G-Moji app moet psychische problemen bij jongeren sneller opsporen

wo 1 mei 2019 - 08:34
E-moji-app_edited
Apps
Nieuws

Onderzoeker Levi van Dam van de Universiteit van Amsterdam (UvA) heeft een app ontwikkeld waarmee psychische problemen bij jongeren eerder worden herkend. De nieuwe app genaamd G-Moji komt uit de koker van het innovatieplatform Garage 2020 en maakt gebruik van techniek die is ontwikkeld door het Amerikaanse Massachusetts Institute of Technology (MIT).

De G-Moji app maakt gebruik van zogeheten passieve data zoals bijvoorbeeld de schermtijd, hoe lang iemand belt of hoeveel stappen iemand loopt of hoe laat iemand gaat slapen. De app vraagt gebruikers ook dagelijks hoe zij zich voelen waarop kan worden gereageerd met een emoji. Tijdens een drie maanden durende tests met de app was al veel af te lezen over het gedrag en de gemoedstoestand van gebruikers in een pilotgroep.

“Bij één meisje dat in die periode een zelfmoordpoging deed, zagen we dat er daarvoor iets gebeurde met haar emoticons.” Haar negatieve emoties waren sterk toegenomen. “Dat was voor ons aanleiding om te denken: er gebeurt echt iets in deze data”, zegt onderzoeker Levi van Dam tegen EenVandaag.

G-Moji is een project van Garage2020, team Amsterdam. Garage2020 is een netwerk van innovatiewerkplaatsen in Nederland met als ambitie ‘jeugdhulp overbodig maken’. In Amsterdam zijn de partners: zorgorganisaties Spirit, de Bascule, Altra, BlijfGroep en TriadeVitree en de gemeente Amsterdam. Garage2020 ontwikkelt innovaties vanuit de belevingswereld van kinderen en jongeren met gebruik van big data, biofeedback, virtual reality en robotica. Dit doen we met een interdisciplinair team van zorgprofessionals, data scientists, developers, design thinkers en filosofen.

Vervolgstudie voor verbetering app

Vorig jaar is Garage2020 met dit initiatief gestart. In samenwerking met onderzoekers van MIT Media Lab (prof. dr. Alex Pentland), Harvard (dr. Todd Reid), Universiteit van Amsterdam (UvA) (prof. dr. Geert Jan Stams en dr. Levi van Dam) en VUmc (prof. dr. Arne Popma) werd een pilotstudie gedaan met 32 jongeren, waarvan een deel jeugdhulp ontving. Hieruit kwam naar voren dat we op individueel niveau afwijkingen in emoties vroegtijdig kunnen signaleren.

Dit jaar kreeg G-Moji subsidie van het European Institute of Technology (EIT) om in samenwerking met het Centrum voor Wiskunde en Informatica (CWI) (prof. dr. Rob van der Mei en dr. Maria Mahfoud) en een polytechnische Spaanse universiteit (UPM) (prof. dr. Ana Bernardos), de ontwikkelingen voort te zetten in een grote vervolgstudie. Hiervoor worden nu 500 jongeren gezocht.