Begin april had ik weer het genoegen om me twee dagen met een groep mensen uit de zorg onder te dompelen in innovatie. Het was de zevende editie van InnovatietripNL die ik samen met mijn collega Christian Vader organiseer. Elke keer verzamelen we een gemêleerde groep van 35 zorgprofessionals, zorgbestuurders, zorgverzekeraars, beleidsmakers en ondernemers, die ‘iets’ met zorg en innovatie hebben.
We reizen in een bus door Nederland om bedrijven en organisaties te bezoeken waarvan we in de zorg iets kunnen leren. Een soort live versie van mijn blogs. Afgelopen keer bezochten we onder andere het Groninger Museum, wellicht niet de eerste organisatie die bij je opkomt als je het hebt over innovatie en zorg.
Het Groninger Museum ken ik nog goed uit mijn studententijd. Het was net geopend toen ik in 1995 mijn studie farmacie begon. Een excentriek gebouw dat de afgelopen jaren veel bekende exposities heeft gehad als die van bijvoorbeeld David Bowie, Daan Roosegaarde en The Rolling Stones.
Verbinding musea en zorg
In de voorbereiding van ons bezoek heb ik uitgebreid gesproken met Esther Moesker, de zakelijk directeur, en Sander Daams, het hoofd educatie van het museum. Esther heeft verschillende managementfuncties in de zorg bekleed en zij kan dus mooi de verbinding leggen tussen musea en zorg. Het was voor mij een eye opener om het WHO-rapport te lezen uit 2019 waar op basis van meer dan 3.000 studies het positieve effect van kunst op mentale en fysieke gezondheid werd geconcludeerd.
De positieve effecten liggen enerzijds op het gebied van preventie en anderzijds op het gebied van behandeling en het omgaan met ziekten. Bij preventie kun je bijvoorbeeld denken aan het helpen van kinderen om zich te ontwikkelen en het voorkomen van een slechte gezondheid. Maar kunst kan bijvoorbeeld ook bijdragen door mensen te ondersteunen in de laatste fase van hun leven.
In onder andere Canada, België en sinds kort ook Nederland wordt er om die reden al geëxperimenteerd met museumbezoek op recept. Het Groninger Museum heeft dit verder uitgewerkt in de vorm van verschillende programma’s voor patiënten met bepaalde aandoeningen. Ze zoeken daarbij continu verbinding met zorgaanbieders.
Faciliteren VVT-doelgroep
Zo heeft het museum een programma ontwikkeld voor mensen met dementie en werkt daarbij samen met VVT-organisatie De Hoven. Er wordt specifiek aandacht besteed aan het zo goed mogelijk faciliteren van deze doelgroep, met kleine groepen in een rustige omgeving zonder onnodige prikkels en indrukken. Ze ontvangen deze groepen op maandag, wanneer het museum gesloten is.
Tijdens het programma wordt er intensief gekeken naar en gesproken over de kunstwerken van de Groninger kunstenaarsvereniging De Ploeg. Deze zijn gemaakt in Groningen en haar Ommelanden en zijn vanwege de herkenbaarheid bij uitstek geschikt voor de bezoekers met dementie.
Daarnaast maken patiënten en hun mantelzorgers ook gezamenlijk kunst. De ervaring leert dat het heel fijn is om het geziene op een actieve manier te verwerken. Dit gebeurt in dezelfde vertrouwde groep. Een gespecialiseerde museumdocent neemt dit deel voor haar rekening.
Verlagen op risico burnout
Tijdens ons bezoek met onze InnovatietripNL hield ook Edwina Doting, arts-microbioloog in het UMCG en bovendien lid van het kunstgenootschap van het ziekenhuis, een presentatie over het project waar zij met het Groninger Museum aan werkt. Voor artsen in opleiding tot specialist (AIOSen) heeft zij in samenwerking met het Groninger Museum workshops ontwikkeld om het risico op burnout te verlagen. Burn-out klachten zijn een groot probleem bij AIOS’en: 1 op de 5 heeft er last van. De hypothese is dat de rustgevende omgeving, het ontstressen en het op een andere manier met elkaar in gesprek zijn deze klachten zal verminderen.
Wij hadden het genoegen om delen van deze workshop te volgen. Bijvoorbeeld de opdracht slow looking: in plaats van de gemiddelde 10 seconden van kijken naar een schilderij of object, stonden wij er 15 tot 20 minuten bij stil en werden daarbij begeleid door een docent van het museum. Met vragen als: ‘Wat zou de hoofdfiguur van het schilderij zien, horen of ruiken?’ en ‘Hoe zou zijn dag er uit hebben gezien?’ ontstonden er open en mooie, filosofische gesprekken.
Een ander onderdeel van de workshop bestond uit het beschrijven van een object aan een collega die het zelf niet kon zien en deze vervolgens moest tekenen. Het werd kristalhelder hoe gemakkelijk je zaken vergeet te beschrijven omdat je ze zelf voor je ziet. Een mooie parallel met de zorg was snel gelegd: ”Als ik bij zo’n schilderij al van alles ga invullen wat er helemaal niet staat, wat doe ik dan in mijn spreekkamer…..”. Na een succesvolle pilot van dit project in het UMCG in maart, wordt dit nu verder uitgerold naar andere specialismen.
Wat kan zorg leren?
Het was voor mij echt nieuw om te horen wat musea en kunst voor de zorg kunnen betekenen. Misschien wist u dat al en heeft u al een mooie samenwerking met het museum bij u in de buurt. Dan hoef ik u niets te vertellen. Maar voor degenen die dat nog niet wisten, of die nog geen samenwerking hebben heb ik een uitdaging. Maak eens een afspraak en kijk wat u voor elkaar kunt betekenen. Ik weet zeker dat u net zo verrast en onder de indruk zal zijn als wij tijdens ons bezoek waren!
Ontzettend bedankt voor jullie tijd, inspiratie en enthousiasme Esther Moesker, Sander Daams en Edwina Doting!