Softwarerobot spoort bijwerkingen sneller op dan artsen

do 20 februari 2025 - 14:20
Onderzoek
Nieuws

Uit een onderzoek van wetenschappers van de Universiteit van Göteborg blijkt dat een softwarerobot bijwerkingen die op kunnen treden bij de medicamenteuze behandeling van hartritmestoornissen sneller op kan sporen dan artsen. Bovendien draagt de softwarerobot ook bij aan het verminderen van het aantal extra laboratoriumtests en -controles.

De softwarerobot die onderzocht is, maakte gebruik van een eigen, op richtlijnen gebaseerde methode voor het automatiseren en vereenvoudigen van de monitoring en evaluatie van bijwerkingen bij de behandeling met het geneesmiddel amiodaron. Dit medicijn wordt gebruikt voor de behandeling van patiënten met hartritmestoornissen, zoals boezemfibrilleren en tachycardie. Doordat de bijwerkingen van dit medicijn, die de schildklier- en leverfunctie kunnen beïnvloeden, door artsen moeilijk te herkennen zijn, moeten patiënten zich regelmatig melden voor extra bloedtests.

Softwarerobot herkent bijwerkingen

De Zweedse wetenschappers wilden met hun onderzoek een niet op AI gebaseerde softwarerobot ontwikkelen en valideren dat de geldende richtlijnen voor de gezondheidszorg volgt. De robot werd geprogrammeerd om uit een administratieve lijst geschikte patiënten te zoeken, hun testresultaten te vergelijken met een algoritme en een aanbevolen aanpak voor te leggen aan de behandelende cardioloog. Zodra de arts zijn behandelbeslissing genomen had, plande de robot zelf de volgende afspraak voor bloedtesten en voegde die toe aan de administratie.

In het onderzoek werden de mogelijkheden van de robot parallel aan de behandeling van bestaande patiënten. Feitelijk keek de softwarerobot ‘op de achtergrond’ dus mee met artsen, zonder hen, of de patiënten, daarvan op de hoogte te stellen. De twee trajecten – de daadwerkelijke behandeling en testfrequentie die door de artsen voorgesteld en uitgevoerd worden en die van de softwarerobot - werden achteraf met elkaar vergeleken. Zo konden de onderzoekers de eventuele meerwaarde van de softwarerobot, vaststellen.

Duidelijke resultaten

Het vermogen van de robot om routinebeoordelingen uit te voeren werd in 390 situaties vergeleken met de orders van artsen en de resultaten waren duidelijk. Gemiddeld adviseerde de softwarerobot een interval tussen laboratoriumtests van 4,5 maanden, wat volledig in lijn is met de standaardpraktijk. De artsen schreven gemiddeld een interval van 3,1 maanden voor. Op basis van de bloedtests van de patiënten vond de robot 12 bijwerkingen bij de eerste poging. De artsen ontdekten er acht tijdens de eerste test en de rest tijdens latere tests.

De onderzoekers geloven dat het geautomatiseerde proces, geholpen door een softwarerobot en een diagnostisch classificatiealgoritme, een technisch en medisch betrouwbare optie is voor het opvolgen van de behandeling met amiodaron en, bij uitbreiding, ook andere medicamenteuze behandelingen.

“De methode bleek handmatige werkzaamheden te verminderen, de frequentie van laboratoriumtests te verlagen en de detectie van bijwerkingen te verbeteren. Het zou dus waarschijnlijk de kosten van de gezondheidszorg verlagen en tegelijkertijd de waarde voor patiënten verhogen”, aldus Helén Sjöland, adjunct-professor cardiologie aan de Sahlgrenska Academy van de Universiteit van Göteborg en arts in het Sahlgrenska University Hospital. De resultaten van het Zweedse onderzoek zijn gepubliceerd in het Journal of Medical Internet Research.