Ook in de geestelijke gezondheid kan digitalisatie helpen bij het probleem van lange wachttijden. Zo kunnen digitale interventies en apps onder meer helpen bij depressie, angst en slaapstoornissen. Om de wildgroei aan zelfhulpapps tegen te gaan en de goede kwaliteit van digitale hulpmiddelen te verankeren, heeft de Hoge Gezondheidsraad in België een reeks nieuwe aanbevelingen gedaan. Volgens de Hoge Gezondheidsraad kan digitalisatie het zorgsysteem versterken.
Onderzoek heeft aangetoond dat over het geheel genomen digitale interventies net zo effectief zijn als face-to-face therapie voor milde tot matige symptomen. Dit geldt des te meer wanneer er nog enige vorm van menselijke ondersteuning is. Volgens de Belgische Hoge Gezondheidsraad zorgt de kloof tussen vraag en aanbod in de geestelijke gezondheidszorg wel voor grote uitdagingen. Zowel voor de smartphone als voor het web bestaan er tal van toepassingen die je mentaal welzijn zouden kunnen bevorderen.
Wildgroei aan apps
De Hoge Gezondheidsraad is enerzijds bezorgd voor een verdere wildgroei aan zelfhulpapps maar wil anderzijds de innovatie in de geestelijke gezondheidszorg ook verwelkomen. Digitale geestelijke gezondheidszorg gaat trouwens om veel meer dan zelfhulpapps. Denk bijvoorbeeld aan online therapie, het gebruik van data uit wearables en VR-belevingen.
Steeds vaker wordt bij bepaalde aandoeningen of problemen online hulpverlening ingezet. Zo zijn Maven Clinic en BSI zijn een partnerschap aangegaan waardoor BSI-werknemers wereldwijd toegang hebben tot het Menopause and Ongoing Care-programma van Maven Clinic. Maven Clinic is werelds grootste virtuele kliniek voor vrouwen en gezinnen.
Laagdrempelige ondersteuning
Door het gebruik van digitale interventies en apps kunnen meer mensen op een laagdrempelige manier ondersteuning krijgen. Bij deze vorm van hulp is het niet nodig om te reizen en is de reactietijd korter. De anonimiteit van online platformen kan gebruikers bovendien de vrijheid geven om zich openlijk te uiten en hulp te zoeken zonder angst voor stigma of veroordeling. Onderzoek heeft aangetoond dat over het geheel genomen digitale interventies net zo effectief zijn als face-to-face therapie voor milde tot matige symptomen. Dit geldt des te meer wanneer er nog enige vorm van menselijke ondersteuning is.
Uitdaging in digitale transformatie
De Hoge Gezondheidsraad adviseert daarom om technologische vooruitgang te omarmen en zorgprofessionals zijn daarin een essentiële schakel. Een basisopleiding en bijscholingen kunnen hen helpen om meer vertrouwd te raken met de digitale tools. Daarnaast moeten juridische en ethische vragen over privacy dringend worden opgehelderd voordat digitale tools in de praktijk op grote schaal veilig en effectief kunnen worden gebruikt.
Verder beveelt de Raad aan om jongeren actief te betrekken bij het ontwerp en de ontwikkeling van digitale interventies. Ook pleit de Raad voor meer aandacht voor inclusie op het gebeid van digitale gezondheidszorg. Dit geldt voor zowel oudere patiënten als voor mensen met een lagere sociaaleconomische status of minderheidsgroepen. Ook deze groepen moeten volgens de Raad worden betrokken bij het ontwikkelen van digitale zorg.
Concrete aanbevelingen
Het nieuwe adviesrapport van de Hoge Gezondheidsraad sluit af met 12 concrete aanbevelingen die voortkomen uit een grondige analyse van de wetenschappelijke literatuur en overleg tussen de experts. Ze richten zich op het opstellen van een nationaal kader in België voor digitale geestelijke gezondheidszorg, met specifieke aandacht voor kinderen en jongeren.
