Fragmentatie beperkt de potentie van eHealth

8 juni 2016
Nieuws

Bijna de helft van de Amerikanen heeft een chronische ziekte. Eén op de vier (75 miljoen mensen) heeft meerdere chronische condities, zoals astma, hart- en vaatziekten, diabetes. Deze chronische condities zijn de belangrijkste doodsoorzaken en redenen voor handicaps. Hoewel eHealth-toepassingen veelbelovend lijken in het verbeteren van de (zelf)zorg voor medische condities, is er momenteel nog te veel sprake van fragmentatie om de belofte waar te maken. Dat schrijft Jamie Nicholson in een bijdrage op de website Healthcare Informatics.

Er zijn alleen al in de VS zo’n 165.000 applicaties en eHealth-diensten (mobiel, op-afstand etc.) in wat Nicholson omschrijft als een snel uitbreidend universum dat nog in de kinderschoenen staat. Het gaat hierbij om apps en wearables zoals simpele fitness trackers tot complexe digitale platforms die patiënten aan zorgverleners koppelen of per individu voorspellen wat de risico’s op bepaalde ziekten zijn.

Maar hoewel sommige apps en diensten waarmaken wat ze beloven, geldt dit voor de meerderheid niet. Het eHealth-universum is enorm gefragmenteerd en voor die 150 miljoen chronisch zieke Amerikanen ook overweldigend, met een door-de-bomen-het-bos-niet meer-zien-effect. Sommige platforms proberen dat fragmentatieprobleem te verhelpen, door ontwikkelaars de mogelijkheid te geven om apps te bouwen die samenwerking en het delen van data binnen de zorgsector te verbeteren.

Maar ook hier is er sprake van kinderschoenen. Te veel apps bieden niche functies die allemaal een klein deel aanpakken van een chronische conditie en die, net zomin als partijen in de zorg zelf, onderling niet communiceren of samenwerken. Dit zorgt vaak alleen maar voor meer werk als het gaat om de eigen regie over zorg in handen nemen. Van analoge naar digitale fragmentatie levert weinig op.

De fragmentatie zit ook in de zorgsector zelf. Veel partijen – zoals zorgverzekeraars, zorgverleners, technologieconcerns, patiëntenorganisaties – hebben deelexpertise en zien een deel van het totaalplaatje. Ze moeten samen om tafel gaan zitten om de belofte van een transformatie van de gezondheidszorg door digitale technologie in de praktijk te brengen. Nicholson stelt verder nog dat het tijd wordt om bij het ontwikkelen van eHealth-technologie niet te ontwerpen voor het oplossen van problemen, maar voor de mensen die de toepassing moeten gebruiken. Hoe beter het gebruik op de gebruiker is afgestemd, des te groter de kans dat het ook zal worden gebruikt.

Op een niveau hoger zal integratie van afzonderlijke apps in een systeem van meer samenwerking en informatie-uitwisseling de fragmentatie moeten beperken. Daarmee kan toegewerkt worden naar een meer gepersonaliseerde zorg waarbij patiënten ook echt de regie in handen krijgen. Alleen zo kan de pandemie waarnaar chronische ziekten toegroeien, met de in potentie veelbelovende digitale technologie een halt toegeroepen worden.