Succesvolle resultaten thuismonitoring bij COPD

ma 3 februari 2025 - 14:39
Monitoring
Nieuws

In het Catharina ziekenhuis hoeven patiënten met COPD sinds anderhalf jaar dankzij een thuismonitoringsprogramma minder vaak naar het ziekenhuis voor controle. De gezondheid van de patiënten wordt op afstand in de gaten gehouden. Daardoor blijft er behandelruimte en -tijd over voor nieuwe patiënten en wordt de zorg toegankelijk gehouden. Dankzij het monitoringsprogramma is er goed toezicht op de patiënten en hoeven ze minder vaak af te reizen naar het ziekenhuis.

Uit de cijfers over de afgelopen anderhalf jaar blijkt onder meer dat het aantal consulten per patiënt zoals verwacht is afgenomen. Longarts Arnold Aldenkamp ziet sommige patiënten nu weer voor het eerst nadat ze met het thuismonitoringsprogramma zijn begonnen. En sommigen hebben tussendoor nog met regelmaat contact gehad met de monitoringsverpleegkundigen of met de longverpleegkundigen. “Sommigen hebben een stabiel ziektebeeld en daar heb ik helemaal niets van gehoord, terwijl ik ze anders toch twee of drie keer ter controle had gezien”, legt Aldenkamp uit.

De eerste patiënten met COPD werden halverwege 2022 opgenomen in het thuismonitoringsprogramma, waarbij verpleegkundigen de gezondheid op afstand monitoren. Patiënten vullen regelmatig vragenlijsten in. Bij afwijkende resultaten neemt het ziekenhuis contact op om, indien nodig, een behandeling aan te passen of de oorzaak van de afwijking te onderzoeken.

Veilig gevoel

Volgens Aldenkamp geven de betrokken patiënten aan dat ze tevreden zijn over deze nieuwe aanpak. De patiënten hebben het gevoel dat ze goed in de gaten worden gehouden en dat geeft ze een veiliger gevoel. Ondanks dat ze minder door een arts worden gezien. Verpleegkundig specialist Walter van Litsenburg legt uit dat COPD-patiënten die met thuismonitoren beginnen de eerste twaalf weken elke week een vragenlijst krijgen. Daarna wordt dat minder. “Een kleine groep geeft aan dat ze in die eerste periode meer met hun ziekte bezig zijn. Als die voorbij is, zie je ook dat zij het prettiger gaan vinden”, aldus Van Litsenburg.

Een groot winstpunt voor patiënten van deze thuismonitoring is dat ze laagdrempelig vragen kunnen stellen aan de zorgverleners. Vragen stellen kan via de app. Dezelfde dat worden de patiënten teruggebeld door iemand van het ziekenhuis. Aldenkamp vertelt dat een deel van de zorgverlening sowieso bestaat uit het beantwoorden van vragen. “Dat is echt veranderd. Patiënten willen steeds meer weten, maar vinden nu ook hun weg in de app, via e-consulten of telefonisch via het monitoringscentrum. Daardoor krijg ik veel minder vaak eenvoudige vragen tijdens de polibezoeken. Die gaan inmiddels bijna allemaal via een andere weg.”

Behalve minder bezoeken aan de polikliniek, blijkt uit de cijfers van de thuismonitoring ook dat het aantal opnamedagen onder deze groep patiënten de afgelopen anderhalf jaar naar beneden is gegaan. Ook zijn er minder COPD-patiënten op de spoedeisende hulp terecht zijn gekomen. De patiënten die er wél waren, waren in minder slechte toestand omdat de signalen van achteruitgang eerder werden opgepikt.

Ruimte voor spoed

Met de thuismonitoringsprogramma’s vanuit het project ‘Zorg bij jou’ moet de zorg in de toekomst toegankelijk blijven. Thuis als het kan, in het ziekenhuis als dat nodig is. Aldenkamp: “Deze aanpak zorgt er nu wel voor dat we meer patiënten kunnen zien, met hetzelfde aantal medewerkers. Desondanks blijft de zorgvraag hoog. En we plannen uiteraard ruimte in voor eventuele spoedgevallen. We beloofden bij de start van het project dat er ruimte is voor spoed en die belofte maken we waar.”

In de Santeon ziekenhuizen worden ongeveer 13.000 patiënten met COPD behandeld. Begin 2023 is er daar gestart met de thuismonitoring van COPD-patiënten. Tegelijkertijd is in de ziekenhuizen ook een continue verbetercyclus opgestart volgens de principes van waardegedreven zorg voor COPD-patiënten. Komend jaar richt het betrokken COPD-team zich op het verder opschalen en het optimaliseren van thuismonitoring.