Nieuwe technologie om te voelen via chirurgisch instrument

12 augustus 2016
Nieuws

Japanse wetenschappers aan de Universiteit van Hiroshima hebben een methode ontwikkeld waarmee een belangrijk nadeel van minimale invasieve chirurgie weggehaald wordt, namelijk het gebrek aan mogelijkheden om huid en weefsel te voelen aan het einde van een instrument.

Hoewel er geavanceerde haptische technologieën ontwikkeld worden om de zogeheten zintuiglijke kloof te overbruggen, hebben de Japanse wetenschappers nu naar eigen zeggen een goedkope en makkelijke oplossing gevonden. Daarmee kunnen zij het gevoel van directe aanraking van het uiteinde van een instrument overbrengen naar de handgreep van bijna elk al bestaand MIS-instrument, zo schrijft Hiroshima University.

Minimaal invasieve chirurgie (MIS) wordt vooral gebruikt bij ingrepen waarbij men zo min mogelijk schade wil toebrengen aan zacht weefsels zoals spieren en pezen. Problemen zoals slecht zicht bij MIS-ingrepen worden steeds vaker opgelost met methoden zoals het inzetten van een begeleidende camera of een computernavigatiesysteem waarmee een chirurg oriëntatiepunten kan zien die hij of zij normaliter niet kan zien.

Voor wat betreft het overbrengen van het gevoel van directe aanraking, hebben de wetenschappers van de Universiteit van Hiroshima. De techniek werkt met behulp van een piezo-elektrische component die wordt bevestigd aan de handgreep en voorzichtig trilt met een constante frequentie. Het trillen is niet voelbaar voor de persoon die het instrument gebruikt. Maar zodra het uiteinde van het instrument in aanraking komt met weefsel, wordt dit gevoel overgebracht via de trillingen. Er is geen modificatie nodig van de gebruikte instrumenten, anders dan het aanbrengen van een piezo-elektrische actuator. De techniek werkt volgens de wetenschappers bij vrijwel elk star instrument.

Er werden testen uitgevoerd via vrijwilligers die met een gemodificeerd instrument moesten proberen om een bal van schuimplastic te voelen in een beker vol silliconen, evenals de verschillende oppervlaktestructuren van schuurpapier. Deze proeven waren representatief voor hoe een chirurg in potentie verschillende soorten weefsel voelt, waarbij het zelfs mogelijk kan zijn om het verschil te voelen tussen weefsel dat wel of niet is aangetast door kanker. Dezelfde frequentie is volgens het onderzoek gelijkwaardig effectief bij alle vrijwilligers, zodat het ook niet nodig lijkt te zijn om frequenties aan te passen al naar gelang de chirurg.

Op korte termijn hopen de wetenschappers hun techniek toe te passen bij echte operaties, om te achterhalen of hun verwachtingen ook in de praktijk overeind blijven en of de techniek voldoende voordeel biedt aan chirurg en patiënt.