De Universiteit Twente gaat samen met onder meer het Radboudumc onderzoek doen naar monitoring en interventie op afstand bij het ontwennen van verslavende middelen. Een belangrijke stap tijdens het herstel van verslaving, is ontgiften, of ontwennen van middelengebruik. Patiënten doen dat het liefste in hun eigen leefomgeving. Om dat veilig en comfortabel te doen, is intensieve monitoring nodig om snel in te grijpen bij dreigende ontwenningsverschijnselen.
Het project Detox@Home zal dit ondersteunen met een digitaal platform voor zelfrapportage, telemonitoring van ontwenning, communicatie met behandelaars en eHealth interventies. UT-onderzoeker Joanneke van der Nagel (faculteit EEMCS) en Arnt Schellekens (Radboudumc) ontvangen samen met verschillende partners een NWO-subsidie voor onderzoek naar zorg in de eigen leefomgeving. Beiden zullen onderzoeken wat patiënten en behandelaars belangrijk vinden tijdens ontgifting. Daartoe zullen de partners een digitaal platform bouwen en dit in de praktijk gaan testen. De groep waarin vertegenwoordigers van patiënten, behandelaars, onderzoekers, zorgverzekeraar en een technologiebedrijf deelnemen, maakt zo ontgifting in de eigen omgeving efficiënt, veilig en toegankelijk.
Verslavende middelen
De toenemende druk op de zorg is een grote maatschappelijke uitdaging. Het is daarom van belang om ervoor te zorgen dat mensen langer in een goede gezondheid leven en bijvoorbeeld los komen van verslavende middelen die hun gezondheid ondermijnen. Het bevorderen van meer eigen regie met behulp van technologie, kan in belangrijke mate bijdragen aan de gezondheid en zelfredzaamheid van burgers. Dat is ook wat men met de call ‘Zorg in eigen leefomgeving’ voor ogen heeft.
Terugval
Het is met name essentieel om er naar te streven om terugval te voorkomen. Bani da Lima, oprichter van de JellinekMinnesota behandeling in Nederland vertelt: "Het is bekend dat gemiddeld 50 tot 70 procent van de cliënten na behandeling terugvalt in gebruik. Dat percentage zegt vooral iets over het chronische karakter van verslaving en is vergelijkbaar met een chronische aandoening zoals depressie. Maar het geeft ook aan hoe belangrijk het is om ook ná behandeling mensen blijvend te ondersteunen.”