IKNL werkt aan snellere vernieuwing oncologische richtlijnen

4 augustus 2022
kanker-tumor-onderzoek
Digitalisering
Nieuws

Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) werkt aan een sneller én beter revisieproces voor richtlijnen. Dat gebeurt binnen het ZonMW-project Alertness. Het doel is om nieuwe inzichten over de beste diagnostiek of behandeling, bijvoorbeeld uit wetenschappelijke studies, sneller en efficiënter in richtlijnen te verwerken. IKNL richt zich in eerste instantie op de richtlijnen voor baarmoederslijmvlieskanker..

In Nederland stellen de richtlijncommissies van de wetenschappelijke verenigingen richtlijnen vast. Oncologische richtlijnen worden gemiddeld eens in de vijf tot zeven jaar geactualiseerd, terwijl wereldwijd dagelijks wetenschappelijke publicaties verschijnen op basis van studies die behandeling van aandoeningen moeten verbeteren. Het is in de praktijk een complex traject om met de resultaten ervan richtlijnen te vernieuwen.

Hulp bij revisieproces richtlijnen

Project Alertness is er volgens projectleider Michèle Thissen op gericht om de richtlijncommissie van de wetenschappelijke vereniging, in dit geval de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG), te helpen bij het revisieproces. Zo moet de commissie seintjes – alerts – krijgen als onderdelen van de richtlijn aandacht verdienen.

De Nederlandse Kanker Registratie (NKR) van IKNL is een belangrijke bron van informatie over zowel de mate waarin de richtlijn gevolgd wordt in Nederland (adherentie) als over de uitkomsten van de gekozen behandeling voor verschillende patiëntengroepen. Een tweede bron is de richtlijn voor baarmoederkanker van het National Comprehensive Cancer Network (NCCN) in de VS. Hiermee kan worden vergeleken welke aanbevelingen beide richtlijnen geven voor dezelfde patiëntengroepen

Digitalisering beslisboom baarmoederkanker

De afgelopen anderhalf jaar zijn er binnen het driejarige project al enkele resultaten geboekt, stelt IKNL. Zo is de richtlijn voor baarmoederkanker opgenomen in een digitale beslisboom binnen Oncoguide, het platform voor oncologische richtlijnen. Dit is eerder al voor een aantal andere tumorsoorten gebeurd. Door Oncoguide te koppelen aan andere informatiebronnen, wordt volgens IKNL zichtbaar als er bij bepaalde stappen in de beslisboom iets aan de hand is dat de aandacht van de richtlijncommissie verdient.

De NKR-data kunnen bij elke ‘vertakking’ in de beslisboom zichtbaar maken in welke mate de praktijk de theorie van de richtlijn in volgt. Ook worden (regionale) verschillen duidelijk, zoals voor welke patiënt de richtlijn wel of niet gevolgd wordt, hoe vaak dit gebeurt en wat de alternatieve behandeling is. Volgens Thissen kan het ook interessant zijn om te weten waarom artsen een andere keuze maken. “Beslisbomen maken konden we al en nu hebben we voor baarmoederslijmvlieskanker aangetoond dat we zo’n beslisboom als het ware kunnen overgieten met de NKR-data”, stelt de projectleider.

Vergelijking oncologische richtlijnen

Omdat ook internationale inzichten de Nederlandse richtlijn kunnen verbeteren, werkt IKNL samen met het eerdergenoemde Amerikaanse NCCN. De NCCN-richtlijn is onder meer interessant wegens de andere opbouw en de hogere frequentie – meermaals per jaar – waarmee zij vernieuwd wordt. IKNL heeft de NCCN-richtlijn ook gedigitaliseerd, om zo de NCCN-beslisboom met de Nederlandse variant te kunnen vergelijken.

Project Alertness moet niet alleen de richtlijncommissie wijzen op onderdelen van de richtlijn voor baarmoederslijmvlieskanker die aandacht verdienen. In de tweede helft van de looptijd moet ook duidelijk worden hoe nieuwe inzichten optimaal benut kunnen worden om sneller tot een actuele richtlijn te komen. Zeker in het begin zullen er veel alerts zijn. Op termijn zullen de meeste nieuwe inzichten echter verwerkt zijn en moet de commissie vooral veranderingen bijhouden in een kortcyclisch proces waarin alleen een bepaalde module aangepast wordt.

Dashboard beschikbaar

Op korte termijn komt er een prototype beschikbaar van een dashboard die alle informatie visualiseert en laat zien welke onderdelen van de richtlijn aandacht nodig hebben. Omdat het aantal vergelijkingsmogelijkheden enorm is, moeten de betrokken zorgprofessionals keuzes maken en prioriteiten stellen. Wat vinden zij belangrijk, hoe ver willen ze inzoomen, hoe diep willen ze op elke stap, elke vertakking, ingaan? Hoe vaak willen ze alerts krijgen en op welke manier?

Op basis van deze keuzes wordt het dashboard ingericht en worden afspraken gemaakt over hoe vaak en op welke wijze de richtlijncommissie de alerts ontvangt. “Ik kan me voorstellen dat wij als IKNL in de toekomst niet alleen zorgen voor dit dashboard dat een signaal geeft als er iets nader moet worden bekeken, maar dat wij ook de bijbehorende analyse leveren als onderdeel van onze diensten”, stelt Thissen. En uiteindelijk moet dit mogelijk worden voor alle oncologische richtlijnen.