Optimale zorg dankzij inzet klinisch informaticus

do 24 november 2022 - 07:30
Klinisch-Informaticus
ICT
Nieuws

In veel zorgorganisaties wordt steeds meer gebruik gemaakt van ICT. Vaak door specialisten die ieder hun eigen know-how hebben. Effectiever is het gebruik van een klinisch informaticus. Die kent als geen ander de behoeften in de zorg en welke ICT-oplossingen daartoe het meest te bieden hebben en voorhanden zijn.

Sharon van Horne is zo’n klinisch informaticus. Ze is al ruim zes jaar werkzaam bij zorgorganisatie de Zorgboog en studeerde vorig jaar af aan de opleiding Klinische Informatica aan de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e). Na te zijn begonnen als functioneel beheerder, groeide ze door naar projectleider ICT en na haar genoemde studie is ze nu actief als klinisch informaticus, een schakelfunctie tussen zorg en ICT. Ouderenzorg is haar passie en contact met zorgmedewerkers is wat haar in haar werk het meeste aanspreekt. “Bijdragen aan de kwaliteit van leven van ouderen is waarvoor ik het doe”, aldus Van Horne. Ze is er van overtuigd dat ICT haar daarbij optimaal zal ondersteunen.

Schakel tussen zorg en ICT

Wat Van Horne vanuit die functie doet is advies geven op tactisch en strategisch voorbereidend niveau aan het management. Daartoe volgt ze de landelijke ontwikkelingen van ICT op de voet. Op grond van die informatie stelt ze vast wat er nodig is om deze ontwikkelingen te implementeren binnen haar organisatie.

Bij de Zorgboog is men op dit moment druk doen met de implementatie van een nieuw elektronisch cliëntendossier (ECD). Van Horne ziet daarin mogelijkheden om ICT-processen te verbeteren, registratie eenduidig te maken en te kijken naar een integratie met andere applicaties. Van Horne ziet volop mogelijkheden om de inzet van die applicaties op een efficiëntere manier in te zetten. “De mogelijkheden dienen zich nu aan om het ECD-traject als een kapstok te gebruiken om meerdere processen onder de loep te nemen en te optimaliseren.”

Opleiding tot klinisch informaticus

De opleiding tot klinisch informaticus is een tweejarige zogeheten ontwerpersopleiding en is met name interessant voor degenen die al in de ICT werken en verder willen gaan naar een ietwat abstracter niveau. Jaarlijks volgen zo’n tien tot veertien studenten de oplossing. De keuze om te beperken tot kleine groepen is een bewuste keuze omdat het van belang is dat studenten zodoende makkelijk informatie kunnen uitwisselen en van elkaar kunnen leren.

Volgens Ward Cottaar, wetenschappelijk directeur aan de TU/e is de meerwaarde om de opleiding te volgen is dat je overzicht krijgt van de informatiebehoefte en informatiesystemen in de organisatie en wat de samenhang is met zorg. “Deelnemers vertellen: Ik ken alle losse brokjes, maar nu zie ik het totaaloverzicht en weet ik hoe ik een informatiesysteem kan implementeren. Je wordt met de opleiding van operationeel naar strategisch niveau geleid en je leert vertalen naar de praktijk.”

Cottaar verwacht dat informatie-uitwisseling steeds beter wordt in de toekomst en dat artificiële intelligentie (AI) technieken gaan daarin helpen. Dat medewerkers ondersteund worden bij het invullen van informatie. “In ziekenhuizen zie je dit al gebeuren, bijvoorbeeld bij radiotherapie, maar in de VVT hebben we nog een grote slag te slaan met z’n allen.”

Nieuwe inzichten

Van Horne zag haar opleiding als een kans om op strategisch niveau mee te denken op het gebied van ICT. Het heeft haar vele nieuwe inzichten verschaft en om meer vanuit het proces te denken. Iets wat haar goed van pas komt tijdens haar dagelijkse werkzaamheden. Daartoe heeft ze bovendien geïnventariseerd hoe allerlei processen tot dusver werden uitgevoerd. Bijvoorbeeld ten aanzien van verpleegkundige overdracht, de uitwisseling van informatie en aan welke randvoorwaarden die moeten voldoen.

Als een belangrijke ontwikkeling voor de toekomst ziet ze een standaardisatie van gegevens. Hierdoor zal het makkelijker worden om gegevens uit te wisselen. Ze acht het van belang dat zorgmedewerkers zelf over dergelijke verbeteringen meedenken. Juist zij weten immers als geen ander hoe het beter kan.