We zitten in een overgangssituatie. Je merkt meer en meer dat het belang van innoveren en technologie zoals AI geaccepteerd zijn. VWS trekt daadwerkelijk de regie naar zich toe op het gebied van gegevensuitwisseling en databeschikbaarheid, zoals te lezen valt in de column van Bianca Rouwenhorst (pagina 76-77), met concrete resultaten zoals een bundeling van medische data in MijnGezondheidsoverzicht. Niet om te concurreren met andere aanbieders, maar om tot één overzicht te komen.
Wat ik geweldig vind aan deze overgangssituatie, is dat je steeds meer gerichte en praktische innovatie ziet, in allerlei samenwerkingsvormen. Een goed voorbeeld in deze editie is innovatie in diabeteszorg, waar het Radboudumc Health Innovation Labs zich mee bezighoudt (pagina 16-17): minder ziektelast voor patiënten en een lagere werkdruk voor behandelaren dankzij mensgerichte zorginnovatie en samenwerking tussen patiënten en zorgexperts.
Of wat dacht je van de IBD data hackathon afgelopen juni, waarin teams met allerlei verschillende achtergronden – van zorgprofessionals tot data engineering – samen werken aan vraagstukken door met een praktische use case te komen waar Nictiz mee aan de slag kan. En dat is echt niet zo makkelijk, want we spreken allemaal Nederlands, maar begrijpen toch vaak niet wat de ander bedoelt: eenheid van systemen en van taal zijn dus belangrijk. Ook hier is het goed dat VWS een regierol pakt.
Rol patiënt
De rol van de patiënt is eveneens zeer belangrijk – een rode draad in deze editie van ICT&health - want uiteindelijk gaat het om succesvol zelfmanagement door diabetespatiënten. En dit is een voortdurend proces van verbetering, want, zoals in het artikel gesteld wordt: bij een chronische ziekte hoort chronische innovatie. Innovatie is nooit klaar, het is een voortdurend proces van naar elkaar luisteren en vernieuwen.
Zo mooi is het dan ook om te lezen dat innovatie en samenwerking zich kunnen uitstrekken tot bijvoorbeeld mensen met dementie: co-design in het ontwerp van zorgtechnologie voor deze groep blijkt ook te kunnen (pagina 42-43). Uit het onderzoek van Sandra Suijkerbuijk van Surplus blijkt weer eens hoe belangrijk patiënten- participatie is.
Langer deelnemen
En dat geldt op alle gebieden, dus ook door mensen langer te laten deelnemen aan de samenleving. Het VanThuisUit-concept van tanteLouise speelt hier op in (pagina 12-14) door ouderen zo lang mogelijk zo zelfredzaam mogelijk te houden. Speciaal hiervoor opgeleide medewerkers Active Ageing activeren ouderen om dingen te doen die ze zelf leuk of betekenisvol vinden. Individueel of samen. Echt prachtig, en begrijpelijk dat ze hier een prijs voor gewonnen hebben.
Wat ik verder nog bijzonder vindt, is een initiatief in de regio Arnhem Nijmegen, Digital Health Challenge Lab, dat in een brede samenwerking de focus legt op vraag- in plaats van aanbodgestuurde innovatie (pagina 32-33). Daarin kijken ze voorbij de zorgsector zelf, met een compleet consortium om digital health challenges op te pakken. Want de vraagstukken rondom zorg zijn zo groot, daar moet je ook woningcorporaties bij betrekken, inwoners, en innovatieve ondernemers.
Praktischer, breder
Kortom: je merkt hoe er steeds breder en praktischer geïnnoveerd wordt, met steeds meer participatie van de patiënten en cliënten voor wie veel innovaties bedoeld zijn. Dat is iets waar ePatient Dave – Dave deBronkart – al heel lang op hamert en wat hij op de ICT&health World Conference in mei zo mooi uitlegde. Heel goed dat hij hiervoor ook een podium krijgt in de coverstory van ICT&health 4, met zijn pleidooi om samen met artsen en andere behandelaars aan de gezondheid van die patiënten te werken, om hiervoor open en transparant data te delen.
Laten we elkaar dus vooral in die samenwerking, die participatie blijven opzoeken om tot de praktische innovaties te komen waarmee we de vraagstukken in de zorg nu en in de nabije toekomst kunnen beantwoorden. Nationaal, maar zeker ook internationaal. Wat betreft heb ik hoge verwachtingen van de ICT&health World Conference van 28-30 januari 2025 in Maastricht.
En voor nu: veel lees- en leerplezier!
Groet,
Diederik