De Twentse zorgaanbieder Livio gaat voortaan digitale zorg en zorgtechnologie als strategische pijler onder het zorgaanbod plaatsen. Het komende jaar wil de zorgaanbieder bij 25 procent van de thuiszorgcliënten een vorm van digitale zorg inzetten; in 2024 moet dat bij de helft het geval zijn. Vooralsnog wordt gekozen voor drie concrete vormen van zorgtechnologie, waaronder een automatische medicijndispenser en beeldzorg op afstand.
Afgelopen april zijn de eerste teams van Livio van start gegaan met het in de praktijk brengen van de digitale strategie, zo valt te lezen op de website van De Technologie & Zorg Academie Twente (TZA). TZA begeleidt bij bewustwording, acceptatie, adoptie en implementatie van zorgtechnologie in de praktijk. De extramurale inzet van zorgtechnologie betreft bij 25 procent al zo’n 600 thuiszorgcliënten, vertelt Dominic Vries, wijkverpleegkundige en ambassadeur zorgtechnologie bij Livio. Vries biedt technologische begeleiding bij het project.
Uitdagingen het hoofd bieden
Livio (Enschede, Haaksbergen) is een zorgaanbieder die zich gespecialiseerd heeft in ouderenzorg, maar daarnaast zorg aanbiedt voor mensen met een psychiatrische problematiek of lichamelijke beperkingen. Volgens Vries wordt de complexiteit in thuiszorg door personeelskrapte en strakkere budgetten steeds groter. Zorgtechnologie kan helpen deze uitdagingen het hoofd te bieden. Om dit in de praktijk te brengen heeft Livio vijf thuiszorgteams getraind in het inzetten van zorgtechnologie. Daarnaast heeft de zorgaanbieder geselecteerd welke cliënt er het beste geholpen is met welke vorm van digitale zorg.
Livio zet vooralsnog drie beproefde soorten zorgtechnologie in: Tessa (een pratende bloempot voor structuur in de dag), Medido (slimme automatische medicijndispenser) en Compaan (beeldzorg op afstand via een tablet). Volgens Vries is er ‘voorzichtige tevredenheid op basis van de eerste resultaten. Vooral de automatische medicijndispenser van Medido wordt als zeer prettig ervaren.
Open voor zorgtechnologie
“De meeste cliënten stonden open voor het inzetten van zorgtechnologie. Niet iedereen is echter meteen handig met het soort apparatuur. Dan proberen we het eerst samen en als het dan werkt, zetten we een technologie ook daadwerkelijk in.” Twee thuiszorgcliënten zijn inmiddels volledig zelfstandig, stelt Vries. De ene cliënt met behulp van beeldzorg op afstand via Compaan, de ander met een combinatie van Compaan en Medido.
Ook onder de thuiszorgcollega’s was niet iedereen meteen enthousiast, vervolgt Vries. Ook onder de ‘oudere generatie’ waren er mensen positief, maar uiteindelijk is het een transitie “waar we met z’n allen door moeten.” Reden ook om bij nieuwe cliënten met het aanbieden van zorgtechnologie te beginnen: zorg heeft bij bestaande cliënten ook een sociale functie. Uiteindelijk gaat iedereen inzien dat het inzetten van zorgtechnologie daadwerkelijk helpt in het makkelijker plannen en bieden van zorg. Dat is in het voordeel van de cliënt én de medewerkers.”