“Het is nu een kwestie van gewoon doen. Van toepassen, uitbreiden, overpoten naar andere zorgorganisaties, innovatie in het hart van de organisatie plaatsen.” Met deze boodschap opende minister Bruins (Medische Zorg en Sport) de ICT&health Openingsmanifestatie van de vierde e-healthweek. Verder hoopt de minister dit jaar de wet digitale gegevensuitwisseling door het parlement te krijgen.
In de afgelopen vier jaar is de e-health week net zo veranderd als het concept e-health zelf, stelde dagvoorzitter Lea Bouwmeester van de openingsmanifestatie al. Van ‘wat is e-health’ via ‘hoe dan’, en (volgens secretaris-generaal Erik Gerritsen (VWS) naar ‘zo dan’ en nu naar ‘doe dan’. In de zorg, voor preventie, maar ook steeds meer in het sociale domein.
In een volle zaal waar men normaal kijkt naar de musical Anastasia, hoorde nu een mix van zorgprofessionals, ICT-aanbieders en vertegenwoordigers van gemeenten, samen met ervaringsdeskundigen hoe Bruins stelde dat ICT en e-health eigenlijk niet meer de boventoon moeten voeren. “Ik wil liever praten over zorg dichtbij, dichterbij huis, maar ook bedrijfsvoering in zorg sterker maken.”
Bruins opende net als vorig jaar de e-healthweek op de openingsmanifestatie Hij toont zich positief over zowel de opschaling van e-health als de komst van een standaard digitale infrastructuur. Vooral op dat laatste gebied gaat er nu nog veel mis en lijkt de digitale snelweg vooral te bestaan uit de fysieke snelwegen waarop patiënten van de ene naar de andere zorginstelling vervoerd worden, een cd met gegevens en foto’s op de buik klaargelegd voor de volgende behandelaar.
Wet digitale gegevensuitwisseling
“In een paar jaar zijn we van ‘hoe dan’ naar ‘doe dan’ gegaan. Maar toch is er nog wel wat werk te verzetten. We hebben een aantal agendapunten, waarvan een van de belangrijkste dit jaar de Wet digitale gegevensuitwisseling is. Die wet moet dit jaar nog gereed komen om door het parlement besproken te worden.” De wet moet onder meer zorgaanbieders verplichten om gegevens standaard en digitaal uitwisselbaar te maken.
Bruins stelt dat het tien jaar geduurd heeft sinds het landelijk EPD is afgeschoten door de Eerste Kamer (wegens angst voor privacy-gevolgen), voordat er een soort alternatief komt. “De discussie over dezelfde infrastructuur, dezelfde standaarden, dezelfde definities, loopt al tien jaar. Destijds was het niet mogelijk om als overheid centrale regie te nemen. Nu waait er een andere wind en is er wel ruimte. Voor standaardisatie, eenheid van taal en techniek. Ik hoop van harte dat we deze wet in 2020 nog door het parlement krijgen.”
Belang van gewoon doen
Kavita Parbhudayal, wethouder Zorg, Jeugd en Volksgezondheid bij de gemeente Den Haag, wees in navolging van Bruins vooral op het belang van ‘gewoon doen’. Dat begon in 2016 met de ervaringswoning van iZi Gezond Lang Thuis – e-health innovaties voor senioren - en krijgt nu een breder vervolg in het Actieprogramma Zorg en Innovatie 2019 – 2022’.
Dit vormt de basis voor een structurele samenwerking tussen gemeente, zorgaanbieders, inwoners, kennis-/onderwijsinstellingen, ketenpartners en ondernemers. Maar dan niet alleen voor senioren, maar ook mensen die te maken hebben met de ggz, de jeugdzorg of mensen die met een fysieke beperking toch thuis willen wonen. Zij vertelt hier ook over in de coverstory van ICT&health 1, 2020, dat in februari verschijnt.
Dat betekent volgens de wethouder vooral opnieuw hard werken. Samenwerken met aanbieders ICT, zorg, ziekenhuizen, wijkverpleging/ thuiszorg. En ook hier weer: matchen aan personeelstekort. “We willen bedrijven en startups bij elkaar brengen, meer proeftuinen zoals iZi-woning. We blijven ook doorpraten met de eindgebruikers, weten wat bij hen past, voor hen werkt.”