Voor de veiligheid van patiënten met een ernstige psychische aandoening en hun omgeving is meer gegevensuitwisseling in de zorg nodig, zegt de Onderzoeksraad voor Veiligheid. Ook de KNMG wil dat artsen de bestaande ruimte voor het delen van medische informatie benutten, maar de afweging van bijbehorende risico's is vaak complex.
De oproep van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid staat in het recent verschenen rapport ‘Zorg voor Veiligheid, Veiligheid van mensen met een ernstige psychische aandoening’. De raad concludeert dat de zorg gefragmenteerd is en dat betere gegevensuitwisseling zou helpen, maar dat artsen zich geremd voelen in het delen van informatie.
De KNMG vindt het cruciaal dat informatie gedeeld wordt als dit nodig is. "Die ruimte voor uitwisseling van patiëntgegevens is er ook. Deze is reeds vastgelegd in diverse handreikingen over gegevensuitwisseling in samenwerkingsverbanden en in de bemoeizorg. De KNMG vindt het belangrijk dat artsen die ruimte ook benutten”, zegt KNMG-voorzitter René Héman.
‘Complexe puzzel’
Tegelijk leidt volgens de KNMG meer uitwisseling van patiëntgegevens tussen hulpverleners niet automatisch tot een veiligere samenleving. Uitwisseling van patiëntgegevens kan helpen, maar kan ook een averechts effect hebben, vindt Héman. "Als arts wil je het vertrouwen van de patiënt behouden. Je wil voorkomen dat mensen met een psychiatrische aandoening uit angst voor deze gegevensuitwisseling zorg gaan mijden. Ook dát kan grote veiligheidsrisico’s met zich meebrengen."
De KNMG stelt dat zorgverleners soms in complexe situaties terecht komen waarbij zij moeten afwegen of zij het beroepsgeheim moeten doorbreken en informatie moeten delen. De KNMG spreekt hier over een ‘complexe puzzel’ waar de organisatie naar eigen zeggen veel vragen over krijgt bij de Artseninfolijn en artsen in ondersteunt met bijvoorbeeld de Wegwijzer Beroepsgeheim in samenwerkingsverbanden en de Handreiking Gegevensuitwisseling bij bemoeizorg.
Wettelijk geregeld Patiëntgeheim
Begin dit jaar pleitte De Patiëntenfederatie nog voor een wettelijk geregeld Patiëntgeheim. De organisatie vindt het essentieel dat patiënten zelf beschikken over hun eigen medische data. Die gegevens zouden even goed beschermd moeten zijn wanneer patiënten zelf hun gegevens beheren. Nu is dat niet het geval. In de praktijk zijn patiënten bovendien vaak afhankelijk van maatschappelijke instanties om een voorziening aan te vragen. Daarvoor zullen soms ook medische gegevens moeten worden verstrekt.
De KNMG liet destijds weten de verkenning van dit Patiëntgeheim te ondersteunen, Zeker met het oog op de persoonlijke gezondheidsomgeving (pgo), waarbij patiënten online zelf gegevens beheren en de druk die zij soms ervaren om medische gegevens te delen.