Persoonlijke pollenverwachting voor hooikoortspatiënten in zicht

di 10 januari 2017 - 14:28
Nieuws

Het Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA heeft aan het hooikoortsproject ‘Nie(t)s is te gek’ van Generade een RAAK-publiek subsidie van 300.000 euro toegekend. Dit project, waar de polleninformatiedienst van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) bij betrokken is, moet leiden tot een betere diagnostiek en een persoonlijke pollenverwachting voor hooikoortspatiënten.

(Kom op 26 januari naar de ICT&health Experience om kennis te maken met innovaties in de gezondheidszorg.)

Het project ‘Nie(t)s is te gek’ staat onder leiding van Roel Schelland (Generade/Hogeschool Leiden) en Marijke Mostert (Generade) en duurt twee jaar, zo stelt het LUMC. Het project heeft een totaal budget van 6 ton en is een initiatief van Generade, Centre of Expertise in Genomics. Dit expertisecentrum is een samenwerking tussen Biotechnologiebedrijf BaseClear, Hogeschool Leiden, het LUMC, Naturalis Biodiversity Center en Universiteit Leiden.

Bij het LUMC zijn de polleninformatiedienst van de afdeling Longziekten en de afdeling Humane Genetica betrokken. De afdeling Allergologie van het Reinier de Graaf ziekenhuis in Delft werkt ook mee aan het project. Andere partners zijn de Leidse Instrumentmakers School (LiS) en het aan de LiS gerelateerde Centrum voor Innovatief Vakmanschap LiS-TOP en TNO, met name het onderdeel Predictive Health Technologies. Daarnaast nemen deel aan dit project het Longfonds en de HAL Allergy Group.

Actuele informatie onmisbaar

Hooikoorts wordt veroorzaakt door een allergische reactie op stuifmeel (pollen) van bloeiende grassen en bomen. Het vermijden van blootstelling aan pollen en het tijdig inzetten van medicijnen die de symptomen bestrijden zijn de beste manieren om klachten te voorkomen. Hierbij is actuele informatie over de plaatselijke aanwezigheid van pollen onmisbaar.

Generade en de partners in het hooikoortsproject willen samen onderzoeken of innovatieve manieren van pollenmeten, lokaal en persoonlijk, leiden tot betere diagnostiek en informatievoorziening aan hooikoortspatiënten. Doel van dit onderzoek is de klachten van hooikoortspatiënten te verminderen en de patiënten een betere regie te geven over hun klachten. Hieronder de drie fasen:

Nieuwe methode van pollen meten

Het eerste deel van het project richt zich op een nieuwe methode voor het meten van pollen. De huidige methodes zijn gebaseerd op herkenning met behulp van microscopie. Dit is zeer specialistisch en arbeidsintensief werk. Next Generation DNA Sequencing (NGS) maakt het mogelijk om de verschillende soorten pollen snel te kunnen identificeren. Deze techniek wordt verder ontwikkeld om de in Nederland voorkomende soorten pollen zowel kwalitatief als kwantitatief te kunnen analyseren.

Het tweede deel van het project betreft het bestuderen van de mogelijkheid om op meer plaatsen pollen te meten. Hiervoor wordt een prototype draagbare pollenmeter doorontwikkeld en gevalideerd.

Betrokkenheid patiënten

De derde fase is gericht op de meer praktische toepassingsmogelijkheden van de ontwikkelde methode en het betrekken van de eindgebruikers, de hooikoortspatiënten. Zo wordt nagegaan welke variatie er is in de aanwezigheid van pollen op verschillende tijdstippen en locaties. Ook zullen hooikoortspatiënten op de locatie waar hun klachten optreden pollen verzamelen om de relatie tussen deze klachten en de blootstelling te onderzoeken. In co-creatie workshops met patiënten wordt nagegaan hoe de informatie voor de eindgebruiker het beste kan worden vormgegeven en aangeleverd.