Voor het verbeteren van medisch-specialistische zorg zijn zorgpaden in ziekenhuizen een bekend fenomeen. Ze beschrijven stap voor stap hoe de zorg is georganiseerd bij een bepaald ziektebeeld. Met een digitale vertaalslag krijgt die zorg nu helemaal een ‘boost’. Realtime inzage in knelpunten nog voordat ze ontstaan, de mogelijkheid tot benchmarken én inzicht in patiëntbeleving waren de resultaten van een pilot in Maastricht UMC+. Met vooraf een duidelijke boodschap aan de medisch specialisten: niemand gaat op eigen houtje aan de slag met zijn favoriete tools en toepassingen. Want dat leidt slechts tot versnippering.
Het academisch ziekenhuis in Maastricht is bezig met een transformatie van de gezondheidszorg. Helen Mertens, tot voor kort lid Raad van Bestuur en per 1 oktober bestuursvoorzitter, is daar enthousiast over: “Met als motto ‘onze Zorg van de Toekomst’ hebben we een plan gemaakt dat tot doel heeft de uitkomsten van de zorg en de ervaringen van patiënten te verbeteren. Eén van de onderdelen is het herontwerpen van zorgpaden. Digitale innovatie helpt ons daarbij.”
Duizend bloemen
Wie om zich heen kijkt naar digitale innovaties in de zorg, weet dat het aanbod groot is. Op elk vakgebied, voor elke patiëntencategorie en voor iedere aandoening is wel een tool te vinden. Zo ook in Zuid-Limburg, weet Mertens.
”Iedereen deed op zijn eigen vakgebied op zijn eigen manier zijn best en probeerde te innoveren. Maar als je in de ICT duizend bloemen laat bloeien, waarbij iedereen eigen apps, vragenlijsten, beeldbelsystemen en tools kan gebruiken, dan is dat niet goed. Voor de patiënt niet, die ervaart namelijk geen samenhang, en voor de ziekenhuisorganisatie ook niet - want het leidt tot versnippering en willekeur. We hebben daarom eind 2017 bewust gekozen voor generieke verbeteringen.” Oftewel niet meer ‘ieder voor zich’. Dit is het ziekenhuisbrede uitgangspunt geworden voor alle verbeterprojecten, waaronder ook het project ‘digitale zorgpaden’.
Een zorgpad is een samenhangend geheel van stappen die de patiënt doorloopt als hij met bepaalde klachten bij de arts komt. Het beschrijft de organisatie van de zorg voor een patiënt met een bepaald ziektebeeld. In een zorgpad staat stap voor stap beschreven wat, wanneer, door wie wordt gedaan en wat de verwachte resultaten daarvan zijn. Zorgpaden bestrijken de gehele zorgketen. Ze zijn opgezet om de doelmatigheid, de doeltreffendheid en de patiëntgerichtheid binnen de zorg te verbeteren.
Voortrekkers
Het Maastricht UMC+ selecteerde vijf zorgpaden voor de pilot. De vraag was: hoe kan het UMC deze zorgpaden zodanig digitaliseren dat ze de zorg verbeteren én wat is hiervan te leren voor andere zorgpaden? Mertens benadrukt hoe belangrijk dan de voortrekkers zijn: “We hebben de pilot opgezet met enthousiaste mensen die op verschillende terreinen al een best practice hadden gerealiseerd. De vraag aan hen was: zijn jullie bereid om het oude zorgpad uit te schrijven en aan te geven hoe je dit zou willen zien, met gebruikmaking van ICT?“
Rond ieder zorgpad werden teams gevormd die met elkaar proces- en uitkomstindicatoren gingen vaststellen. Procesindicatoren zeggen iets over de manier waarop de zorg wordt verleend. Hoe verlopen de processen binnen het ziekenhuis en tussen ziekenhuis en andere schakels in de keten? Het gaat dan bijvoorbeeld over de doorlooptijd van het moment van aanvraag tot het moment dat een behandeling wordt gestart. Uitkomstindicatoren geven een beeld van de resultaten van de verleende zorg. Bijvoorbeeld de mate van tevredenheid van patiënten of het percentage complicaties na een operatie. Deze indicatoren verschillen per zorgpad.
Verkorten traject
Eén van de enthousiaste koplopers is KNO-arts Martin Lacko. Hij ging samen met andere teamleden aan de slag met het zorgpad voor hoofd-halstumoren. “We werkten al lange tijd volgens een zorgpad voor patiënten met een hoofd- of halstumor. Daarin vonden we de doorlooptijden binnen ons ziekenhuis niet snel genoeg: dat kon zomaar weken duren. Voor patiënten is zo’n periode van afwachten in onzekerheid erg belastend. Bovendien geldt: hoe eerder we kunnen starten met de behandeling, hoe beter de overlevingskansen. Maar er ging nu eenmaal tijd zitten in de uitgebreide diagnostiek, het bespreken van elke patiënt in het MDO, het contact leggen met familie en het opstellen van een behandelplan.”
