Data eenvoudiger uitwisselen en hergebruiken binnen de European Health Data Space (EHDS) is een kans voor Europa weer mee te komen met andere regio’s in het digitale tijdperk. Maar wat moet er gebeuren om de beloofde voordelen om te zetten in realiteit? Dat was het centrale onderwerp van discussie tijdens een onderdeel van de World Health Summit 2022: ‘Data For Good: How The Use of Health Data Can Benefit Our Societies.’
De nieuwe data-economie komt sneller dan we verwachten, en één feit kan niet worden genegeerd: Europese landen - zelfs grootheden zoals Duitsland en Frankrijk - hebben geen kans om belangrijke spelers te worden. Dus om een competitieve digitale markt te creëren en China en de VS in te halen, moet Europa de oude rol van een handelsunie verwisselen voor die van een data-unie, aldus een artikel over de EHDS op de website van ICT&health International.
EHDS eerste concrete voorstel
Het concept van European data Spaces werd afgelopen mei door de Europese Commissie vertaald naar een eerste concreet voorstel, dat van EHDS. Het concept van deze European Health Data Space maakte deel uit van de ambities van de EC zoals vastgelegd in het Gezondheidsprogramma 2020. In 2021 werd het programma TEHDAS (Towards European Health Data Space) ingesteld waarbinnen 25 EU-landen samenwerkten om het hergebruik van gezondheidsgegevens te faciliteren en bevorderen.
Doel van de EHDS is de opzet van een gemeenschappelijke Europese dataruimte voor gezondheidsgegevens om grensoverschrijdende uitwisseling van deze gezondheidsgegevens makkelijker en toegankelijker te maken. Dat komt zowel de gezondheidszorg (primair gebruik) ten goede, als secundair gebruik zoals onderzoeken, innovaties en beleidsvormingen.
De dataruimte dient bovendien als wettelijke basis voor datagebruik. Bij de opzet van de dataruimte moeten verschillende infrastructuren en IT-systemen technisch en semantisch interoperabel zijn. Ook moeten de gezondheidsgegevens FAIR zijn: vindbaar, toegankelijk, interoperabel en herbruikbaar (findable, accessible, interoperable and reusable).
Laatste kans
Tijdens de World Health Summit in Berlijn werd benadrukt dat EHDS een laatste kans is voor de EU om datagestuurde innovatie in de 27 lidstaten te stimuleren voor 447 miljoen burgers. De voordelen van het delen van gegevens zullen exponentieel groeien in de markten met toegang tot grote datasets. In de praktijk betekent dit dat datagedreven economische en wetenschappelijke vooruitgang snel zal versnellen, zodat degenen die achterblijven waarschijnlijk hun positie op de toekomstige wereldmarkt zullen verliezen.
Technologie heeft een enorm potentieel om de gezondheidszorg te verbeteren. Hoe moet dit vertaald worden naar een wetgevend kader voor EHDS, uiterlijk in 2025? Het meest gehoorde antwoord is "het opbouwen van vertrouwen in het delen van gegevens tussen burgers, het verbeteren van de nationale en EU-brede infrastructuur en datagovernance, het versterken van de samenwerking en dialoog tussen de EU-lidstaten."
Ten eerste hebben we duidelijke beginselen nodig voor het secundaire gebruik van gegevens, zodat elke belanghebbende in elke lidstaat dezelfde regels volgt. Dit wordt al ontwikkeld binnen de TEHDAS Joint Action onder leiding van het SITRA Innovation Fund. TEHDAS heeft als doel de EU-lidstaten en de Europese Commissie te ondersteunen bij het opbouwen van de EHDS door gemeenschappelijke regels te ontwikkelen voor het gebruik van gezondheidsgegevens.
Twee voorbeelden: Finland, Zweden
Finland loopt voorop bij datagebruik voor secundaire doeleinden. Toch werd het een paar jaar geleden geconfronteerd met een probleem dat een van de belangrijkste belemmeringen voor gegevensverwerking is: de spreiding van gegevensbronnen. Wanneer een instelling – bijvoorbeeld een onderzoekscentrum – gegevens wilde inzien en verwerken, moest zij verzoeken sturen naar alle individuele verwerkingsverantwoordelijken. Een tijdrovende, bureaucratische en frustrerende procedure die het werken met data ontmoedigde. Na de in 2019 ingevoerde Finse wet op secundair gebruik, geeft één autoriteit (Findata) toegang tot gegevens.
