VGZ informeert haar klanten actief over online apotheken, waarmee de zorgverzekeraar samenwerkt. In de Tweede Kamer werden over deze promotiecampagne van VGZ eind december 2022 vragen gesteld, die minister Kuipers vervolgens uitgebreid in een brief beantwoordde. Ernst Kuipers stelt als verantwoordelijk minister dat hij geen bezwaren ziet in de aanpak van VGZ én dat de opkomst van online apotheken aansluit bij insteek van het IZA.
Kamerlid Hijink (SP) vraagt zich af of de online apotheken niet vooral de krenten uit de pap gaan pakken. Ze richten zich vaak bijvoorbeeld het liefst op herhaalrecepten en laten complexere acute medicatie aan zich voorbijgaan. Kuipers herkent dat beeld niet en wijst ook op de noodzaak tot digitalisering, zoals ook in het Integraal Zorg Akkoord staat omschreven. Concurrentie tussen gewone en online apotheken is zo gezien gewoon part of the deal. NZA is het met dit standpunt trouwens al jaren eens.
Online apotheken & IZA
In de brief met antwoorden aan de kamer licht hij zijn positie uitgebreid toe: ‘In het Integraal Zorgakkoord (IZA) heb ik met zorgaanbieders en zorgverzekeraars afspraken gemaakt. Het doel is om de zorg voor de toekomst kwalitatief goed, toegankelijk en betaalbaar te houden. Hieronder valt ook het inzetten van digitale zorg. Dit is geen doel op zichzelf maar een middel om de zorg in de toekomst houdbaar te houden.’
‘Transities en transformaties in het zorglandschap, die passende zorg bevorderen en helpen om de schaarse capaciteit in de zorg zo effectief en efficiënt mogelijk in te zetten ten behoeve van de verzekerden, zijn hierbij noodzakelijk. Hieruit volgt dat niet iedere zorgaanbieder hetzelfde aanbod hoeft te hebben. Zorgaanbieders, ook apothekers, kunnen er voor kiezen zich te specialiseren op een bepaalde patiëntengroep, of om vooral online diensten aan te bieden.’
IGJ ziet toe op online apotheken
Om die reden vindt Kuipers de promotiecampagne voor twee online apotheken van VGZ niet problematisch. VGZ werkt weliswaar samen met twee online apotheken die landelijk opereren, maar die zijn volgens hem klein van omvang in vergelijking met andere landelijke apotheekketens. Bij beide apotheken kunnen patiënten zowel terecht voor eenmalige receptuur als herhaalrecepten. De online apotheken moeten sowieso aan dezelfde eisen voldoen als iedere andere apotheek. Hierop wordt toegezien door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ).
Farmaceutische zorg optimaliseren
Tot slot vindt Kuipers dat uiteindelijk de dienstverlening van fysieke apotheken en online apotheken hand in hand moet gaan. ‘Gezien de groeiende zorgvraag en de druk op de arbeidsmarkt verwacht ik dat we in de toekomst alle zorgvormen hard nodig zullen hebben, zowel online zorg als ook de apotheekzorg in wijk of dorp.’
Deze vormen van dienstverlening sluiten elkaar volgens de minister dus niet uit maar vullen elkaar op termijn juist aan. Wel laat Kuipers in zijn brief met antwoorden zien dat hij ook oog heeft voor de belangen van de kleinere apotheker. ‘In het IZA is afgesproken om de eerstelijnszorg te versterken. De apotheek in de wijk heeft daar een belangrijke rol in te spelen, ook bij het ontlasten van de huisarts. Er is zeker plek voor online apotheken, maar de farmaceutische zorg in de wijk moeten we koesteren en verder optimaliseren. Ik ga met partijen in overleg hoe we deze optimalisering kunnen realiseren.’