Toch is het gelukt om het diagnostische traject van een paar weken aanzienlijk te verkorten naar een paar dagen, hooguit een week, voor in elk geval 70 tot 80 procent van de patiënten. Dat was mogelijk door andere keuzes in de diagnostiek te maken, zo stelt Lacko. “Een endoscopisch tumoronderzoek voerden we bijvoorbeeld eerst standaard onder volledige narcose uit, waarvoor opname nodig is. Dit onderzoek bleek ook onder lokale verdoving mogelijk te zijn. Ook hebben we tijdslots voor radiologisch onderzoek geïntroduceerd waarmee we veel tijd konden winnen. Deze stap, verbeteren van het proces, was een voorwaarde voor de volgende stap: het digitaliseren van het zorgpad.”
Dashboard
De eigen ICT-afdeling ging aan de slag met het bouwen van een systeem waarin alle indicatoren werden ingebed. Eerst werden de grote tijdblokken inzichtelijk gemaakt, zoals het tijdblok van verwijzing tot aan eerste consult, de tijd van eerste consult tot aan MDO en de tijd van MDO tot de eerste behandeling. Deze drie blokken zijn voor alle patiënten van toepassing. Er is daardoor direct inzichtelijk of er knelpunten dreigen te ontstaan, bijvoorbeeld onvoldoende plekken voor radiodiagnostiek. Daarna werden de kleinere indicatoren toegevoegd.
Het systeem wordt grotendeels automatisch gevuld met de data van patiënten die in Maastricht voor een hoofd-halstumor worden behandeld. Daarna kon het team gebruik gaan maken van het dashboard, waarop alle indicatoren zichtbaar waren en dat realtime informatie bood. Volgens Lacko is het niet nodig dat iedereen continu het dashboard zit te monitoren. “In ons team kijken een paar mensen naar de data. Die bespreken we bijna wekelijks met het team. Daar bepalen we of we iets moeten aanpassen in onze werkwijze. We kunnen onze data ook steeds beter vergelijken met andere ziekenhuizen. Dan kunnen we zien hoe we het doen en waar we kunnen leren van elkaar.”
Patiëntervaringen
De monitoring van het digitale zorgpad levert harde cijfers op, waarmee je kunt sturen op verbetering van de zorg. Mertens hierover: “Daarnaast kijken we naar ‘zachte’ uitkomsten zoals de PREM, de patiëntervaring. Tijdens de behandeling vragen we via een online raadpleging patiënten naar hun beleving van de zorg. Dit kunnen we op zorgpad-niveau uitvragen. Het was sowieso een langer bestaande wens om op een andere manier de patiënttevredenheid te meten. Dat hebben we nu weten te integreren in het herontwerp van het zorgpad.”
Leerpunten voor de volgende zorgpaden zijn er ook, samen te vatten als ‘tijd en capaciteit’. Lacko: “Het duurt altijd langer dan je denkt. Vertragingen kunnen je de moed ontnemen om door te gaan. Dus enige vasthoudendheid is wel nodig.” Hij voegt daar als aanbeveling aan toe: zorg dat er tijdens het innovatietraject bij elk zorgpad een procesmanager/projectleider is die sturing kan geven aan het project, bijeenkomsten kan plannen en afspraken kan vastleggen. Dat houdt de vaart erin.
Samen optrekken
In de vernieuwing van de zorgpaden is het zaak om samen op te trekken met andere spelers in het zorglandschap, betoogt Mertens. “Te beginnen met de zorgverzekeraar. Alles wat we als ziekenhuis doen, heeft effect op kosten en kwaliteit. Daarom moet je ze meenemen in de verandering. Ook regionaal is afstemming in de keten nodig, met huisartsen, andere ziekenhuizen en revalidatie-instellingen. Verder werken we nauw samen met leveranciers.”
De coronacrisis is eigenlijk onze beste ambassadeur, besluit ze. “Naast vertraging in de zorg heeft de crisis ook versnelling opgeleverd, zoals de komst van e-health coaches en beeldbellen. Ook onze manier van denken is veranderd. Heel lang dachten we: wij weten wat het beste is voor de patiënt. Een slecht-nieuwsgesprek: dat voer je altijd samen aan tafel in de spreekkamer. Telefonisch, dat kan gewoon niet. Uit de PREM blijkt echter dat patiënten dat een prima alternatief vinden.”