Waardevolle inzichten rhesusziekte dankzij internationale databank

vr 14 maart 2025 - 12:35
Onderzoek
Nieuws

Het LUMC werpt met een internationale databank nieuw licht op de behandeling van baby's met rhesusziekte, de meest voorkomende oorzaak van bloedarmoede bij ongeboren kinderen. Hoewel de aandoening zeldzaam is, zijn er meerdere behandelmogelijkheden. Om verschillen in zorg wereldwijd beter te begrijpen, heeft het LUMC een grootschalige studie opgezet. Samen met 30 centra uit 21 landen is zo de grootste databank van patiënten met rhesusziekte samengesteld.

Het onderzoek heeft een hoop nieuwe inzichten opgeleverd om de zorg rond deze ziekte te verbeteren. Bij rhesusziekte, ook wel bekend als hemolytische ziekte van de foetus en pasgeborene, valt het afweersysteem van een rhesus D-negatieve moeder het rhesus D-positieve bloed van haar baby aan. Dat kan leiden tot ernstige bloedarmoede. Meestal komt dit pas voor na een eerdere zwangerschap met een rhesus D-positieve baby, wanneer de moeder antistoffen heeft ontwikkeld.

Expertise LUMC

Het LUMC is volgens eigen zeggen wereldwijd expert op het gebied van rhesusziekte. Het ziekenhuis dient ook als landelijk verwijscentrum voor foetale therapie. Dat betekent dat zwangeren uit het hele land naar het LUMC komen voor behandelingen van het ongeboren kind. Mede daardoor heeft het LUMC een goed overzicht van alle behandelopties. Hierover heeft het LUMC de afgelopen tientallen jaren ook veel gepubliceerd.

"We dachten op het punt gekomen te zijn, dat we alles eigenlijk wel wisten; dat er bijna niets meer te verbeteren viel. Tegelijkertijd geloofden we dat eigenlijk niet. Dus wilden we graag weten: wat doet de rest van de wereld eigenlijk? En daarom hebben we deze wereldwijde studie opgezet", zegt LUMC-onderzoeker Derek de Winter.

Wereldwijde studie

In de DIONYSUS-studie onderzocht hij welke behandelingen er tegen rhesusziekte zijn in de wereld en hoe deze worden toegepast. Aan het onderzoek deden 31 centra uit 22 landen mee. Het betrof voornamelijk landen in Europa, maar ook in Noord- en Zuid-Amerika, Afrika en Azië. Zij deelden hun behandelgegevens met het LUMC. Vervolgens was het aan De Winter om deze gigantische bulk aan informatie samen te brengen in één gezamenlijke databank. De resultaten zijn recent gepubliceerd in The Lancet Haematology en JAMA Network Open.

De data die werden verzameld zijn alleen indirect te herleiden zijn. In totaal leverde dat gegevens op van ongeveer 2.400 zwangerschappen. Ongeveer 4 procent van die zwangerschappen leidde tot sterfte van de baby. Twee derde daarvan overleed door rhesusziekte, vaak als gevolg van zogeheten hydrops. Dat is de ophoping van vocht in verschillende delen van het lichaam van de foetus. Of ze overleden aan ernstige bloedarmoede, meestal doordat ze te laat waren verwezen naar een expertisecentrum.

Verschillen tussen centra

Die verzamelde informatie liet zien dat de zorg rond rhesusziekte sterk verschilt tussen landen en centra. De Winter vertelt dat er verschillen waren op vrijwel alle zorgaspecten. Op basis van de bevindingen zijn enkele nieuwe internationale studies gestart om de verschillen in behandeling tussen centra te verkleinen, waarvan twee onlangs zijn gepubliceerd.

Verder kwamen de onderzoekers erachter dat er een heel groot verschil is tussen wat er bekend is over rhesusziekte. Zo is er in Amerika en Europa veel bekend, terwijl er geen tot weinig data beschikbaar zijn uit Afrika en Zuidoost-Azië. Om die reden is AFRICARhE opgezet, een samenwerking tussen centra in Tanzania, Ethiopië en Malawi, het LUMC en Sanquin. Zij hebben als doel meer kennis te krijgen over de situatie in Afrikaanse landen en daar te onderzoeken hoe ze de ziekte kunnen voorkomen.

Gynaecoloog Joanne Verweij van het LUMC is initiatiefnemer van dit project. "In Tanzania, maar ook in Malawi en Ethiopië is niet, of niet goed, bekend hoe vaak rhesusziekte voorkomt. Registratie ontbreekt. Daarom noemen we het ook wel een verborgen ziekte”, vertelt Verweij. Toch is volgens haar de ziekte simpel te voorkomen met anti-D. Samen met collega’s uit Ethiopië, Tanzania en Malawi hebben ze studies opgezet om kennis op te doen over de ziekte.

Verlengen van de zwangerschapsduur

Een ander inzicht naar aanleiding van het wereldwijd onderzoek ging over de lengte van de zwangerschapsduur bij de geboorte. De Winter vertelt dat het de standaard was om een baby met ernstige rhesusziekte tussen de 36 en 37 weken geboren te laten worden. Met als gedachte dat hoe langer de zwangerschap duurt, hoe meer antistoffen van de zwangere vrouw naar het kind gaan. In theorie zou dat voor het kind een hogere kans op het krijgen van ernstige ziekte geven. Maar aan de andere kant kan het kind misschien beter met ziekte omgaan als het juist wat volgroeider is.

Vanwege de zeldzaamheid van de aandoening was dat voor De Winter en zijn collega’s alleen moeilijk te onderzoeken, maar dankzij data uit de DIONYSUS-studie kon de vergelijking wél worden gemaakt. “Daaruit bleek dat het beter is om langer te wachten. Inmiddels houden we een zwangerschapsduur van 37 à 38 weken aan, als dat mogelijk is”, legt De Winter uit.

Geduld

Van de vier jaar dat de studie duurde, was De Winter de meeste tijd kwijt aan lokale, medisch ethische goedkeuringen, het verzamelen van data en het verkrijgen van data sharing agreements, afspraken waarbij partijen toestemming geven om hun gegevens te gebruiken. "In één geval duurde het 2,5 jaar om toegang te krijgen tot een datasysteem van een instelling. Ons geduld is dus aardig op de proef gesteld", voegt De Winter toe.

Ook privacy speelde een grote rol in het onderzoek. Europese privacyregels (GDPR) schrijven voor wanneer en hoe data gedeeld mag worden met andere centra. Het ingewikkelde daaraan was dat ieder land en ieder centrum een eigen interpretatie van de GDPR heeft. Dat maakte het volgens De Winter vrij ingewikkeld. “Maar ik ben trots dat het gelukt is. We hebben laten zien dat het mogelijk is om zo’n groot multicenter-onderzoek een succes kan zijn.” Dat het LUMC vooroploopt met innovatie blijkt ook uit het pas geopende centrum voor opereren zonder snijden.