MedMij, het raamwerk van afspraken en standaarden om Nederlanders toegang te geven tot hun medische data, komt op stoom. Vanaf 2020 kunnen mensen via MedMij-goedgekeurde PGO’s toegang krijgen tot hun medische gegevens. Nu al worden hier diverse proeven mee gehouden. Op de vraag wat MedMij gaat betekenen voor de zorg, is Bart Timmers, huisarts in de achterhoek (niet op de foto hierboven), kort en stellig. “De zorg wordt er beter van”, zegt hij.
Al lang voor MedMij bestond, was Bart Timmers er al van overtuigd dat de patiënt moet kunnen beschikken over zijn gegevens. ”Een jaar of acht geleden was ik op het NedHis-congres (een jaarlijks congres rond huisartsenzorg en informatisering, red.) en daar ging het over medicatieveiligheid en hoeveel fouten er worden gemaakt met medicatie. En toen realiseerde ik me dat er maar één oplossing is voor dit probleem: de patiënt moet al zijn gegevens kunnen beheren.”
Niet dat Timmers direct een oplossing voor deze problematiek had, maar er was bij hem wel een zaadje geplant. Met veel belangstelling las hij dan ook het rapport dat Patiëntenfederatie Nederland enkele jaren geleden uitbracht onder de naam ‘PGD Kader 2020 - Reisgids door persoonlijk gezondheidsdossier-land’.
Van PGD naar PGO
Dit was een belangrijke aanzet tot het initiëren van het programma MedMij. PGD (persoonlijk gezondheidsdossier) is inmiddels tot PGO persoonlijke gezondheidsomgeving) verworden, maar het principe blijft hetzelfde: de patiënt moet in een persoonlijke omgeving zijn eigen medische gegevens kunnen inzien, beheren en delen.
Timmers: “Ja, dat rapport was interessant. En goed dat het programma MedMij werd opgericht. Er kwam toen echt sturing en richting. MedMij is de oplossing om de gegevens veilig en gestandaardiseerd uit te wisselen tussen de patiënt en de zorgverlener. Ga je met losse initiatieven werken, wordt het chaos. MedMij biedt structuur en kan als een vliegwiel werken.”
Betere zorg
Betere zorg: Timmers benoemt het in het gesprek meerdere keren. Maar hoe denkt hij dat een persoonlijke gezondheidsomgeving gaat bijdragen aan betere zorg? “De patiënt komt beter geïnformeerd de spreekkamer in, dat gaat enorm helpen. De patiënt is meer betrokken, beter voorbereid en kan betere vragen stellen. En gaat een patiënt van hulpverlener A naar hulpverlener B, dan is de informatieoverdracht een stuk beter. De patiënt deelt gewoon zelf zijn dossier. En heel belangrijk vind ik ook dat je als patiënt zelf een actueel medicatieoverzicht bij je hebt. Dat gaat zoveel winst opleveren.”
“Ja, er zullen kritischere vragen gesteld worden aan mij als arts, maar wat mij betreft is dat alleen maar goed. En fouten in het dossier, die helaas ondanks alle zorgvuldigheid wel voorkomen, worden makkelijker opgespoord als de patiënt mee kan kijken en actiever met de eigen gezondheid bezig is. En gaat ‘ie van zorgverlener A naar zorgverlener B, dan verhuizen de gegevens, via de patiënt, gewoon mee.”
Ja, maar…
Het enthousiasme van Timmers op dit onderwerp is niet onder al zijn collega’s terug te vinden, merkt de huisarts. Een ervaring die wordt gedeeld door voormalig huisarts Rob de Vries in een eerder artikel van de Patiëntenfederatie in ICT&health 1, 2019, als het gaat om het nut van een PGO. Timmers: “Veel collega’s hebben zoiets van: Ja, maar….”
Timmers snapt dat, want het werk van huisartsen zal veranderen als gevolg van MedMij. “Het vergt aanpassing van ons huisartsen. En vergeet niet: we hebben het al enorm druk. De dagen zijn enorm vol en ineens zien veel huisartsen iets op zich afkomen waarvan ze denken: hoe gaan we dit nu handelen? Ik begrijp dat, maar zelf zit ik anders in elkaar. Ik bekijk zaken het liefste van de positieve kant en laat me niet remmen door problemen die we gaan tegenkomen. Want inderdaad, we gaan problemen tegenkomen, maar ik blijf ervan overtuigd dat de zorg beter wordt. Als we de zorg beter willen maken, dan moeten we dat gewoon doen, toch? Het is vooral een mindset, denk ik. Collega’s moeten gewoon nog wennen aan het idee.”
Serieus probleem
Overigens wil Timmers de mogelijke beren op de weg absoluut niet bagatelliseren. Want ook hij ziet een serieus probleem opdoemen als patiënten straks hun medische gegevens willen ophalen in hun PGO. “Wij huisartsen moeten de dossiers op orde hebben. En hoewel ik erg secuur ben op goede dossiervoering, zijn mijn dossiers ook niet allemaal goed of compleet. Door migraties tussen opeenvolgende HIS’sen bijvoorbeeld, zijn er fouten ontstaan. En door de jaren heen zijn sommige diagnoses achterhaald. Als mijn voorganger in mijn praktijk twintig jaar geleden schreef dat iemand CARA had, was dat toen een juiste diagnose. Maar nu zou dat astma of COPD zijn.”
Die evolutie zorgt ongemerkt ook voor onjuiste dossiers, stelt Timmers. Het is voor een huisarts niet te doen om dat allemaal zelf te herstellen. Dat kost enorm veel tijd. “En die hebben we simpelweg niet. Maar de patiënt gaat de fouten in de dossiers wel opmerken en aan ons terugkoppelen. Terecht natuurlijk. En goed ook. Maar wij moeten daar dan wel wat mee doen. Terwijl we al tot over onze oren in het werk zitten. Dat is wel iets waar we met zijn allen goed over moeten nadenken.”
Sterker nog, meent Timmers: het is een randvoorwaarde dat dit probleem getackeld wordt. “Je kunt niet zomaar tegen huisartsen zeggen: Nu is er MedMij, ga maar uitwisselen. Dat leidt tot gigantische problemen. We moeten eerst met zijn allen een oplossing vinden voor dat dossier-vraagstuk. Want anders gaat het nooit vliegen.”
Tijdwinst
Het gaat dus tijd kosten om de dossiers op orde te krijgen. Maar zou een massaal gebruik van PGO’s uiteindelijk ook tijdwinst kunnen opleveren? Timmers durft dat nog niet te zeggen.