Innovatieve behandeloptie voor lekkende tricuspidalisklep

12 april 2024
Female doctor cardiologist working in the clinic
Innovatie
Nieuws

Eind maart heeft het St. Antonius Hartcentrum naar eigen zeggen voor het eerst in de Benelux de hartklep tussen de rechterkamer en rechterboezem in het hart (de tricuspidalisklep) van een patiënt vervangen door een kunstklep, zonder dat hier een openhartoperatie voor nodig was. Sinds 2020 was het al mogelijk om een lekkende tricuspidalisklep te repareren. Nu kan de klep bij patiënten bij wie reparatie niet mogelijk is, dus ook via een katheter worden vervangen door een kunstklep.

De tricuspidalisklep is de hartklep tussen de rechterkamer en rechterboezem. Als deze klep lekt, kan dat resulteren in een slechte kwaliteit van leven door symptomen van hartfalen (vocht vasthouden in benen en buik, kortademigheid, vermoeidheid). Dit leidt tot een verhoogd risico op ziekenhuisopnames en overlijden. Lekkage van de tricuspidalisklep wordt in principe alleen symptoombestrijdend behandeld met vochtafdrijvende medicatie, omdat een openhartoperatie om de hartklep te vervangen voor de meeste patiënten (vaak ouderen) veel te ingrijpend is.

EVOQUE-systeem

De speciaal ontwikkelde kunstmatige hartklep die het St. Antonius Hartcentrum bij de ingreep op 28 maart gebruikte (het EVOQUE-systeem), wordt met behulp van een katheter via een ader vanuit de lies naar het hart gebracht. Via zeer nauwkeurige echobeelden zorgt de cardioloog er tijdens de ingreep voor dat de klep precies op de juiste plek in het kloppende hart wordt geplaatst. Daarna neemt de kunstklep het werk van de kapotte hartklep over.

Het EVOQUE-systeem is mede ontwikkeld door Edwards Lifesciences. De tricuspidalisklep is groter dan andere hartkleppen (40-60 mm doorsnee) en daardoor moeilijker via een ader te vervangen. Bovendien zijn de wanden van de kamers aan de rechterkant van het hart, waar deze klep zit, dunner en dus gevoeliger. Dat maakt het vastmaken van een kunstklep lastiger. Het EVOQUE-systeem is een kunstklep die groot genoeg is en die geschikt is om via de lies in te brengen en zorgvuldig aan te laten sluiten op het hart.

Innovatieve ingreep tricuspidalisklep

Cardioloog Martin Swaans van het St. Antonius Hartcentrum voerde de ingreep als eerste in de Benelux uit, samen met zijn collega-cardiologen Leo Timmers en Benno Rensing. Hij zegt hierover: “Met deze nieuwe behandeling kunnen we patiënten helpen voor wie eerder geen behandeling beschikbaar was. Deze patiënten zijn erg vermoeid en houden veel vocht vast, wat weer kan leiden tot lever- of nierproblemen. Met deze innovatieve oplossing gaan we hen veel kwaliteit van leven teruggeven.”

De patiënt die de nieuwe behandeling eind maart onderging, maakt het goed. Hij is blij en dankbaar dat ze hem hebben kunnen helpen en is inmiddels thuis verder aan het herstellen. Omdat de ingreep nog niet vergoed wordt, financiert het St. Antonius Hartcentrum dit voorlopig vanuit het eigen innovatiebudget. De ingreep is daarom voorlopig nog slechts voor enkele patiënten beschikbaar. “Samen met andere ziekenhuizen zijn we in gesprek over hoe we daar verandering in kunnen brengen. Want nu de techniek er is, willen we natuurlijk het liefst zo veel mogelijk patiënten hiermee helpen”, aldus Swaans.

Hartzorg innovatie

Eerder dit jaar werd in het St. Antonius Hartcentrum ook al een innovatieve nieuwe ablatietechniek voor het eerst toegepast om boezemfibrilleren te bestrijden. Met de nieuwe ablatiemethode, die het St. Antonius Hartcentrum ontwikkelde in samenwerking met de firma Medtronic, is een behandeling sneller en wordt die ook veiliger uitgevoerd. De behandeling gebeurt met elektrische schokken (pulse) met een zeer hoge elektrische lading, de zogenaamde Pulsed Field ablatie (PFA). Deze schok wordt heel nauwkeurig op juiste plek van het te behandelen hartweefsel aangebracht om de hartritmestoornis te kunnen behandelen.