Tijdens de ICT&health World Conference in mei verzorgden bestuursleden van de afdeling Verpleegkundige Zorg- en informatietechnologie (VZI) van beroepsvereniging Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN) twee breakout sessies. In deze sessies was extra aandacht voor de rol van verpleegkundigen en verzorgenden (verder zal alleen verpleegkundige genoemd worden, maar worden beiden bedoeld). Bianca Buurman, de voorzitter van de beroepsvereniging V&VN was dan ook een van de keynote sprekers die ochtend.
De sessie ‘De verpleegkundige als spin in het digitale web’ werd geleid door Daniëlle Vermeer (IG&H) en Ybranda Koster (Inholland). Van de ruim 100 bezoekers was ongeveer 1/3 verpleegkundigen, de rest zat in management of ICT.
Er werd eerst gekeken naar de rollen die de verpleegkundige in de praktijk op zich kan nemen. Hiervoor dienen de CanMeds-rollen als basis: communicator, samenwerkingspartner, reflectieve professional, gezondheidsbevorderaar, organisator, professional en kwaliteitsbevorderaar.
Op de vraag aan de aanwezigen welke verandering zij zien in de rollen van verpleegkundigen in het netwerk van patiëntzorg, kwamen veel nieuwe en aanvullende rollen naar voren. Denk aan coach, ambassadeur, interprofessionele samenwerker, criticaster, coördinator, belangenbehartiger, leefstijl adviseur en keyuser.
Digitale taken
Kijken we naar taken die een verpleegkundige zou kunnen uitvoeren met betrekking tot de digitale transformatie in de zorg dan worden er, naast een aantal algemene zorgtaken, vooral taken benoemd die meer betrekking hebben op ICT of die gerelateerd zijn aan de patiënt.
Zo zien sommige aanwezigen op het gebied van ICT de volgende taken voor verpleegkundigen: het inrichten van platformen voor slimme sensoren; technologie-ambassadeur; het deelnemen aan gebruikersgroepen voor software en andere innovaties; meer contact met datamanagers of ICT-leveranciers. Ook het ontwikkelen en inzetten van nieuwe technologie in co-creatie met formele en informele zorg en de patiënt/cliënt zou een taak kunnen worden van toekomstige verpleegkundigen.
Om eigen regie te bevorderen én de toegankelijkheid van zorg te behouden, wordt het informele netwerk van patiënten of burgers steeds belangrijker. Er wordt daarom steeds meer ingezet op netwerkzorg in de keten, waar ook het sociale domein bij betrokken wordt. Daarop aansluitend wordt verwacht dat de verpleegkundige ook steeds meer een partnerschap zal aangaan met zowel de patiënt als de arts. De hiervoor benodigde communicatie zal naar verwachting toenemend ondersteund worden door technologische toepassingen.
Rollen AI
De rol van AI dan: die wordt vooral gezien in het overnemen van repetitieve handelingen en beslisondersteuning. Datagedreven werken zal ook in de zorg een steeds grotere rol krijgen, aldus de sessiebezoekers. Wel is het dan van belang dat de verpleegkundigen goed leren om te gaan met data in de dagelijkse praktijk en beseffen welke rol hun registratie speelt in de gehele dataverzameling.
Ook is de verwachting dat de zorg steeds meer op afstand zal plaatsvinden en meer gepersonaliseerd wordt dankzij groeiende kennis over de patiënt. Zorg op afstand past ook goed bij de verschuiving van curatief naar preventief en kan daar een mooie bijdrage aan leveren. Het wordt dan ook als de taak van de verpleegkundige gezien om het vertrouwen in de digitalisering van de zorg over te brengen op de patiënten. Wel is van belang dat ook bij steeds digitaler wordende zorg de menselijke factor behouden blijft.
Bevorderen zelfmanagement
Aansluitend op de coachende rol van de verpleegkundige wordt het bevorderen van zelfmanagement/eigen regie bij de patiënt benoemd, in samenhang met een meer begeleidende en minder overnemende rol. Eén van de aanwezigen noemt dit “Meer zorgen dát, in plaats van meer zorgen vóór”, een ander borduurt hierop voort: “Zorgen vóór, wordt zorgen mèt”. De actievere rol van de patiënt (en het informele netwerk wordt hier duidelijk in gezien.
Breder in de zorg wordt de rol van de verpleegkundigen vooral gezien in het contact tussen ICT, Technische Dienst en zorg. Wil digitale transitie in de zorg echt goed van de grond komen, dan moeten ook de werkprocessen van de verpleegkundigen veranderen. De verpleegkundige beroepsgroep moet daar een actieve rol in oppakken. Pas als de digitale mogelijkheden volledig worden ingebed in de werkprocessen, kan de digitalisering opleveren wat het belooft. De verpleegkundige zal steeds meer door digitale tools ondersteund worden. Denk aan ‘werkbesparing’ door digitaal ingevulde anamneses bij geplande opnames.
Belang van kennis
Het is belangrijk dat de beroepsgroep op de hoogte blijft van alle ontwikkelingen. Een platform als Digizo.nu, kenniscentra zoals Vilans en Nictiz, maar ook beroepsvereniging V&VN met het CNIO-netwerk en Verpleegkundige Zorg- en informatietechnologie kunnen een rol hebben in de hiervoor benodigde kennisdeling. Daarnaast is het van belang dat de verpleegkundigen slim gaan denken in plaats van handelen en een open houding hebben richting digitalisering.
