De Europese CSRD (Corporate Sustainability Reporting Directive) verplicht grote ondernemingen om transparant te rapporteren over hun duurzaamheid. Hoewel de meeste ouderenzorgaanbieders niet CSRD-plichtig zijn, zullen zij indirect te maken krijgen met verantwoordingseisen van stakeholders zoals zorgverzekeraars en banken. Branchevereniging ActiZ heeft samen met Deloitte en PwC belangrijk voorwerk verricht om de administratieve lasten van individuele zorgaanbieders en hun stakeholders te beperken.
Van de bijna 400 ouderenzorgaanbieders die lid zijn van ActiZ, zijn er slechts 12 CSRD-plichtig vanwege hun organisatiestructuur of internationale banden. De overige leden van ActiZ vallen buiten deze verplichting. “Toch krijgen ze wel met de CSRD te maken”, vertelt Wiebe-Jan Stuursma, bestuurder van Catharina, thuis op Voorne en binnen ActiZ lid van de kerngroep Wonen en Zorg. “Hun CSRD-plichtige stakeholders – zorgverzekeraars, banken, leveranciers – zullen hen confronteren met verantwoordingseisen om zelf transparant te kunnen zijn over hun duurzaamheidsdoelen. We wilden voorkomen dat de aanbieders in de ouderenzorg hier onvoorbereid op zouden zijn.”
Daarom is ActiZ in samenwerking met Deloitte en PwC een voorbereidingstraject gestart om de materiële onderwerpen in kaart te brengen waarover deze aanbieders kunnen rapporteren. “Dit was niet alleen waardevol voor ActiZ, maar ook voor ons”, zegt Wil-Jan van de Rijdt, Partner Audit & Assurance bij Deloitte. “De CSRD is complexe wetgeving. Wat houdt bijvoorbeeld de dubbele materialiteitsanalyse specifiek voor de ouderenzorg in en hoe interpreteer je de rapporteringsstandaarden?”
Accountants hebben hier bij de CSRD-plichtige organisaties ook een rol in, meent Van de Rijdt. Deloitte had al kennis opgedaan uit opdrachten van bedrijven die eerder aan de CSRD moeten voldoen. De samenwerking met PwC en de afstemming met de NBA subcommissie Coziek (overlegplatform van accountants in de zorg) verbreedt het draagvlak voor de uitkomsten van de dubbele materialiteitsanalyse.
“Voor dit project hebben we gewerkt met een groep koplopers in de ouderenzorg die al stappen hadden gezet, en een referentiegroep. We hebben de input uit deze groepen geanalyseerd en verder aangescherpt tot twee eindproducten: een lijst met 15 materiële impacts, risico’s en kansen die voor de meeste zorgorganisaties van toepassing zullen zijn en 15 mogelijk materiële impacts, risico’s en kansen die contextafhankelijk zijn.”
Regie houden
“In de ouderenzorg zijn veel materiële onderwerpen voor alle instellingen hetzelfde”, zegt Stuursma. “Zo’n 80 procent van wat ze in het kader van de CSRD moeten aandragen, komt al uit deze voorbereiding. Een waardevol traject dus voor onze leden, want ze houden zo regie over wat materieel is en kunnen dit goed onderbouwen voor hun stakeholders.”
Hierbij is het voor aanbieders ook mogelijk een ‘light’-versie van de CSRD te hanteren, vult Van de Rijdt aan. “Bepaal op welke onderdelen je de meeste impact kunt maken. Steek daar je energie in en leg aan je stakeholders uit waarom je dat doet. Dan hou je de touwtjes in handen.”
Het projectwerk bespaart de aanbieders veel administratieve lasten. Hierbij is het KIK-V platform belangrijk. Het KIK-V platform is een werkafspraak waarbij alle aanbieders data op een eenduidige manier labelen en opslaan. “Er moet geen wildgroei ontstaan aan uitvraag door stakeholders”, meent Van de Rijdt. “Met KIK-V beschikt de sector over duidelijke afspraken waar en hoe alle informatie vastgelegd kan worden, zodat stakeholders er makkelijk toegang toe kunnen krijgen. De organisaties zullen wel hun processen zo moeten inrichten dat ze de data effectief verzamelen en beschikbaar stellen, maar dit zal veel voordeel opleveren.”
Diversiteit
In het project is bewust rekening gehouden met de diversiteit van de sector, schetst Van de Rijdt. “De ouderenzorg kent grote aanbieders en ook kleine met weinig capaciteit om zo’n traject zelf op te pakken. We wilden iets opzetten dat beide groepen helpt.”
Dat is gelukt, vult Stuursma aan. “Als we dit traject niet hadden doorlopen, was het voor kleine aanbieders bijna onmogelijk geweest om zelf antwoord te geven op de vragen die stakeholders in het kader van de CSRD stellen. Ons werk helpt alle aanbieders in de ouderenzorg om een duidelijker beeld te krijgen van waar ze met hun duurzaamheidsdoelstellingen de grootste impact kunnen maken. In de kern weet je dat wel, maar het maakt veel explicieter hoe hier ook in Europees perspectief naar wordt gekeken. Daarmee kun je gerichter stappen zetten binnen de Green Deal duurzame zorg.”
