Om de gemaakte kosten voor verloskundige prestaties in kaart te brengen, start de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) na de zomer een kostenonderzoek voor verloskundige praktijken. De uitkomsten van het onderzoek hebben invloed op de tarieven voor 2026. Praktijken die worden benaderd door de NZa zijn verplicht om mee te doen. Voorafgaand aan het onderzoek van de NZa, start KPMG in opdracht van de Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV) een parallelonderzoek.
Op basis van de uitkomsten van het NZa-onderzoek worden de tarieven voor verloskunde herijkt. Daarom vindt de KNOV het belangrijk om aan het onderzoek mee te doen. Bij het onderzoek worden de jaarrekeningen van 2023 gebruikt. De daadwerkelijke dataverzameling van het kostenonderzoek start in september en loopt tot en met november 2024. De NZa benadert in deze periode een groot aantal verloskundige praktijken en vraagt hen om gegevens te delen.
Inkomenscomponent
De uitkomsten van het kostenonderzoek worden in juli 2025 bekendgemaakt. De tarieven voor verloskundige zorg in de eerste lijn worden per 1 januari 2026 hierop aangepast. In 2023 heeft de NZa de inkomenscomponent van het tarief in een separaat onderzoek onderzocht. Daarom valt deze component nu buiten het kostenonderzoek. De NZa maakt de resultaten van dit onderzoek naar de inkomenscomponent binnenkort bekend. De herziene component wordt meegenomen in de tarieven voor 2025.
Beroepsprofiel
De KNOV start in juni een parallelonderzoek naar het basistakenpakket (BTP) voor eerste- en tweedelijns verloskundigen. In het BTP staat beschreven wat een verloskundige doet. Het onderdeel uitgebreide tijdsregistratie is een belangrijk onderdeel van het onderzoek. De uitkomsten van het BPT-onderzoek zijn belangrijk voor het kostenonderzoek en de herziening van het beroepsprofiel van de verloskundige. Ook wordt er in de eerste lijn gevraagd naar specifieke kostenposten. Op die manier kunnen de resultaten van het KMPG-onderzoek namens KNOV worden vergeleken met die van de NZa. De dataverzameling loopt van 10 juni tot en met 16 juli en dat onderzoek wordt in de herfst afgerond.
Subsidie
Om de goede kwaliteit van de geboortezorg in Nederland te kunnen blijven waarborgen en te verbeteren, kunnen verloskundig samenwerkingsverbanden (VSV) sinds 29 april subsidie aanvragen. Hiermee kunnen zij bijvoorbeeld een of meerdere onderdelen uit het VSV-basiskader door ontwikkelen. De subsidie kan door elke VSV worden aangevraagd tot en met 15 juli 2024. Er is voor de VSV een bedrag van € 315.000, - beschikbaar over een periode van twee jaar.
Het subsidieprogramma wordt uitgevoerd door ZonMw in nauwe samenwerking met de Federatie van VSV’s, het Netwerk Regionale Consortia Geboortezorg (NRCG) en het College Perinatale Zorg (CPZ).