Eén inlogstelsel voor alle zorgprofessionals in Nederland: dat is de ambitie van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Met het aannemen van de Wet elektronische gegevensuitwisseling in de zorg (Wegiz) door de Eerste Kamer groeit de noodzaak om sneller en efficiënter gegevens uit te wisselen én in te zien. “En de identificatie en authenticatie van zorgprofessionals is een randvoorwaarde voor veilige gegevensuitwisseling”, vertelt VWS-beleidsmedewerker Amber Blikslager. “VWS wil een toekomstgerichte oplossing bieden, waarbij zorgprofessionals zelf kunnen kiezen voor een inlogmiddel dat past bij hun behoefte en zorgproces.”
Eén enkel inlogstelsel biedt grote voordelen boven de huidige situatie. Momenteel gebruiken zorgprofessionals verschillende middelen om toegang tot medische gegevens te verkrijgen. Slechts één ervan - de UZI-pas met kaartlezer die vooral huisartsen en apothekers gebruiken om in te loggen op het Landelijk Schakelpunt ˗ heeft het vereiste ‘eIDAS hoog’ als betrouwbaarheidsniveau. Dit middel is echter niet populair in het zorgveld.
“Het is een technisch ouderwetse oplossing”, vertelt Arthur Eyck, programmamanager digitalisering en informatiebeleid bij InEen. “De aanschaf is prijzig en het verstrekken van de pas via een koerier verstoort het zorgproces regelmatig.”
Ook de ouderenzorg ervaart obstakels, vertelt adviseur digitalisering en innovatie Diana Demmer van Actiz: “In onze sector wordt de UZI-pas niet of nauwelijks gebruikt. Veel intramurale en ambulante hebben een tablet, Chromebook of een mobiele telefoon en daar werkt de pas niet op.”
Samenwerking met CIBG
Het CIBG is verantwoordelijk voor de UZI-middelen - naast de pas heb je het UZI-certificaat en UZI-register – en herkent de bezwaren. De uitvoeringsinstantie is vanaf dag één nauw betrokken bij de ontwikkeling van een alternatief. “We zagen in dat ons middel niet meer past bij de wensen uit het zorgveld”, vertelt Marco van der Steeg, senior adviseur bij het CIBG en product owner van UZI. Door zijn ruime kennis van het product en de techniek erachter is hij een vast teamlid van het VWS-programma ‘Toekomstbestendig maken UZI-middelen’.
De UZI-pas wordt maar matig door zorgprofessionals in Nederland gebruikt, weet Van der Steeg. “Daarom is dit programma belangrijk en trekken we samen op met VWS. Er moet straks iets werkbaars liggen. Ik heb het dan over de technische aspecten, de uitvoering, het beheer, de regelgeving en het effect op de gebruiker. Op alle punten zijn we in voorbereiding op de verandering.”
VWS werkt aan nieuw inlogstelsel
Het ministerie werkt nu aan een oplossingsrichting waarbij een set van erkende inlogmiddelen, zoals DigiD of middelen die de markt levert, beschikbaar komt voor zorgprofessionals. Het is daarbij belangrijk dat de middelen het juiste betrouwbaarheidsniveau hebben en erkend worden onder de Wet digitale overheid (Wdo) die in maart van dit jaar door de Eerste Kamer is aangenomen.
“De Wdo maakt het mogelijk dat private inlogmiddelen naast DigiD kunnen worden gebruikt voor authenticatie van burgers bij de overheid”, licht VWS-beleidsmedewerker Blikslager toe. “Deze private middelen zullen ook voor zorgprofessionals beschikbaar worden gesteld om zich te identificeren en authentiseren binnen het zorgdomein.”
UZI-register verdwijnt niet
De uitfasering van de UZI-pas betekent niet dat het UZI-register verdwijnt, benadrukt Bart Kerver, adviseur bij VWS op het gebied van identificatie en authenticatie. Het UZI-register blijft onder een nieuwe naam bestaan en wordt zorgbreed ingezet.
"Het wordt onderdeel van het nieuwe stelsel en zal als ontkoppelpunt functioneren. Dit ontkoppelpunt zorgt ervoor dat zorgprofessionals kunnen kiezen hoe ze zich identificeren. Het zet ook hun burgerservicenummer (BSN) om in een zorgidentiteit met een uniek nummer. Deze zorgidentiteit geeft aan bij welke zorgaanbieder de zorgprofessional werkt. Ook wordt de BIG-rolcode meegestuurd om mee te bepalen wat de bevoegdheden van een zorgprofessional zijn.”
Lees het hele artikel over het nieuwe inlogstelsel in ICT&health 3, die op 16 juni verschijnt.
In het citaat van het artikel in ICT&health 3 staat foutief vermeld dat het UZI-stelsel onder een nieuwe naam blijft bestaan. Dit moet het UZI-register zijn.