiast, zij geven aan dat zij zich veiliger voelen omdat ze continu bewaakt worden.”
Inzet voor thuismonitoring
Leenen stelt dat de inzet van de slimme pleister voor thuismonitoring een subonderdeel wordt van het onderzoek. “De vraag is dan wat voor meerwaarde heeft het om continu de vitale waarden te meten? En wat is er verder nodig om de patiënt thuis te kunnen monitoren? Denk bijvoorbeeld aan een verpleegkundige of arts die beeldbelt met de patiënt. De techniek is altijd maar een onderdeel van een zorgpad voor de patiënt.”