Revalidatiecentrum Tolbrug voor specialistische revalidatie is half februari begonnen met een pilot waarbij de Corpus VR-bril ingezet wordt. Patiënten moeten er op een speelse wijze mee afgeleid worden zodat ze makkelijker hun oefeningen doen. Zo moet de angst voor pijn die belemmerend werkt bij een behandeling tegengegaan worden.
Het revalidatiecentrum van het Jeroen Bosch Ziekenhuis (JBZ) werkt samen met het Bossche bedrijf InMotion VR. De pilot duurt drie maanden en er doen naar verwachting tien mensen aan mee. Het gaat om mensen met chronische nek- en schouderklachten. Zij hebben door hun pijn vaak angst om hun nek en schouders te bewegen. Deze angst staat hun behandeling en herstel in de weg en zorgt ervoor dat het langer duurt voordat zij hun dagelijkse leven weer volledig kunnen oppakken, aldus het JBZ.
VR-, AR-behandelingen
Virtual reality – waarbij de buitenwereld vervangen wordt door projecties op de binnenzijde van de VR-bril – wordt de afgelopen jaren bij steeds meer behandelingen toegepast: zoals tegen vliegangst of voor mensen met PTSS, maar ook voor ouderen met dementie. Het merendeel zit nog wel in de pilotfase en er vindt nog veel onderzoek naar plaats. Datzelfde geldt voor augmented reality (AR), waarbij de werkelijkheid aangevuld wordt met projecties op de VR-bril. Recent nog kwam het UMC Utrecht met een pilot om ziekenhuispatiënten met inzet van een AR-bril meer te laten bewegen.
Bij InMotion VR gaat het specifiek om mensen met bewegingsangst. Eigenaar Interaction Designer Gert-Jan Brok heeft het idee ontwikkeld samen met zijn vrouw Kiki Coppelmans. Zij krijgt als psychosomatisch fysiotherapeute regelmatig met het fenomeen van bewegingsangst te maken. Coppelmans: “Met de bril worden patiënten in een virtuele wereld uitgedaagd een oefening te doen. Doordat ze worden afgeleid draaien zij bijvoorbeeld verder met hun nek en hebben daarbij minder pijn dan zonder de bril. Het idee is dat de angst voor bewegen daarmee verdwijnt en de klachten dus verminderen.”
Meekijken met patiënt
Bij de Corpus-VR bril kunnen therapeuten kunnen meekijken met wat de patiënt ziet en eventueel van buitenaf aanpassingen doorvoeren. Bijvoorbeeld aanpassingen die beweging nog meer uitlokken. Het apparaat meet ook hoe het hoofd en de nek bewegen. Als de pilot succesvol is, wil het JBZ de bril inzetten voor meer groepen patiënten. Bijvoorbeeld bij hersenletsel en fantoompijn.
Revalidatiearts Christof Smit zegt hierover: “De belangrijkste uitkomstmaat voor ons is de tevredenheid van de mensen die de bril gebruiken. Uiteraard moet er daarbij ook winst zijn in het resultaat en de behandelduur. We hopen dat door gebruik van de VR-bril de behandeling beter en de behandelduur korter wordt. Uiteindelijk willen we de VR-bril graag thuis gaan aanbieden, zodat mensen op hun eigen tijd oefeningen kunnen doen en niet meer naar het revalidatiecentrum hoeven komen.”
