Vanaf de zomer zijn er overal in het land kleinschalige implementaties begonnen met de standaard voor de elektronische overdracht van verpleegkundige gegevens. Deze zogenaamde eOverdracht wordt ingevoerd in ‘proeftuinen’, waarin ten minste één care-instelling met een cure-instelling informatie uitwisselt. De bevindingen uit deze proeftuinen moeten op termijn leiden tot een landelijke uitrol van eOverdracht: de samenwerking tussen de beroepsvereniging voor verpleegkundigen, verzorgenden en verpleegkundig specialisten (V&VN) en kennisorganisatie Nictiz. De proeftuinen zijn gestart in het kader van het programma InZicht (VIPP langdurige zorg).
Overal in de zorg zijn verpleegkundigen aan het werk, van ziekenhuizen tot in de wijk, van huisartsenpost tot ouderenzorg en ggz. Zij verzamelen allemaal gegevens rondom een patiënt die ze met elkaar delen en in de keten doorgeven. Daarmee is de verpleegkundige overdracht een van de belangrijkste onderwerpen in de zorg rondom een patiënt: hoe zorg je ervoor dat iedereen goed geïnformeerd is en precies weet waarom de patiënt in zorg is. In de praktijk blijkt het niet makkelijk om die overdracht goed te regelen.
Lisanne van der Molen is binnen Nictiz verantwoordelijk voor eOverdracht en legt uit hoe deze overdracht van verpleegkundige gegevens het werk van de beroepsgroep verlicht en de zorg voor de patiënt verbetert: “Zorginstellingen hebben tot dusver eigen (versies van) systemen. Deze kunnen onderling meestal geen informatie uitwisselen. Verpleegkundigen die een overdracht moeten voorbereiden, lopen daar dan ook dagelijks tegenaan.”
Bij de overdracht van een patiënt - bijvoorbeeld van het ziekenhuis naar een thuiszorgorganisatie of een verpleeghuis – betekent dat in de praktijk vaak dat een verpleegkundige informatie moet gaan overtikken om deze aan een andere partij ter beschikking te stellen. Dat kost tijd en de kans op fouten bij het overtikken is reëel aanwezig.
Van der Molen: “Gegevens zijn vaak onvolledig of onduidelijk, waardoor een andere partij er weer achteraan moet gaan bellen of moet gaan faxen. Dat is een terugkerende bron van frustratie. Verpleegkundigen geven aan dat ze de overdracht willen verbeteren, zodat ze meer tijd overhouden voor de zorg voor patiënten. eOverdracht is bedoeld om hen daarin te ondersteunen.”
Eenduidig en efficiënt
In de proeftuinen wordt een stukje van eOverdracht geïmplementeerd. Het gaat hierbij om een zogenoemd aanmeldbericht: een bericht op basis waarvan een zorginstelling beoordeelt of deze de zorg voor een specifieke patiënt kan bieden. Het bericht bevat niet alleen NAW-gegevens, maar ook informatie over de aanwezigheid van bijvoorbeeld een infuus of een stoma. In de proeftuinen wordt onderzocht hoe dit bericht zich in de praktijk houdt in de uitwisseling tussen verschillende systemen.
"We moeten het sectordenken verlaten en zorgbreed denken en doen"
Voor het eenduidig vastleggen van gegevens maakt eOverdracht gebruik van zorginformatiebouwstenen (zibs). De Nationale Kernset Patiëntproblemen, ontwikkeld door de V&VN in samenspraak met de beroepsgroep, garandeert Eenheid van Taal. Hiermee is de basis gelegd voor een betere overdracht. Die wordt namelijk eenduidiger (er is minder ruimte voor fouten en misverstanden) en efficiënter (een verpleegkundige kan sneller werken). Omdat alle gegevens al eens zijn geregistreerd, ervaren verpleegkundigen minder registratiedruk en is er meer tijd voor de patiënt zelf.
Waardevolle informatie bestuurders
Op dit moment wordt eOverdracht getest in een aantal proeftuinen waaraan ziekenhuizen, VVT-instellingen en gehandicaptenzorginstellingen deelnemen. Deze zijn verspreid over Nederland en omvatten hoogstedelijk gebied zoals Amsterdam en landelijk gebied zoals Twente en de kop van Noord-Holland. Het project loopt tot maart 2020 en levert nu al goede informatie op, niet alleen voor verpleegkundigen maar ook voor bestuurders. Voor hen is er alle reden om een implementatie van eOverdracht te overwegen. Een betere verpleegkundige overdracht heeft namelijk grote gevolgen voor het efficiënt functioneren van de hele organisatie.
De inbedding van eOverdracht leidt tot een nieuwe inventarisatie en kritische beschouwing van de bedrijfsprocessen. Rollen, verantwoordelijkheden en systemen worden tegen het licht gehouden. Dubbelingen in administratie en registratie worden opgespoord en opgeheven. Zo worden bedrijfsprocessen gestroomlijnd en voorbereid op de toekomst waarin elektronische uitwisseling standaard wordt. Inbedding leidt tot meer transparantie en nieuwe inzichten, niet alleen in de verpleegkundige processen in individuele instellingen, maar ook in regioverband.
Lisanne van der Molen: “We zien nu al in de kleine settings van een proeftuin hoe positief de beroepsgroep reageert op eOverdracht. Er is een groeiend bewustzijn onder verpleegkundigen dat dit goed is om te doen. Commitment van bestuurders is een voorwaarde om deze nieuwe verpleegkundige overdracht te realiseren.”