RIVM: bijna elke Nederlander toegang tot digitale zorg

16 december 2020
Beeldbellen-thuis-tablet
Onderzoek
Nieuws

Niet alleen het aanbod van e-health toepassingen neemt toe, datzelfde geldt voor het aantal Nederlanders dat deze toepassingen in potentie kan gebruiken. De coronacrisis heeft zoals bekend het gebruik van digitale zorgtoepassingen – van beeldbellen tot zorg/monitoring op afstand – in een hogere versnelling gebracht wegens de noodzaak tot minimaal fysiek contact. Dat blijkt uit een inventarisatie van het RIVM: ‘Stand van zaken e-health in 2020’.

Aangezien bijna 90 procent van de Nederlandse bevolking dagelijks online is, heeft vrijwel iedereen ook de mogelijkheid om gebruik te maken van e-health toepassingen. Op verzoek van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft het RIVM nu feiten en cijfers rondom e-health / digitale zorg anno 2020 in kaart gebracht op basis van beschikbare databronnen. Dit overzicht van e-health in Nederland kan gezien worden als een tussentijdse stand van zaken omdat in dit jaar geen e-healthmonitor uitgevoerd werd.

Herhaalrecepten, telemonitoring scoren hoog

Uit de inventarisatie blijkt onder meer dat Nederland in 2019 gemiddeld hoger dan andere scoort bij het online aanvragen van herhaalrecepten (77%) en telemonitoring (7%). Voor andere e-health toepassingen - zoals videoconsultaties - scoort Nederland met 4 procent benedengemiddeld. Nederlanders zijn dan ook vooral bereid om e-health toepassingen te gebruiken voor het maken van een afspraak met de huisarts of om een herhaalrecept aan te vragen.

Bij 95 procent van de ziekenhuizen en 85 procent van de categorale instellingen die hebben deelgenomen aan subsidieregelingen VIPP 1 en 2 is het voor patiënten mogelijk om de eigen medische gegevens en medicatie-overzichten in te zien en te downloaden via een patiëntportaal en/of PGO. Van patiënten die deelnamen aan onderzoek over digitale inzage gaf 89 procent aan deze inzage belangrijk te vinden.

Kennis, inzicht digitale zorg ontbreekt

Het overzicht laat verder zien dat nog veel kennis en inzicht over digitale zorg ontbreekt. Zo is onduidelijk welke e-health toepassingen het meest succesvol zijn en waarom dat zo is, wat het effect op de langere termijn en op de kwaliteit van de geleverde zorg is, hoe e-health gebruik onder patiënten gestimuleerd kan worden en of e-health kan helpen om de werkdruk in de zorg te verminderen.

Ook hebben nog lang niet alle zorgmedewerkers voldoende digitale vaardigheden. Uit onderzoek onder 14 verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorg (VVT)-organisaties in Utrecht blijkt bijvoorbeeld dat ongeveer 15 procent van de zorgmedewerkers zichzelf als niet (zo) digitaal vaardig ziet.

Nieuwe E-healthmonitor op komst

Om in de komende jaren ook deze aspecten in kaart te brengen, heeft VWS het RIVM de opdracht gegeven een nieuwe E-healthmonitor 2021 – 2023 op te zetten, als opvolger van de in 2013 begonnen e-healthmonitor (jaarlijks uitgevoerd door Nivel en Nictiz). Het RIVM is samen met het Nivel en het National eHealth Living Lab (NeLL) in november begonnen met de voorbereidingen van deze nieuwe E-healthmonitor.

Deze monitor moet de ontwikkelingen op het gebied van digitale zorg in kaart brengen, waaronder de invloed van e-health op de kwaliteit en organisatie van zorg; de eigen regie van de patiënt; de eventuele bijdrage van e-health aan preventie; de impact op de arbeidsmarkt en de rol van omgevingsfactoren. Dit wordt inzichtelijk gemaakt door het verzamelen van (jaarlijkse) cijfers op het gebied van digitale zorg en door lokale succesvolle voorbeelden in beeld te brengen.

Het onderzoek zal worden uitgevoerd via de methode van het “lerend evalueren” waarin de ontwikkeling en het stimuleren van de toepassing van e-health met betrokkenen, zoals zorgverleners, patiënten, burgers, bestuurders en vertegenwoordigers van het beleid, centraal staan. Het RIVM, Nivel, en NeLL, zullen het onderzoek uitvoeren in samenwerking met zorg- en belangenorganisaties. De eerste resultaten worden eind 2021 verwacht.

Bekijk hier de volledige ‘Stand van zaken e-health in 2020’ van het RIVM.