Zwarte doos registreert bekwaamheid chirurg in bedienen operatierobot

18 december 2017
ICTH-HungAndrew-blackbox
Patiënt
Nieuws
De registratiedoos wordt bevestigd aan een operatierobot – in dit geval een Da Vinci-systeem – tijdens een operatie om de prostaat deels of geheel te verwijderen. Dit is de meest toegepaste methode om prostaatkanker te behandelen. De  ‘zwarte doos’ registreert dan gegevens waarmee achteraf het verschil bepaald kan worden tussen nieuwe en ervaren gebruikers van de Da Vinci-robot.

Uiteindelijk moet de studie er ook toe leiden dat de nu nog zeer uiteenlopende methodes om ervaring in robotische chirurgie te bepalen, meer gestandaardiseerd worden. Dat legt Andrew Hung uit, assistent professor klinische urologie aan de Keck School of Medicin. Een bruikbare, gestandaardiseerde en objectieve methode om dergelijke evaluaties uit te voeren is volgens Hung ook een manier om de patiëntveiligheid te vergroten.

Nu is het zo dat chirurgen voornamelijk door een commissie van gelijken beoordeeld worden om te evalueren of zij in staat zijn om operatierobots te gebruiken. Deze evaluaties vinden echter niet structureel plaats en soms zijn er ook verschillen tussen wat commissieleden bekwaamheid achten.

Registratie van beelden, bewegingsdata

De recorder die tijdens de studie is gebruikt, een dVLogger, registreert zowel geanonimiseerde videobeelden als bewegingsdata. Het apparaat is ontwikkeld door Intuitive Surgical en kan bevestigd worden aan de operatierobot – in dit geval de door toezichthouder FDA goedgekeurde Da Vinci robot.

De dVLogger registreert bewegingen van de chirurg, legt vast waar instrumenten heen gaan en hoe ze door de chirurg bewogen worden. De onderzoekers van Keck hebben vier basisstappen van prostaatoperaties geanalyseerd om te bepalen hoe goed de recorder in staat was om bekwaamheid te bepalen. Daarbij werden gegevens van 100 operaties door zowel nieuwe als ervaren chirurgen meegenomen.

Bepalen verschil in ervaring

De onderzoekers wisten op basis van al deze data te bepalen dat het verschil in ervaring mede getoond werd door de snelheid van operatieve handelingen, de afstand die instrumenten en voor de operaties gebruikte camera’s aflegden en de frequentie van camerabewegingen.

Verdere studies moeten volgens Hung uitwijzen hoe de geregistreerde prestatiegegevens vergelijkbaar zijn met klinische uitkomsten van operaties. “Dit biedt ons de mogelijkheid om de bekwaamheid van chirurgen onder de microscoop te leggen en te zien welke rol bekwaamheid speelt in de uitkomst van een operatie.”