Digitalisering bij apothekers prominent op agenda

21 september 2022
apotheek
Digitalisering
Nieuws

De apothekersorganisatie KNMP heeft ICT en digitalisering prominent op de bestuurdersagenda gezet. Eerder was ICT een onderdeel van een volle portefeuille, maar sinds vorig jaar ligt de portefeuille volledig bij Jacco Pesser. Jacco Pesser is naast openbaar apotheker in het pittoreske Oudenbosch en KNMP bestuurslid, ook bestuurslid van de Werkgeversvereniging zelfstandige openbare apotheken, bestuursvoorzitter coöperatieve Mosadex Groep en mede-eigenaar van meerdere Service Apotheken én lid van het Informatieberaad Zorg.

Speciale portefeuille ICT

In een interview met Karin Oost op de website van het Informatieberaad Zorg vertelt hij: “Die portefeuillewissel laat zien dat ICT, digitalisering en vooral ook gegevensuitwisseling in de zorg prominent op de bestuurdersagenda staat van de KNMP. Het is essentieel om in de IT goed met elkaar te kunnen babbelen. Apotheken onderling, dat gaat wel. Maar zo gauw je over de muur heen met andere zorgverleners, zoals ziekenhuizen of GGZ digitaal wilt uitwisselen dan hebben we dat nog niet genoeg op orde. Ik wil graag een steentje bijdragen om dit te verbeteren.”

Digitalisering apothekers moet beter

De afgelopen jaren hebben apothekers op tal van fronten al een flinke digitaliseringsslag gemaakt. Het digitaal uitwisselen van recepten is al vele jaren de gewoonste zaak van de wereld en eind 2021 werden door KNMP liefst 180 medicijnvideo’s online gezet. Goede ontwikkelingen zijn ook het gebruik van diverse digitale platformen voor apothekers. De KNMP heeft in 2022 hiernaast een toolkit beschikbaar gesteld voor apothekers om te werken aan de eigen zichtbaarheid. En zo zijn er nog tal van digitale goede initiatieven in de apothekerswereld. Jacco Pesser signaleert echter wel dat de digitale uitwisseling tussen apothekers en andere actoren beter kan en moet.

Verschillende softwaresystemen

Apothekers moeten in de praktijk met veel partijen communiceren. Denk alleen aan andere apothekers, huisartsen, lokale ziekenhuizen, ggz, wijkzorg en (academische) ziekenhuizen. Al die partijen gebruiken regelmatig andere ICT-systemen dan de apotheker. Pesser:  “Nederland kent veel aanbieders van IT-systemen. Die hebben allemaal hun eigen taal in hun eigen communicatievormen. Als je geluk hebt, gebruikt de huisarts met wie je uitwisselt eenzelfde systeem als de apotheker. Als dat niet zo is moet je met standaarden werken, zoals EDIFACT. Dat werkt als fietsen met houten banden: het rijdt wel, maar je moet harder werken.”

Hij zou in de praktijk graag meer vooruitgang zien op het gebied van digitale gegevensuitwisseling tussen apotheken en andere zorgorganisaties. “Wij hebben gekozen de zorg een markt te laten zijn en dus meer aanbieders voor elk denkbaar systeem toe te laten. Soms kijk je wel eens jaloers naar andere modellen, met name de Scandinavische landen waarin bijna maar één taal tussen zorgaanbieders is ingeregeld. De communicatie is daardoor een stuk efficiënter dan in ons land. We zitten nu in het Informatieberaad Zorg wel op het spoor dat we een zekere uniformiteit met elkaar willen.”

Apothekers kiezen Mitz

Overdracht van zorg gaat helaas nog lang niet altijd digitaal. Wanneer mensen naar een zorgcentrum, revalidatiecentrum of ziekenhuis gaan worden er nog regelmatig brieven of e-mails gestuurd of wordt zelfs soms nog de fax van stal gehaald. Dat kost allemaal tijd, roept regelmatig vragen op en het verhoogt ook risico’s. Om die reden heeft volgens Pesser KNMP zich sterk gemaakt voor Mitz. Hij is dan ook blij dat het Informatieberaad Zorg besloten heeft de toestemmingsvoorziening Mitz als bouwsteen op te nemen. “Mitz is mogelijk niet het enige of het beste om toestemming goed te regelen. Het is wel een bouwsteen voor een soort uniforme taal van ‘zo willen wij met die toestemming aan de slag’. Dan is dit een goede stap om tot die goede gegevensuitwisseling te komen. “

Ook vindt hij het onlangs  gestarte versnellingsprogramma VIPP Pharmacie veelbelovend. Het doel van VIPP Farmacie is het vergroten van de medicatieveiligheid voor patiënten en de efficiëntie van dossieroverdracht. Hiervoor moeten zorgverleners medicatiegegevens goed elektronisch kunnen overdragen. Het programma sluit aan bij de Wegiz waarin het digitaal uitwisselen van gegevens in de zorg verplicht wordt gesteld. Zonder het Informatieberaad Zorg was volgens Pesser de VIPP Pharmacie er niet gekomen.

Eén systeem zou ideaal zijn

Zo’n VIPP heeft volgens hem duidelijk impact op apothekers. “Dit is echt een stap. Dit is iets waarvan wij als apothekers samen met andere veldpartijen kunnen zeggen van, kijk we doen nu iets, we hebben iets.”
Maar VIPP Pharmacie is wat hem betreft nog maar één belangrijke stap. Hij droomt van één uniform systeem, want dat zou ideaal zijn voor zorgverleners én patiënten. Hij beseft echter dat digitalisering in de zorgsector langzamer gaat dan in de commerciële sector. Dat komt aan de ene kant dus door een teveel aan verschillende systemen en gebrek aan eenheid van taal, maar patiënten hebben ook aandacht nodig en moeten beschermd worden. “Ziek zijn kun je niet helemaal oplossen door iets achter een schermpje te hangen en strenge wetgeving rond medicatie en privacy belemmert ook de digitale snelheid. “Maar je kan wel een stuk van die zorg vereenvoudigen met ICT, zodat je als apotheker of als arts of als zorgaanbieder meer mensen kan helpen in diezelfde tijd waardoor het de patiënt ook minder tijd kost en hij of zij meer aandacht krijgt”, besluit de bestuurder van KNMP.