Medische technologie draagt bij aan sterke groei zorgkosten, stelt CPB

28 oktober 2016
Nieuws
Tussen 1972 en 2015 stegen de zorgkosten volgens het CPB sterker dan het bruto binnenlands product: een stijging van 9 naar 15 procent van het BBP. Vooral de eerste tien jaar na de eeuwwisseling stegen de kosten relatief sterk, na 2012 was de stijging beperkter en daalde zelfs het aandeel ervan in het BBP. Dit jaar rond Prinsjesdag stelde het kabinet dat de zorgkosten onder controle zijn.

Kosten medische innovaties

Dat beeld klopt op zich, stelt het CPB, maar toch is te verwachten dat een verdere stijging van zorgkosten onvermijdelijk is en dat met name de komende generaties hier de lasten van dragen.

“Wij constateren dat de onderliggende factoren die de groei op de langere termijn verklaren geldig blijven", zegt Bram Wouterse van het Planbureau tegenover de NOS. Hij doelt daarmee op de vergrijzing, de medische technologische ontwikkeling en de inkomensgroei, waardoor mensen meer zorg willen. De voortdurende ontwikkeling van nieuwe behandelmethoden is vooral in de curatieve zorg belangrijk.

Zonder aanvullende maatregelen zullen de lasten vooral te liggen bij hogere inkomensgroepen en jongeren, zegt het CPB. Het Planbureau noemt een aantal opties om die effecten te verzachten. Zo zou het eigen risico omhoog kunnen of kan er een leeftijdsafhankelijke premie worden ingevoerd. "Dan leg je de kosten meer bij de groepen die de meeste zorg gebruiken", aldus het CPB over de laatste optie.

Beter luisteren naar praktijk

In een ander NOS-artikel pleit bestuursvoorzitter Marcel Levi van het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam er voor dat er beter wordt geluisterd naar artsen en verpleegkundigen, als de overheid de zorgkosten wil beperken.

"Ziekenhuizen staan propvol met gadgets, je kunt je afvragen of dat wel zinvol is, of die bijdragen aan een effectieve gezondheidszorg." Onder redactie van Levi verschijnt deze week het boek ‘De dokter en het geld. Artsen (her)berekenen de kosten van de zorg’. 28 auteurs, zoals artsen, onderzoekers, bestuurders en een patiënt, geven suggesties om de kosten te beperken.

Meer geld voor hulpmiddelen

Volgens Levi zijn ziekenhuizen steeds meer geld kwijt aan hulpmiddelen, waaronder medicijnen, pacemakers en andere apparaten. "We zijn elk jaar meer kwijt aan spulletjes en hebben dus minder geld voor personeel. Dat is geen goede ontwikkeling, we hebben veel mensen nodig om goede zorg te bieden.”

De bestuursvoorzitter schat dat de zorgkosten met 5 tot 10 procent kunnen dalen als kritischer gekeken wordt naar uitgaven, zoals die van specialisten die dure apparaten in hun vakgebied willen hebben. "Iemand die dol is op het hart wil natuurlijk de allerbeste apparatuur voor het hart, terwijl andere specialisten - een patiënt is meer dan een hart, er zit ook nog wel wat omheen - zich afvragen of de patiënt er wat mee opschiet."

Prestige speelt rol

Verder speelt het prestige van ziekenhuizen een rol. Een voorbeeld is de operatierobot. "Daarover is best kritisch geschreven: peperduur apparaat, in aanschaf en gebruik. Klinkt allemaal hightech en modern. Patiënten lezen erover in bladen en zeggen: 'ik wil ook door de robot geopereerd worden'. Maar als je daar wetenschappelijk onderzoek op loslaat, valt heel erg tegen wat uiteindelijk het voordeel is voor de patiënt."

Een dergelijke robot is die van het Nederlandse Preceyes, onlangs in het Verenigd Koninkrijk toegepast bij een oogoperatie. De robot werd bediend via een joystick. Tijdens de operatie werd een membraan weggehaald met een dikte van 1 honderdste millimeter.Het gaat nog om een prototype, maar op termijn verwacht de onderneming dat de robot zelfs buiten operatiekamers gebruikt kan worden.

Een ander voorbeeld is het Maastricht UMC+, dat sinds eind 2015 als eerste ziekenhuis in de Benelux gebruik maakt van een speciale robot voor het uitvoeren van hartkatheterisaties. Met deze medische innovatie kost het de cardioloog aanzienlijk minder moeite om mensen met een (complexe) hartritmestoornis te behandelen. De tijd voor het uitvoeren van de ingreep wordt bijna gehalveerd en op lange termijn treden minder complicaties op bij de patiënt.