Op de vraag welke ondersteuning de verpleegkundige nodig hebben om hun (nieuwe) rollen als spin in het digitale web te vervullen, kwamen vooral tijd, ambitie, vertrouwen en kennis naar voren. Alle partijen moeten het vertrouwen hebben in elkaar om de oude manieren los te laten. Dit vraagt ook om steun vanuit het management. De digitale transformatie is de zorg wordt ook gezien als kans om juiste de oude routines te doorbreken en hier een leidende rol in te nemen.
Deze sessie werd afgesloten met een boodschap voor de aanwezigen en hun (verpleegkundige) achterban: “Als de verpleegkundige beroepsgroep nu niet de tijd neemt (en krijgt) om de digitale transformatie goed in te zetten, dan is er straks - als alle ontwikkelingen doorgaan - helemaal geen tijd meer!”.
Spagaat
De tweede break-out sessie - 'Naar hybride zorg; de verpleegkundige in spagaat!?' - werd verzorgd door Renée Verwey (Zuyd Hogeschool) en Erna Vreeke (adviseur zorginnovatie). Bij de inleiding van de workshop werd kort het integraal zorgakkoord toegelicht. In het IZA is afgesproken om 70 procent van alle zorg die digitaal kan, ook echt digitaal of hybride aan te bieden. Hybride zorg wordt gezien als ‘een mix van digitaal en fysiek aangeboden zorg en ondersteuning van gezondheid, waar mogelijk gepersonaliseerd en op maat’.
Tijdens de workshop werden belangrijke randvoorwaarden besproken, zoals een goede elektronische gegevensuitwisseling, beter samenwerken door een goed werkende (digitale) infrastructuur, bekostiging van hybride zorg, digitale en veranderkundige vaardigheden van verpleegkundigen en de opname van hybride zorg in richtlijnen en kwaliteitsstandaarden.
Grote impact
70 procent zorg digitaal of hybride aanbieden, heeft een grote impact op de verpleegkundige beroepsgroep - bij uitstek de groep die de hybride zorg levert. Bij hybride zorg gaat het niet alleen om inzet van digitale hulpmiddelen, maar ook de verschuiving van de zorg van fysiek/nabij naar digitaal/op afstand.
Aan de hand van twee praktijkvoorbeelden (GGZ en VVT) werd tijdens de sessie een beeld geschetst van hoe een mix tussen fysiek/digitale zorg eruit kan zien, welke dilemma’s er zijn bij de keuze en het gebruik van een digitale toepassing door verpleegkundigen en welke oplossingen hiervoor zijn bedacht.
Zo vertelde Tanja Frieso, verpleegkundig specialist i.o. bij Lentis (GGZ) werkzaam in een FACT-team (speciaal team dat zich inzet voor mensen met ernstige psychiatrische problematiek), dat het gebruik van bijvoorbeeld modules van Minddistrict nog lang geen standaard onderdeel is van het zorgaanbod en zeker niet in de doelgroep van het FACT-team. Zij benadrukte dat het kiezen van de meest passende module(s) nog lastig is voor haar doelgroep met chronische klachten en multi-problematiek.
Judith Peeters, programmamanager cluster Wijkverpleging MeanderGroep Zuid-Limburg schetste enkele geleerde lessen uit de implementatie van Virtuele Thuiszorg, een bundeling van circa 40 soorten thuiszorgtechnologie. Inmiddels gebruikt nu circa 26 procent van alle cliënten één of meerdere hulpmiddelen uit dit aanbod. Ook in de wijk spelen uitdagingen voor verpleegkundigen: zoals het bijhouden van kennis over digitale zorg, draagvlak dat nodig is voor zo’n grote verandering, het durven loslaten van fysieke zorg (wederom ‘van zorgen voor, naar zorgen dat’), vertrouwen opbouwen in de digitale hulpmiddelen, een veranderde samenwerking bij hybride zorg en bovenal het gesprek durven aangaan met cliënten over dat goede zorg juist ook hybride kan zijn.
De workshop werd afgerond met een discussie over stellingen over wat nodig is om toe te werken naar hybride zorg als ‘het nieuwe normaal’. Als nabrander werd aan de aanwezigen meegegeven dat: “Als inzet van digitale hulpmiddelen leidt tot hogere administratieve lasten dan zegt de verpleegkundige beroepsgroep NEE”.
Ook tijdens ICT&health World Conference 2025 krijgt bovenstaande een vervolg en zijn de professionals massaal aanwezig.
CV
Ybranda Koster is opgeleid als verpleegkundige, verplegingswetenschapper en Zorg Informaticus en is docent bij masteropleiding Advanced Health Informatics Practice van hogeschool Inholland Amsterdam/Diemen.
Daniëlle van der Meer is opgeleid als verpleegkundige en is werkzaam als Director Healthcare IG&H en is adviseur Zorginnovatie & (Digitale) transformatie en Zorg Informaticus.
Renée Verwey is opgeleid als verpleegkundige, gezondheidswetenschapper en PhD. Ze is hoofddocent/onderzoeker bij de Academie Verpleegkunde en het lectoraat Wijkgerichte Zorg binnen het Innovatiecentrum Innovatieve Zorg en Technologie (EIZT) van Zuyd Hogeschool.
Erna Vreeke is opgeleid als verpleegkundige en is zelfstandig adviseur Zorginnovatie & ICT, adviseur eOverdracht Nictiz, projectleider Medicatieoverdracht V&VN en lid van Digizo.nl.
Alle auteurs zijn naast hun werkzaamheden bestuurslid van V&VN- Verpleegkundige Zorg- en informatietechnologie (VZI).
Voor meer informatie: Link