Generieke module e-health GGZ moet kluwen digitale toepassingen ontwarren

10 maart 2017
Nieuws
De generieke module eHealth is nu klaar en zit in het traject van autorisatie en aanbieding ervan bij het Zorginstituut Nederland, zo schrijft FMT. Het project was een opdracht van het Netwerk Kwaliteitsontwikkeling GGz en is uitgevoerd door Neijenhuis Projectbegeleiding en Advies en ResCon.

Samen met een expertgroep ontwikkelde de onderhoudgroep van het project de module in zes fases. De onderhoudsgroep bestond uit primaire partners met expertise op het terrein van de beroepsuitoefening en/of ervaringsdeskundigheid in de GGZ. In de expertgroep zaten mensen met expertise op het terrein van e-health en ontwikkeling van generieke standaarden.

De module wordt dit voorjaar gepubliceerd op  www.kwaliteitsontwikkelingggz.nl en maakt deel uit van de stoornisspecifieke zorgstandaarden en generieke modules die momenteel worden ontwikkeld voor de brede GGZ.

10% e-health mogelijkheden gebruikt

Marty Dijkstra is manager Behandelzaken en psychotherapeut bij GGZ Noord-Holland-Noord en projectleider implementatie eHealth. Zij vertelt over de redenen achter de ontwikkeling van de module: “De implementatie van eHealth is complex. De mogelijkheden van e-health voor behandeling van patiënten met psychiatrische problemen zijn er. Naar mijn inschatting wordt er nu zo’n 10 procent gebruik van gemaakt in instellingen. Dat zou meer kunnen.“

Een oorzaak voor het gebrekkige gebruik is volgens Dijkstra onder meer dat de implementatie van eHealth soms moet gebeuren door mensen die er niet voor opgeleid zijn. Dat maakt het moeilijker. Verder zijn zowel zorgverleners als patiënten gewend aan menselijk contact. Er heerst enige angst voor het gebruik van digitale middelen. “Onterecht, maar we lopen er wel tegen aan.”

Jacqueline Neijenhuis, zelfstandig programmamanager in de gezondheidszorg, kijkt als projectleider van het project generieke module eHealth GGZ nog wat breder naar de oorzaken. “De implementatie van e-health in de gezondheidszorg is onderdeel van een verandertraject in de maatschappij rondom digitalisering. Nu praten we bijvoorbeeld via beeldbellen met elkaar. Twintig jaar geleden waren er in instellingen nauwelijks camera’s gemonteerd op pc’s. Ik denk dat onze verwachtingen rondom e-health-implementatie veel te hoog gespannen zijn. Daarnaast heeft implementatie van eHealth alles te maken met kennis, houding en gedrag. Hoe meer we van digitalisering afweten en het privé gebruiken, hoe eerder we het toe gaan passen in de zorgpraktijk.”

Kluwen digitale toepassingen

Volgens Nijenhuis kent de  GGZ-wereld een ‘kluwen’ van methoden waarbij ook digitale toepassingen een rol spelen. Het doel van de generieke module eHealth is om deze kluwen te ontvlechten. “Wat is e-health en wat is het niet? Waar zetten we – bijvoorbeeld in welke fase – preventieve interventies dan wel zorg in met het gebruik van ICT. Welke toepassingen zijn er? Denk aan webportalen waar bijvoorbeeld digitale vragenlijsten en voorbeeldfilmpjes op staan, tot aan het gebruik van bepaald apps en beeldtelefoon.”

De generieke module moet zorgverleners helpen keuzes te maken voor zorgvernieuwing met behulp van e-health-toepassingen. Toepassingen die wellicht effectiever en soms goedkoper zijn. Daarnaast is de module ontwikkeld ter ondersteuning van patiënten en familieleden, ter versterking van hun empowerment en zelfmanagement. Een handvat om er zelf achter te komen wat er met ze aan de hand is en waar en met welke e-health middelen ze eventueel verder kunnen komen, aldus Nijenhuis

Een voorbeeld van de module is de menukaart die is gemaakt om te kunnen zien wat behandelaren in welke fases kunnen gebruiken, ingedeeld in de categorieën:

  1. herstel aan de hand van symptomen,
  2. maatschappelijk herstel en
  3. persoonlijk herstel.

Dijkstra: “Vanuit die verschillende richtingen kunnen behandelaren en patiënten kijken hoe ze met ‘het herstel’ vorm kunnen geven, eventueel ondersteund door diverse e-health-toepassingen.”

Resultaat

De generieke module eHealth GGZ is volgens Neijenhuis een betrouwbaar naslagwerk ter verdere oriëntatie. “Er heerst veel onzekerheid over e-health toepassingen in het werkveld. Zorgverleners willen geen fouten maken. Ze werken met kwetsbare mensen en zijn zorgvuldig.”

Daarom is het volgens Dijkstra belangrijk, dat er ruimte komt in de opleiding van behandelaren in de geestelijke gezondheidszorg voor eHealth. Het is niet meer weg te denken uit de behandeling, maar duidelijker moet worden wat wanneer gebruikt kan worden en welke capaciteiten er voor nodig zijn. “De generieke module eHealth kan hierbij als handvat dienen. Lukt het vervolgens om steeds meer eHealth te implementeren, dan heeft uiteindelijk de patiënt er de voordelen van. Hij zal veel meer de regie in eigen handen houden.”