Cultuuromslag in de OK dankzij Black Box

4 september 2017
Cultuuromslag in de OK dankzij Black Box
Patiënt

Voordat Marlies Schijven een jaar geleden begon met het project Black Box in de OK, had ze niet gedacht dat het initiatief zoveel reacties zou losmaken. Een ware mediastorm was het gevolg. Maar belangrijker is, werkt het eigenlijk wel? Wat zijn de eerste, niet wetenschappelijke, resultaten van het gebruik? ‘Operaties nabespreken met behulp van een performancerapport is noodzakelijk, en videoregistratie vangt lang niet alle informatie. Door de Black Box check je met elkaar relevantie en importantie. Het verhoogt de ‘just culture’ op OK. Dat lijkt me belangrijk genoeg.’

Hoe werkt dat nu eigenlijk, zo’n Black Box in de OK? ‘De Surgical Black Box die we in het AMC inzetten en mede ontwikkelen neemt alles op: deurbewegingen, videobeelden, audio en fysiologische patiëntparameters. De recorder synchroniseert de informatie perfect in tijd, en ‘stript’ deze meteen van persoonsgerelateerde en /of identificerende gegevens. De RvB van het AMC stelt dat de gegevens die we in deze trial verzamelen, niet aan derden ter beschikking worden gesteld. ‘Oorzaak en gevolg is zo duidelijk te analyseren, en deelnemende medewerkers hoeven niet bang te zijn dat hun persoonlijke veiligheid in gevaar komt. -Daarmee verdwijnt er overigens ook niets uit het medisch dossier, en ook het calamiteiten meldingen systeem zoals het is blijft uiteraard volledig intact’, aldus Marlies Schijven, hoogleraar en Gastro-Intestinal Chirurg aan het AMC. Nabespreking Een geanonimiseerde dataset wordt daarna in korte tijd door software in Canada geanalyseerd. De privacywetgeving in Canada is volgens Schijven hierin identiek met Nederland. Afsluitend aan de analyse is een laatste check door een analist om mogelijke onjuistheden nog te onderscheppen in het uitkomstrapport. Dit rapport brengt een operatie van 3 à 4 uur terug in een gecondenseerd ‘performance outcome report’ van het hele OK team in een ‘storyline’ van 10 minuten. Iedereen die participeert in de operatie, wordt vervolgens uitgenodigd voor een nabespreking, begeleid door een Emeritus hoogleraar Psychiatrie. Een unieke situatie die eerder niet voorkwam. Schijven: ‘Dat iedereen zijn zegje kan en nu ook durft te doen over de operatie, is één van de positieve uitkomsten die we nu zien. Iedereen die deelneemt aan de vergadering, stelt zich in feite  kwetsbaar op. Dat is een unieke situatie, die heel belangrijk is binnen de cultuuromslag waar we in zitten. Als voorbeeld noemt zij een OK anesthesist die tijdens de operatie aan de chirurg vraagt of deze naar de blaas kan kijken, omdat uit metingen blijkt dat de patiënt veel medicatie nodig heeft tijdens de operatie. Uit de evaluatie blijkt dat het kijken naar de blaas tijdens de operatie bijna vergeten werd door de chirurg; als de co-assistent het niet alsnog gemeld had. Niet dat het in dit voorbeeld tot problemen voor de patiënt heeft geleid, maar het had wel gekund. Normaliter blijft iets wat zonder nadelige gevolgen op OK verloopt, vaak onopgemerkt.  Maar dat kán een volgend keer anders zijn. De anesthesist en chirurg leren nu hoe het kómt waarom er de chirurg het verzoek van de anesthesist vergat, en hoe dit te voorkomen. Ook wordt duidelijk dat de rol van de co-assistent, als deze zich veilig voelt, niet alleen maar lerend is. Het is feitelijk bijvangst, maar wel een hele belangrijke.’