Nieuwe e-learning kan ggz-wachtlijsten verkorten

5 december 2023
jonge vrouw volgt gendersensitieve behandeling via e-learning
GGZ
Nieuws

Onlangs is een nieuwe e-learning geïntroduceerd, die belooft de lange wachtlijsten in de ggz te verkorten. Deze module, ontwikkeld met een specifieke focus op gender, is een initiatief van hoogleraar Klinische Psychologie Marrie Bekker. Het doel van de module is om de gendersensitiviteit in de behandeling van psychische aandoeningen te vergroten, terwijl tegelijkertijd een efficiëntere en toegankelijkere zorgverlening wordt geboden. Met deze innovatieve benadering beoogt de e-learning een belangrijke rol te spelen in het verminderen van de druk op de ggz, met name voor cliënten die kampen met depressie-, angst- en spanningsklachten.

In december 2023 introduceerde hoogleraar Klinische Psychologie Marrie Bekker een innovatieve e-learning module gericht op gender en autonomie in de geestelijke gezondheidszorg (ggz). Deze online module, is bedoeld voor praktijkondersteuners ggz en cliënten met depressie-, angst- en spanningsklachten. In de e-learning wordt het belang van gendersensitiviteit en autonomie in de behandeling benadrukt.

Gendersensitiviteit

Bekker legt op de website van ZonMw uit waarom meer gendersensitiviteit nodig is:  “In de geestelijke gezondheidszorg wordt nog te weinig rekening gehouden met sekse- en genderverschillen. Van angststoornissen is bekend dat ze 2 keer zo vaak voorkomen bij vrouwen dan bij mannen. Je ziet dit verschil al opduiken in het begin van de puberteit.”

“Er zijn nu in Nederland grote zorgen over de mentale gezondheid van jongeren, vanaf het 12e en 13e jaar schieten onder meer angstklachten bij meisjes omhoog. Dat houdt stand door de hele levensloop heen. Dat is ernstig en die cijfers zorgen wel dat er gelukkig meer aandacht voor sekse en gender in de ggz ontstaat.”

Doelgroepen nieuwe e-learning

Bekker merkt op dat angststoornissen vaker voorkomen bij vrouwen en dat mentale gezondheidsproblemen onder jongeren, vooral meisjes, toenemen. In de nieuwe e-learning krijgen gebruikers op een eenvoudige manier uitleg over angst, depressie en overspanning en de relaties daarvan met sekse-en genderverschillen en met autonomie-gehechtheid. Verder omvat het online programma zowel elementen uit de cognitieve gedragstherapie (CGT) als uit autonomie versterkende therapie (AET).

Doelgroepen voor deze nieuwe online module zijn zowel professionals als cliënten, waaronder jongeren, om zo de lange wachtlijsten in de ggz aan te pakken. Bekker's toekomstvisie omvat een afname in depressie- en angstklachten bij meisjes en een verhoogde aandacht voor autonomie in de ggz. Haar werk wordt ondersteund door het ZonMw-Kennisprogramma Gender en Gezondheid.

Verkorten wachtlijsten

Deze toegankelijke nieuwe e-learning  voorziet professionals van essentiële inzichten in aan gender gerelateerde aspecten van psychische aandoeningen, terwijl cliënten, inclusief jongeren en jonge adolescenten, de mogelijkheid krijgen om actief deel te nemen aan hun behandelproces. Deze geïntegreerde benadering draagt bij aan het personaliseren van de behandeling en het effectief verkorten van wachtlijsten in de ggz. Ook andere onderzoekers, onder meer bij Nivel en Trimbos, zijn druk bezig om gericht te zoeken naar oplossingen voor de wachtlijstproblematiek in de ggz.

Meer autonomie

De grootste droom van Bakker is tot slot om de zorgwekkende omhooglopende curve van meiden met psychische klachten af gaat vlakken. “Dat zou het allermooist zijn. Ik zou het fantastisch vinden wanneer de preventie goed heeft postgevat. Dan bedoel ik niet dat meisjes allemaal heel assertief en weerbaar moeten worden, maar dat mensen gewoon mens mogen zijn met hun volledige range aan behoeftes en emoties. En dat ze daar - in interactie met anderen - goed mee uit de voeten kunnen.”

“Meer concreet moet in de ggz meer aandacht voor autonomie komen, voor ondersteuning van het zelfsturend vermogen in verbondenheid met anderen, het gevoel van controle hebben over jezelf met name in wat je met anderen wilt en kunt. Dat is een essentiële factor in de geestelijke gezondheidszorg.”