Wetenschappers van de Technische Universiteit Eindhoven, Universiteit Maastricht, en uit Utrecht (van het UMC Utrecht, Hubrecht Instituut en de Universiteit Utrecht) gaan intelligente biomaterialen ontwikkelen. De materialen moeten het zelfherstellende vermogen van het lichaam activeren en sturen. De wetenschappers willen binnen tien jaar materialen ontwikkelen die herstel in het lichaam in gang te zetten en regisseren, en daarna langzaam oplossen, om zo weer uit het lichaam te verdwijnen. Zij verkrijgen hiervoor subsidie van het OCW.
De huidige vergrijzing van de samenleving zorgt ervoor dat het aantal mensen met een chronische ziekte toeneemt. Regeneratieve geneeskunde belooft een ontwikkeling te zijn die chronische patiënten echt kan helpen. Deze nieuwe tak van de geneeskunde draait om het aansporen van het lichaam om zelf herstel in te zetten.Met de Zwaartekrachtsubsidie van het OCW gaat een groep materiaalwetenschappers, celbiologen, weefseltechnologen en artsen in Nederland aan de slag om dit werkelijkheid te maken. De subsidie zorgt ervoor dat langdurig onderzoek op hoog niveau mogelijk is. De wetenschappers doen dit onder de naam Materials-Driven Regeneration.
Zelfherstel aansturen
Het collectief wetenschappers hoopt binnen tien jaar slimme biomaterialen te ontwikkelen die zelfherstel van het lichaam in gang zetten. Om dit te bereiken, moet het nieuwe biomateriaal naadloos aansluiten op de al bestaande cellen én zich kunnen aanpassen bij veranderingen. Hoog op het wensenlijstje van de onderzoekers staat dan ook een imitatie van de biologische extracellulaire matrix (ECM). Deze structuur houdt de cellen bij elkaar en stuurt de ontwikkeling ervan richting functioneel weefsel. Voor verschillende soorten weefsel zijn er verschillende varianten nodig van een synthetische matrix.De wetenschappers willen doorgronden hoe zich in het lichaam nieuw weefsel vormt, in geïmplanteerde mallen die langzaam oplossen. Ze gaan dit onderzoeken bij de groei van nieuwe hartkleppen, nieuwe bloedvaten, nieuwe nieren, nieuw bot, kraakbeen en tussenwervelschijven in het menselijk lichaam.
Complexe organen bouwen
Een deel van het onderzoek richt zich op het herstel van complexe organen. Niet het simpelste proces. De onderzoekers zullen niet alleen functionerend weefsel nodig hebben, maar ook bijvoorbeeld bloedvaten. Het team wilt dan ook ‘bouwblokken’ ontwikkelen. Met deze blokken willen zij het mogelijk maken meer complexe structuren na te maken. De bouwblokken maken het mogelijk onderzoek te doen naar het herstel van het hart na een hartinfarct, en naar het creëren van werkende onderdelen voor de nier voor patiënten met nierfalen.Kans voor chronisch zieken
Het onderzoek biedt een grote kans voor het genezen van chronische ziektes. Dit bespaart niet alleen veel ziektekosten, maar ook een langdurig ziekteproces voor de patiënt. Zo zijn er bijvoorbeeld patiënten met chronische nierschade. Voor hen kan de verdere ontwikkeling van organoïden, één van de onderdelen van het onderzoek, uitkomst bieden. De onderzoekers zullen, door gebruik te maken van biomaterialen, de vorming van functionerend nierweefsel in deze organoïden (gekweekte structuren die op een orgaan lijken of een orgaan nabootsen) verder ontwikkelen. Er ligt eveneens een kans om organoïden verder te ontwikkelen tot organen, waar wetenschappers vervolgens onderzoek op kunnen doen en medicijnen op kunnen testen. Dit bespaart patiënten mogelijk veel langdurig en naar onderzoek.De wetenschappers gaan proberen het genezingsproces te sturen bij patiënten van verschillende leeftijden en met verschillende ziekten, waaronder senioren. Het doel is om te komen tot maatwerk: therapieën die passend zijn bij individuele patiënten en hun specifieke toestand.
Een belangrijk doel van het programma is het opleiden van de volgende generatie wetenschappers in de regeneratieve geneeskunde. Ook belangrijk is de doelstelling om de vindingen uit het programma uiteindelijk via bedrijven naar de markt te brengen, zodat patiënten, de maatschappij en de economie er baat van hebben.
Materials-Driven Regeneration maakt deel uit van het Zwaartekracht programma van het OCW. Hierin werken wetenschappers van verschillende universiteiten samen om excellente wetenschappelijke onderzoeksprogramma’s op te zetten. Dit jaar krijgen zes onderzoeksteams ieder bijna 19 miljoen toegekend. De betrokken universiteiten investeren zelf samen zes miljoen in het programma. Carlijn Bouten van de Technische Universiteit Eindhoven doet de coördinatie van het programma. Bert Meijer van de Technische Universiteit Eindhoven, Hans Clevers van het Hubrecht Instituut, Clemens van Blitterswijk van de Universiteit Maastricht, Marianne Verhaar van UMC Utrecht en Pamela Habibovic van de Universiteit Maastricht maken de groep compleet.
Download hier de: Zwaartekracht | call for proposals PDF, 582 KB