Gewoonten staan duurzamere gezondheidszorg in de weg. De hele dag alle MRI-scanners laten draaien, alle operatiekamers 24/7 operationeel houden, vervuilende narcosegassen gebruiken terwijl er prima alternatieven voorhanden zijn: artsen zijn ook maar mensen, en mensen zijn gewoontedieren.
De gezondheidszorg kan en moet een stuk duurzamer. Zowel artsen als patiënten zijn zich vaak niet bewust hoe vervuilend de gezondheidszorg is. Als je alleen al kijkt naar de enorme afvalberg die elke operatie veroorzaakt, dan is het niet gek dat de gezondheidszorg verantwoordelijk is voor 7% van de CO2-uitstoot die door mensen wordt veroorzaakt. Voor een duurzame gezondheidszorg moeten we gewoonten afschaffen en quick wins benutten.
Qucki wins duurzame gezondheidszorg
De quick wins die voor het grijpen liggen, worden onvoldoende benut. Waarom? Een groep masterstudenten van verschillende opleidingen onderzocht in opdracht van Medical Delta en Leiden-Delft-Erasmus Universities vanuit diverse invalshoeken welke barrières er voor ziekenhuizen zijn om te vergroenen. Het verbaasde mij niet dat gebrek aan bewustzijn, patiëntveiligheid en betaalbaarheid als belangrijkste drempels uit deze studies kwamen.
De vrees dat patiëntveiligheid bij vergroening gecompromitteerd wordt, is begrijpelijk maar niet terecht. Ziekenhuiszorg zit vaak op 110% veiligheid en kan makkelijk naar 100%. Inmiddels zijn er hele goede alternatieve methoden voorhanden die geen concessies doen aan de patiëntveiligheid en niet duurder hoeven te zijn. Sterker nog, ze kunnen zelfs energiebesparend en daarmee kostenbesparend werken, als we maar milieuvervuilende gewoonten doorbreken. Zoals medische beeldapparatuur die - ook ongebruikt - de hele dag aanstaat simpelweg uitschakelen als het niet wordt gebruikt.
Protocollen leiden naar ‘gewoonten’
En daar zit een belangrijk pijnpunt. Als gynaecoloog ben ik gewend om volgens protocollen te werken. Dat moet vooral zo blijven, maar het werkt wel bepaalde ‘gewoonten’ in de hand. Sommige sterk vervuilende handelingen of gewoonten zijn echt niet noodzakelijk. In een Medical Delta Café over dit thema kwamen nog een paar concrete voorbeelden van niet-doen aan de orde.
Zo is in het Erasmus MC samen met infectiepreventie gekeken naar het schort- en maskergebruik. Door af te spreken dat je deze alleen gebruikt bij intensief patiëntencontact, en niet bij bijvoorbeeld alleen het stellen van een vraag, bespaar je de helft van het gebruik. Of neem het gebruik van basisinfusen, die uit gewoonte op 3 ml/uur staan. Door ze op 2 ml/uur in te stellen, bespaart het Erasmus MC jaarlijks 1.500 infuuszakken. En in het LUMC is onderzocht dat de herbruikbare operatiejas 80% duurzamer is dan de huidige wegwerpjas. Er zijn inmiddels vele manieren om de gezondheidszorg veilig en betaalbaar te verduurzamen. Een duurzamere gezondheidszorg is dus vooral ‘gewoon doen’, hoor je vaak. Maar nog veel vaker is het vooral een zaak van niet-doen.