Leveranciers van middelen en platforms in de zorg kunnen het nieuwe UZI-stelsel gaan testen in de digitale proeftuin. Gebruikers kunnen zelf ervaren hoe het inloggen via het nieuwe UZI-stelsel werkt. Ook kunnen ze ervaring opdoen met het koppelvlak en de authenticatieverklaring. De proeftuin is ontwikkeld door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in samenwerking met het Centraal Informatiepunt Beroepen Gezondheidszorg (CIBG). Het programma Digitale Toegang van Nictiz heeft als taak het zorgveld te informeren.
Door de vernieuwing van het Unieke Zorgverlener Identificatie (UZI)-stelsel wordt het voor zorgmedewerkers mogelijk om met erkende inlogmiddelen in te loggen en medische gegevens uit te wisselen. De digitale proeftuin wordt de komende periode doorontwikkeld en verandert daarmee voor gebruikers. ‘’Met de proeftuin toetsen wij mét gebruikers hoe het UZI-stelsel het beste werkt voor het zorgveld”, licht Laurens Kielman van het ministerie van VWS toe.
‘Ziekenboeg’ toont test-zorgidentiteiten
Om het inloggen met de huidige versie van de digitale proeftuin en de aansluiting van applicaties en middelen te testen, werkt de digitale proeftuin met een eigen ‘proefversie’ van het UZI-register. Daarbij wordt gebruik gemaakt van ‘test-zorgindentiteiten’. Op basis van de identiteit waarmee wordt ingelogd, wordt de bijbehorende zorgidentiteit uit het UZI-register opgehaald. Wanneer deze test-zorgidentiteit is opgehaald, wordt deze getoond in een fictief zorgplatform, ‘De Ziekenboeg’. De Ziekenboeg is dus een demo-applicatie in de proeftuin.
Digitale proeftuin gefaseerd geopend
In de digitale proeftuin worden twee aansluitroutes onderzocht. De eerste route die wordt beproefd, bestaat uit het aansluiten van platforms op het nieuwe UZI-stelsel. Die platforms zijn informatie- en uitwisselingssystemen. De tweede beproeving bestaat uit de aansluitroute voor middelenleveranciers op het nieuwe UZI-stelsel. Hierbij wordt getest hoe het werkt om een middel toe te voegen aan het keuzemenu van middelen in het nieuwe UZI-stelsel.
Momenteel is de eerste route open om uit te proberen. Binnenkort is het ook mogelijk om de aansluitroute voor inlogmiddelen te testen. Leveranciers van informatie- en uitwisselingssystemen in de zorg die willen deelnemen aan de proeftuin kunnen een aanvraag indienen bij Nictiz.
Juiste medische informatie
De identificatie en de authenticatie van zorgprofessionals is een randvoorwaarde voor veilige gegevensuitwisseling. VWS wil een toekomstgerichte oplossing bieden waarbij zorgverleners zelf kunnen kiezen voor een inlogmiddel dat past bij hun behoefte en zorgproces. Met het inlogmiddel kan de zorgidentiteit uit het register worden opgehaald en worden gebruikt voor digitale toegang.
Zo krijgen zorgverleners toegang tot de juiste (medische) informatie op het juiste moment. De huidige UZI-middelen zijn volgens VWS echter niet volledig geschikt voor de hedendaagse toepassingsmogelijkheden en worden niet altijd als gebruiksvriendelijk ervaren. Daarom wordt er gewerkt aan een goed betrouwbaarheidsniveau voor het uitwisselen van medische gegevens.
Nieuwe erkende inlogmiddelen
Voor het uitwisselen van medische gegevens is het betrouwbaarheidsniveau ‘eIDAS’ verplicht. eIDAS staat voor ‘Electronic Identification And Trust Services’. Met eIDAS hebben de Europese lidstaten afspraken gemaakt om dezelfde begrippen, betrouwbaarheidsniveaus en onderlinge digitale infrastructuur te gebruiken. Op die manier wordt medische informatie van patiënten en cliënten beschermd.
“De huidige UZI-middelen zijn echter niet volledig geschikt voor de hedendaagse toepassingsmogelijkheden en worden niet altijd als gebruiksvriendelijk ervaren. VWS is daarom gestart met een project dat zich richt op het ontwikkelen van een oplossing zodat nieuwe inlogmiddelen de bestaande UZI-middelen op termijn kunnen vervangen’’, legt Laurens Kielman uit.