De meeste patiënten die aan thuismonitoring doen, ervaren deze zorg op afstand als positief. Het zorgt voor minder fysieke consulten en geeft continu inzicht in de eigen gezondheidssituatie. Dat blijkt uit een studie van Patiëntenfederatie Nederland onder 1.700 mensen die aan thuismonitoring doen, in het kader van het Vliegwiel-programma.
87 procent van de patiënten die aan thuismonitoring doen, zijn daar volgens het onderzoek erg positief over. 8 op de 10 deelnemers aan de studie geeft aan dat thuismonitoring ze een veilig gevoel geeft over het eigen lichaam. Het zelf meten en uploaden van waardes waarbij zorgverleners op afstand meekijken – zoals hartslag, bloedsuiker, zuurstof en bloeddruk - geeft hen een beter inzicht in (de ontwikkeling van) hun aandoening.
De respondenten spreken over ‘meer grip op mijn ziekte’, ‘sneller ingrijpen waardoor opnames in het ziekenhuis zijn voorkomen’ en ‘bij het opspelen van klachten kan ik dit direct checken en heb ik snel uitsluitsel’. Verder geven zij aan dat ze met een veel veiliger gevoel de deur uitgaan, zoals op vakantie. Waar ze voorheen alleen vlak na een controle in het ziekenhuis gerustgesteld waren, geeft thuismonitoring hen continu zekerheid. Dit vermindert stress en draagt bij aan de kwaliteit van leven, aldus enkele conclusies uit de studie.
Minder belastend
Behalve een veiliger gevoel en mee grip op de eigen gezondheid levert thuismonitoring minder fysieke belasting op. 66 procent van de deelnemers aan de studie ervaart thuismonitoring als minder belastend vergeleken met een bezoek aan het ziekenhuis. Ze noemen hierbij dat ‘een jaarlijkse controleafspraak voldoende is zolang de gegevens goed zijn’ en dat ‘drie controleafspraken en zes onderzoeken verminderd zijn naar één controleafspraak’.
“Het beeld dat nog weleens geschetst wordt dat patiënten niet zitten te wachten op vormen van digitale zorg, kan na dit onderzoek voorgoed de prullenbak in”, stelt Arthur Schellekens, directeur-bestuurder Patiëntenfederatie Nederland, in een toelichting op de studieresultaten. “Patiënten ervaren thuismonitoring als minder belastend en zorgverleners houden meer tijd over voor patiënten die zij moeten zien. Dit is dus een win-winsituatie. Gezien de groeiende druk op de zorg is dit een kans die we nog beter moeten benutten.”
Veel te winnen
Er is nog wel veel te winnen, als het gaat om opschaling van thuismonitoring. Zo zou het volgens de studie van de Patiëntenfederatie nog niet mogelijk is om bij alle zorgaanbieders te kiezen voor thuismonitoring. Schellekens begrijpt daar niets van: “Thuismonitoring is een goed voorbeeld van de zorg beter én efficiënter maken. Dit soort veranderingen in de zorg gaan te traag. Zorgaanbieders moeten hierin investeren.”
Een ander verbeterpunt, genoemd door 21 procent van de respondenten, is de instructie over het gebruik van de applicatie zoals het invullen van meetwaarden en informatie over wie ze monitort. De Patiëntenfederatie roept zorgaanbieders op om daar meer aandacht voor te hebben. Schellekens hierover: “Alle patiënten moeten de voordelen van thuismonitoring kunnen ervaren, ook zij die digitaal minder vaardig zijn.”
Bevestiging gewenst
Verder vinden patiënten bevestiging na het doorgeven van waardes fijn. Reden voor de Patiëntenfederatie Nederland om een systeem aan te bevelen waarbij patiënten ten minste één keer per week een bericht ontvangen na het insturen van hun waardes - ook als er geen afwijkende waardes zijn. Dit stelt patiënten gerust dat hun gezondheid goed in de gaten wordt gehouden.
Tot slot is het van belang dat de zorgverlener en patiënt samen beslissen of thuismonitoring een optie is. Patiënten willen niet het gevoel hebben dat hen iets wordt opgelegd door de arts waar ze zelf geen invloed op hebben, concludeert de studie.
Over de Vliegwielcoalitie
Het onderzoek vond plaats op initiatief van het Vliegwiel-programma van Patiëntenfederatie Nederland. De Vliegwielcoalitie is een initiatief van Patiëntenfederatie Nederland met als doel om de digitale transformatie in de zorg aan te jagen zodat steeds meer patiënten er gebruik van kunnen maken. (71 procent van de respondenten is in de afgelopen vier jaar met thuismonitoring gestart. Hart- en vaatziekten, diabetes, hoge bloeddruk en longaandoeningen zijn de meest voorkomende aandoeningen onder de deelnemers van het onderzoek.