Jaarlijks worden wereldwijd meer dan één miljoen mensen voorzien van een pacemaker. Tot nu toe kwam slechts twintig procent van de patiënten in aanmerking voor een draadloze pacemaker. Een internationaal consortium onder leiding van Amsterdam UMC heeft nu een verbeterde versie ontwikkeld, waardoor een draadloze pacemaker nu geschikt is voor alle patiënten. Tien jaar geleden waren onderzoekers van Amsterdam UMC al betrokken bij de ontwikkeling van de draadloze minipacemaker.
In die tijd was dit een baanbrekende innovatie ten opzichte van de traditionele pacemaker, die bestond uit een onderhuids geplaatst apparaat met een draad naar het hart. Echter, tot nu toe kon een draadloze minipacemaker alleen in één specifieke holte van het hart, de hartkamer, worden geïmplanteerd.
Hierdoor kon slechts twintig procent van de patiënten met een trage hartslag hiervan profiteren. Na jarenlang internationaal klinisch onderzoek onder leiding van Amsterdam UMC is het echter gelukt om een draadloze minipacemaker te ontwikkelen die ook in een andere hartholte, de boezem, kan worden geplaatst.
Pacemaker
Volgens cardioloog en hoofdonderzoeker Reinoud Knops van Amsterdam UMC is het nu mogelijk om een pacemaker te ontwikkelen die zowel in de boezem als in de hartkamer van het hart werkt. Dit was tot nu toe niet mogelijk vanwege de complexiteit van draadloze communicatie tussen twee minipacemakers. Na jarenlang onderzoek en testen is het team erin geslaagd dit te realiseren. In de toekomst kunnen hartpatiënten die een pacemaker nodig hebben dus profiteren van deze nieuwe behandelingsmogelijkheid.
Het nieuwe systeem bestaat uit twee minipacemakers: één voor de boezem en één voor de hartkamer. Deze pacemakers communiceren met elkaar door middel van elektrische pulsjes. Het systeem is succesvol geïmplanteerd bij 300 patiënten, die gedurende minimaal drie maanden zijn gevolgd. De resultaten van de studie tonen aan dat de behandeling veilig is en dat het systeem goed functioneert.
Zo groot als vitaminepil
Pacemakers worden al lange tijd gebruikt als een essentiële behandeling voor patiënten met een te traag hartritme. Traditionele pacemakers bestaan uit een kastje dat onder de huid wordt geplaatst, meestal onder het sleutelbeen, en een draad die via een ader met het hart is verbonden. Helaas zijn deze draden kwetsbaar en kunnen ze breken, losraken van het hart of geïnfecteerd raken. Dit kan leiden tot de noodzaak van een bijkomende operatie in het ziekenhuis.
Om deze problemen aan te pakken, heeft Amsterdam UMC tien jaar geleden een minipacemaker ontwikkeld zonder kastje of draden. Deze minipacemaker heeft de grootte van een vitaminepil en wordt via de lies geïmplanteerd, waarna hij volledig in het hart wordt geplaatst. Dit innovatieve ontwerp elimineert de behoefte aan draden en vermindert daarmee de risico's op complicaties.
Ontwikkelingen
Al enkele jaren wordt er gewerkt aan de ontwikkeling van draadloze pacemakers. Op 21 juni 2016 plaatste het Radboudumc in Nijmegen voor het eerst de kleinste draadloze pacemaker ter wereld bij een patiënt. Volgens het Radboudumc is deze pacemaker maar liefst 90 procent kleiner dan traditionele modellen. In het OLVG Hartcentrum is werd eind 2017 voor het eerst een draadloze pacemaker geplaatst. Het ging toen om een minipacemaker die 90 procent kleiner was dan een traditionele pacemaker en daarmee niet veel groter dan een vitaminepil.