Waar is onze solidariteit in ons bedrijf ‘gezondheidszorg’?

15 februari 2024
Waar is onze solidariteit in ons bedrijf ‘gezondheidszorg’?
Bestuur
Premium

Met alles wat er nu speelt, wordt het steeds duidelijker dat we onze gezondheidszorg de afgelopen decennia hebben omgebouwd tot een bedrijf. We hebben allerlei zaken in onze gezondheidszorg ingebouwd: van financiering tot aan organisatorisch. En dat terwijl onze gezondheidszorg in de kern eigenlijk meer een samenlevingsvraagstuk is. Volgens mij gaat het over verdeling, over solidariteit. Er komen ook filosofische vraagstukken bij kijken. Maar eigenlijk zijn we die vragen in de storm van het veranderen van het zorgstelsel in 2006 tot aan de huidige IZA-opgaven al lang vergeten. Ik denk dat de verhouding zoek is.

De samenleving kun je op twintig manieren inrichten en ze zijn allemaal ‘goed’, maar de grote vraag is: past dat bij de cultuur van het betreffende land. Past ons gezondheidssysteem bij de toekomstvisie van onze maatschappij? Nou, kennelijk niet want, niet voor niets zijn we nu allemaal heel druk met het invullen van het Integraal Zorgakkoord. Past het gezondheidssysteem wel bij dat wat Nederland hoog in het vaandel draagt: solidariteit? 

De antwoorden die je op dergelijke vraagstukken krijgt, hangen sterk af van het land waarin je woont en tot ‘welke groep’ je behoort. Als je bijvoorbeeld in Amerika woont, geeft een Republikein een ander antwoord dan een Democraat. Dichter bij huis: als het goed is geeft een VVD’er een ander antwoord op de vraag of ons gezondheidssysteem wel bij solidariteit past dan een CDA-er. Hoewel ook die grenzen de laatste jaren wel wat zijn vervaagd als je het mij vraagt. 

Moeilijk gesprek

De grenzen worden vager omdat we het naar mijn mening niet willen hebben over de vraag ‘hoe doen we het eigenlijk als samenleving?’ Dat vinden we een moeilijk gesprek en toch denk ik dat het noodzakelijk is om juist dat gesprek te voeren. Willen we nu duidelijke, grote lijnen uitzetten en daarvan de consequenties onder ogen zien in plaats van blijven hangen op fragmentarische vraagstukken van bijvoorbeeld gezondheidszorg, woningnood of milieu. Allemaal heel goed hoor, die losse vraagstukken en zeker ook fijn voor allerlei bedrijven en organisaties die hiervan rijker worden, maar de samenhang ontbreekt. 

"Wij moeten ons als bestuurders veel meer inzetten voor het maatschappelijk debat"

Ik denk dat ‘samenhang’ en ‘het grote verhaal’ nu juist nodig zijn om de gezondheidszorg een positieve impuls te kunnen geven. Juist omdat er geen beslissingen worden genomen, krijgen bedrijven die zijn betrokken bij gezondheidszorg vrij spel en laten ze ons met de beste en goed bedoelde adviezen achter waarna we vervolgens menigmaal in tranen zijn omdat we dit eigenlijk niet zo hadden gewild. Maar ja, als je niet over het grotere plaatje wilt praten – namelijk ‘welke gezondheidszorgstructuur past in onze samenleving’ – dan krijg je deze potpourri aan goede initiatieven. 

Halfslachtige oplossingen

Volgens mij komen we tot deze halfslachtige oplossingen omdat we de gezondheidszorg als een ‘bedrijf’ zijn gaan benaderen. Want ook in de gezondheidszorg gelden wetten van aanbestedingen en marktwerkingen. En dat we de gezondheidszorg tegenwoordig benaderen als zijnde een bedrijf is er eigenlijk ingeslopen door een aaneenschakeling van interventies en lapmiddelen. 

Begrijp me niet verkeerd, ik heb niks tegen geld verdienen in de zorg. Ik ben econoom dus ik snap heel goed dat er verlies- en winstrekeningen zijn. Wat ik bedoel is dat we door onze manier van het benaderen van de zorgwereld denken in ‘de grootste gemene deler’. We richten ons het liefst op grote groepen burgers die we willen mobiliseren. Neem bijvoorbeeld het aanbieden van een zorgverzekering waarbij je gratis een horloge krijgt dat je gezondheidsactiviteiten en -metingen bijhoudt. Eigenlijk is dat natuurlijk oneerlijk. 

En bovendien, niet iedereen wil zo’n horloge. Sterker nog, er is een groep mensen die niet eens in de gelegenheid is om er iets mee te kunnen doen. Die groep heeft geen gelegenheid of de tijd om op zaterdagochtend in sportkleding langs de weg te hollen. En als het gaat om bijhouden wat je eet in je smartwatch: sommige mensen kunnen amper gezond voedsel kopen. 

Ondermijning solidariteit

Dus hoe goed ook bedoeld, ongemerkt worden er op die manier gezondheidsverschillen bevestigd en nog groter gemaakt. Je ondermijnt daarmee de solidariteit in de samenleving. Dat kan hoor, maar dan moet dat bewuster worden gekozen. Nu steven we meer af op ‘utilitarisme’. Een filosofisch begrip dat betekent: het grootste welzijn voor de grootste groepen. 

Willen we dat in onze samenleving en in de zorg? Dan vergeten we dus hele groepen mensen. Dan kom je ook op de zogeheten ‘risicoselectie’ uit. Terug naar dat geweldige cadeau dat je bij een zorgverzekering krijgt. Op die smartwatch kun je je digitale gegevens invullen en registreren. Vinden zij achter de schermen bij verzekeraars vast ook fijn, want met data kun je voorspellen hoe groot de kans is dat iemand ziek gaat worden. Met alle gevolgen van dien. 

Achter de oren krabben

Daarom moeten we nú met elkaar in gesprek. Als we ons nu al achter de oren krabben ‘van hoe het nu toch allemaal verder moet met de gezondheidszorg’, dan moeten we toch niet doormodderen en dan over tien jaar de vraag stellen: ‘wat is ons nu toch overkomen?’

Wij moeten ons als bestuurders veel meer inzetten voor het maatschappelijk debat. Want dat is onlosmakelijk verbonden met HOE je de gezondheidszorg gaat inrichten. DAT er iets moet gebeuren zijn we het al lang met elkaar over eens. En dat IETS wordt aan de hand van het IZA ook al overal aan de hand van regioplannen verder ingekleurd. Maar nu nog het overkoepelende plan: HOE gaan wij de gezondheidszorg plotten in een maatschappij waarvan in Nederland solidariteit hoog in het vaandel staat? 

Iedere keer als er een nieuw snufje op de markt komt, gaan we het implementeren in ons bedrijf ‘gezondheidszorg’ omdat we hopen dat we op die manier de zorg toegankelijk en bereikbaar kunnen houden. Maar we hebben het niet over wat die koerswijziging betekent voor onze samenleving, onze solidariteit. Dat is, naast het van het gesprek waar ik het twee alinea’s terug over had, het waarover het gesprek de komende tijd moet gaan.