Bij het vinden van een effectieve behandeling wordt steeds vaker gebruik gemaakt van 3D-modellen. Een voorbeeld daarvan zijn de zogeheten organoïden. Dit zijn mini-orgaantjes die in een laboratorium worden gekweekt. Ze kunnen allerlei organen nabootsen, maar ook tumoren. Onderzoekers van het UMC Utrecht starten drie innovatieve kankeronderzoeken met organoïden. Hun onderzoek wordt mede mogelijk gemaakt door in totaal bijna 1,6 miljoen euro aan subsidies van KWF Kankerbestrijding.
Organoïden leveren een belangrijke bijdrage aan de personalisering van kankerbehandelingen. Deze 3D-miniatuurorgaantjes hebben voor een revolutie gezorgd binnen kankeronderzoek, want voorheen konden onderzoekers alleen werken met 2D-modellen van kankercellen. Tumororganoïden behouden de unieke eigenschappen van de tumor van een patiënt. Ze zijn daarom zeer geschikt als vervanger voor de patiënt om de behandelingen op uit te testen en om nieuwe behandelingen mee te ontwikkelen.
Drie onderzoeken met organoïden
Drie kankeronderzoekers hebben nu een KWF-subsidie ontvangen om hun projecten met organoïden uit te voeren. Jeanine Roodhart wil met de mini-orgaantjes de behandeling van anuskanker verbeteren. Martijn Gloerich gaat onderzoeken welke gedaantewisselingen darmkankercellen ondergaan als ze gaan uitzaaien. En Boudewijn Burgering duikt in een nieuwe techniek om resistentie tegen kankermedicijnen te voorkomen.
Veelvuldig gebruik organoïden
Eerder hebben onderzoekers van onder meer het UMC Utrecht al een methode ontwikkeld om in organoïden de genetische oorzaak van erfelijke vormen van kanker te bestuderen.
De buiten het lichaam gekweekte mini-organen kunnen ook helpen om de effectiviteit van medicatie bij individuele patiënten met taaislijmziekte (CF) te voorspellen. Hiermee komt maatwerk in medicatie dichterbij. Artsen krijgen namelijk de mogelijkheid om een medicijn voor te schrijven dat het beste aanslaat bij de patiënt.
Andere manier van nabootsen
Nabootsen kan ook met de zogenoemde bio-inkten. Daarmee kunnen menselijk weefsel, cellen en hele organen worden gemaakt. De universiteit van Gent heeft daarnaar in het project Xpect-INX een aantal jaar geleden onderzoek naar gedaan.
De onderzoeken die nu bij UMC Utrecht gaan plaatsvinden, zijn gericht op onder meer behandeling per patiënt zo passend mogelijk maken. Medisch oncoloog en associate professor Jeanine Roodhart wil de combinatie-behandeling van anuskanker per patiënt zo passend mogelijk maken. Dat betekent dat de therapie krachtig genoeg is om de ziekte te kunnen overleven, liefst zonder operatie.
Gedaanteverandering
Celbioloog en associate professor Martijn Gloerich wil beter begrijpen hoe darmkankercellen precies uitzaaien. “Met deze nieuwe kennis kunnen in de toekomst darmkankerbehandelingen effectiever worden gemaakt”, vertelt hij.
Martijn wil achterhalen hoe deze gedaanteveranderingen plaatsvinden en welke onderdelen van de kankercellen erbij betrokken zijn. Hiervoor gebruikt hij organoïden die lijken op darmtumoren.
Resistentie
In een tumor zijn de kankercellen niet allemaal hetzelfde. Het zijn vaak verschillende soorten cellen die allemaal andere afwijkingen hebben. Dit is meestal de reden dat een medicijn niet aanslaat of dat de tumor resistent wordt voor het geneesmiddel. Resistentie treedt op wanneer het medicijn eerst wel werkt, maar op een gegeven moment niet meer.
Hoe kankercellen precies resistent worden tegen medicijnen, is op dit moment niet duidelijk. Boudewijn Burgering, hoogleraar signaaltransductie en moleculair kankeronderzoeker, wil dit graag boven tafel krijgen.