Bewustwording
Het doel van de CSRD gaat verder dan verantwoording afleggen, benadrukt Stuursma. “Het creëert bewustzijn over duurzaamheid en helpt bij het reduceren van onze footprint. Het in kaart brengen van de materiële onderwerpen helpt onze leden om hierin focus aan te brengen.”
Duurzaamheid(sverantwoording) is een actueel onderwerp. “Wiebe-Jan noemde al de Green Deal, waarvoor veel aanbieders in de ouderenzorg hebben getekend”, zegt Juwi Liu, Director Audit & Assurance bij Deloitte. “De onderwerpen die daarin relevant zijn, komen ook weer terug in de onderwerpen die in de CSRD materieel zijn bevonden. Ook in dat perspectief is het werk dat we hebben gedaan om de materiële onderwerpen in kaart te brengen weer helpend voor ze.”
De zorgverzekeraars hadden zelf al een lijst samengesteld van wat zij als materiële onderwerpen zien voor de zorg. “Er bleek weinig verschil te zitten tussen hun lijst en de onze”, vertelt Van de Rijdt. “Het enige dat zij hadden en wij niet, was de impact van medicijnresten op oppervlaktewater. Dit onderwerp zal bij ziekenhuizen waarschijnlijk wel materieel zijn. Medicijnresten staat overigens wel op de lijst met mogelijke materiële onderwerpen voor de ouderenzorg.”
Stuursma voegt toe: “Omgekeerd hadden de zorgverzekeraars kinderarbeid niet op hun lijst staan, wat wij wel hadden. In de dialoog met de zorgverzekeraars zijn deze invalshoeken gedeeld, waardevol om beter begrip te krijgen voor wat speelt in de ouderensector. De ouderenzorg gebruikt onder andere producten die buiten Europa worden gemaakt en de omstandigheden waarin dat gebeurt, zijn niet altijd bekend. Zo verrijken we elkaar in het inhoudelijke gesprek.”
Inzetten op doelen
Het ligt voor de hand, stelt Van de Rijdt, dat banken en zorgverzekeraars in de toekomst incentives in hun contracten met aanbieders opnemen om stappen te zetten die bijdragen aan de doelen van de CSRD. Die doelen kunnen heel divers zijn. “De Green Deal richt zich sterk op omgevingsaspecten”, vult Liu aan, “terwijl de CSRD ook aandacht besteedt aan sociaal-maatschappelijke duurzaamheid, wat een evenwichtiger beeld geeft.”
Stuursma ziet dit ook zo. “Het duurzaam inzetten van medewerkers is voor mij het echte goud. Ik denk dat ik daarmee meer kan bereiken dan met COs-reductie van het gebouw dat ik huur. In het verlengde kan ik me bijvoorbeeld ook voorstellen dat ik medewerkers stimuleer om op hun huis zonnepanelen te installeren of lease e-bikes beschikbaar ga stellen. Dit scheelt CO2-uitstoot én verbetert hun gezondheid.”
Liu hierover: “Denk ook aan gelijke kansen voor iedereen. Of dat medewerkers in lagere functie een leefbaar loon hebben. Dat heeft geen directe impact op het milieu, maar wel op duurzame personeelsinzet. Leefbaar loon is niet voor niets bestempeld als een materieel onderwerp.” Terecht, stelt Van de Rijdt: “Niet kunnen rondkomen speelt een belangrijke rol in ziekteverzuim.”
Vervolgstap
Met het bepalen van de materiële onderwerpen is een belangrijke eerste stap gezet, concludeert Van de Rijdt. “Mijn advies is dat zorgaanbieders ook het proces van het bepalen van KPI’s en benodigde data gezamenlijk gaan oppakken. Hiermee voorkom je dat aanbieders daarin vastlopen.”
Over de CSRD
De CSRD-richtlijn vereist van grote bedrijven dat ze rapporteren over zaken als CO2-uitstoot en het sociaal kapitaal, over hun impact op biodiversiteit en over mensenrechtenschendingen in de keten. De richtlijn bouwt voort op de bestaande Europese richtlijn inzake duurzaamheidsverslaglegging: de Non-Financial Reporting Directive (NFRD). Een bedrijf is groot als het voldoet aan minimaal twee van de drie onderstaande criteria.
- Meer dan 250 medewerkers;
- Meer dan 50 miljoen euro omzet per jaar;
- Meer dan 25 miljoen euro op de balans.
Vanuit het dubbele-materialiteitsprincipe rapporteren over:
- Materiële duurzaamheidsontwikkelingen die leiden tot mogelijk financiële risico’s voor het bedrijf, zoals grondstoffenschaarste, extreem weer en transitierisico’s;
- Ecologische en sociale materiële impact van het bedrijf op mens en milieu, zoals biodiversiteitsverlies en mensenrechtenschendingen in de keten;
Het meten van langetermijndoelstellingen;
- Naast financiële informatie over immateriële zaken neemt de richtlijn ook niet-financiële indicatoren zoals sociaal kapitaal op;
- Verplichte ‘limited assurance’:een externe accountantscontrole.
CV
Wiebe-Jan Stuursma is bestuurder van Catharina, thuis op Voorne. Hij is binnen ActiZ lid van de kerngroep Wonen en Zorg.
Wil-Jan van de Rijdt is Partner Audit & Assurance bij Deloitte.
Juwi Liu is Director Audit & Assurance bij Deloitte.