Stijging van het aantal verwijzingen naar ziekenhuizen

1 mei 2020
Ziekenhuis-bed-verpleging
Tweedelijn
Nieuws

In de eerste weken na de uitbraak van het coronavirus en de contactbeperkende maatregelen kwamen de reguliere ziekenhuiszorg en de verwijzingen vanuit huisartsen nagenoeg geheel tot stilstand. Dat leidde onder andere tot het af- en uitstellen van honderdduizenden behandelingen en poliklinische controles.

Alleen in de eerste maand van de coroncrisis waren dat er, volgens berekeningen van het ZorgDomein, al zo'n 450.000. Onlangs meldde de NZa dat sinds 12 maart 360.000 minder verwijzingen zijn afgegeven. Daarnaast zou de behandeling van naar schatting 290.500 reeds doorverwezen patiënten niet doorgegaan zijn. Diverse gezondheidsexperts pleitten de afgelopen weken voor het zo spoedig mogelijk weer opstarten van de reguliere zorg.

Verwijzingen komen weer op niveau

Uit de data van ziekenhuizen en het ZorgDomein-platform blijkt dat het aantal verwijzingen van huisartsen naar ziekenhuizen sinds begin april gestaag toeneemt. Opvallend, maar gezien de COVID-19 pandemie zeker niet onverwacht, is dat het aantal spoedverwijzingen voor longziekten sinds het begin van de coronacrisis juist gestegen is. Door de afname van het aantal coronapatiënten op IC's, hebben ziekenhuizen ook weer meer capaciteit beschikbaar voor niet-coronapatiënten.

Toch wordt nog niet iedereen die momenteel doorverwezen ook meteen behandeld. De Nederlandse Zorgautoriteit werkt momenteel met de koepels van ziekenhuizen aan een inventarisatie van het aantal behandelingen dat in ziekenhuizen plaatsvindt. Gegevens daarover worden in de eerste week van mei verwacht.

Zorgvuldig opstarten en monitoren

Hoe omgegaan wordt met het zogenoemde stuwmeer van honderdduizenden uitgestelde behandelingen is op dit moment nog niet duidelijk. Eerder stelde het ZorgDomein al dat het uitstellen van dergelijke grote aantallen behandelingen onvermijdelijk tot oplopende wachtlijsten zal leiden wanneer de coronacrisis bedwongen is. Zij pleiten dan ook voor centrale coördinatie, uniforme gegevensuitwisseling én voortzetting van de samenwerking tussen ziekenhuizen en zelfstandige klinieken.

De NZa stelt zelf ook voor het opstarten van de reguliere zorg de komende periode zorgvuldig te monitoren. De toezichthouder zet in in op het voorkomen van landelijke verschillen in de toegang tot zorg voor mensen met een vergelijkbare zorgvraag.