Een ander land dat op dit gebied vooruitgang heeft geboekt, is Zweden. “We hebben al meer dan 100 verschillende nationale kwaliteitsregistraties voor primair gebruik, zoals onderwijs en verbetering van de gezondheidszorg, en secundair gebruik, voornamelijk onderzoek. Deze centrale registers versnellen ook de organische groei van kleinere registers binnen lokale initiatieven”, aldus Maria Hassel, internationaal coördinator en senior adviseur bij het Zweedse eHealth Agency.
Hassel stelde tijdens de summit dat gegevens een van de belangrijkste nationale activa zijn en beschermd moeten worden, maar ook moeten worden gebruikt om de economische groei, gezondheid en het welzijn van alle burgers veilig te stellen. Alleen hun bescherming aanpakken heeft geen zin, dus het is beter om je te concentreren op 'het veilig benutten van het potentieel van gegevens'.
Digitale soevereiniteit
Dr. Päivi Sillanaukee, Ambassadeur voor Gezondheid en Welzijn bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken van Finland, twijfelt er niet aan dat gegevens op grote schaal zullen worden gebruikt. Het is gewoon een kwestie van tijd. Daarom moeten we een kader bouwen voor veilige gegevensuitwisseling en zo snel mogelijk digitale soevereiniteit (Europese onafhankelijkheid van dataopslag buiten de EU) waarborgen.
Als de voordelen niet voldoende gemotiveerd zijn om prioriteit te geven aan de EHDS, moeten de bedreigingen overtuigend zijn. Digitale soevereiniteit betekent dat Europa zijn eigen innovaties kan ontwikkelen met behulp van gegevens van EU-burgers, en niet afhankelijk is van gegevens of op AI gebaseerde oplossingen uit China of de VS.
Nick Schneider, van het Duitse federale ministerie van Volksgezondheid, zegt het botweg: afzonderlijke landen in de EU zijn te klein om te gedijen in datagedreven innovatie. Samenwerking in de EU is de enige kans om ervoor te zorgen dat alle 27 EU-lidstaten zullen profiteren van een datagestuurde economie.
“Algoritmen voor op AI gebaseerde oplossingen hebben data nodig. En we moeten ervoor zorgen dat deze gegevens uit Europa komen. Het laatste wat we willen is gedwongen worden om data buiten Europa te delven, wat een nieuw tijdperk van datakolonialisme zou betekenen. We moeten er dus alles aan doen om dat te voorkomen”, aldus Schneider.
EHDS geen one-stop-shop
De EHDS zal geen one-stop-shop zijn. EU-lidstaten hebben verschillende culturen, infrastructuren, wetten en gezondheidsstelsels. Wat ons verenigt, zijn onze gedeelde democratische waarden, inclusief benaderingen van privacy en solidariteit in de gezondheidszorg.
Op basis van de EU-pijlers kan de EHDS nu in kleine stappen worden geïmplementeerd, nog voordat het definitieve voorstel klaar is.
- Ten eerste moeten we gezondheidsdata interoperabel maken.
- Ten tweede wordt het tijd om de EHDS te promoten en uit te leggen waarom het zo cruciaal is. Zonder burgers en zorgprofessionals aan boord zal deze historische verschuiving niet plaatsvinden.
- Ten derde moeten mensen zich realiseren dat de EHDS er niet is om gegevens door heel Europa te laten verzenden - het gemeenschappelijke verhaal nu - maar om veilige toegang te bieden tot geanonimiseerde gegevens waarin persoon A niet traceerbaar is.
In elke discussie tijdens de summit komt één bepalende factor voor de succesvolle invoering van EHDS keer op keer naar voren: vertrouwen. Dat begint met het plukken van de laaghangende vruchten van het delen van gegevens.
Als artsen bijvoorbeeld toegang hebben tot gegevens, kunnen ze op feiten gebaseerde beslissingen nemen en krijgen patiënten een betere behandeling en preventie. En als wetenschappers meer data kunnen gebruiken voor onderzoek, kunnen we sneller vooruitgang boeken bij het zoeken naar nieuwe medicijnen tegen kanker of Alzheimer. Het op deze manier uitleggen van de voordelen is overtuigender dan praten over een ‘single data market’ of ‘data-uitwisseling op basis van EU-waarden’.