Samenwerken voor goede Basisgegevensset Zorg

15 juni 2023
Doctor-Digitaal
Digitalisering
Nieuws

Peter de Hollander is sinds 2005 orthopedagoog bij het Haaglanden Medisch Centrum HMC). Zijn nauwe betrokkenheid bij het orthopedische vak, nam vanaf 2011 een bijzondere wending toen HMC van papier naar digitaal ging. Peter hielp vanaf dag één met het digitaliseren van de patiëntendossiers. “Alle nieuwe patiëntendossiers werden meteen digitaal opgeslagen. De relevante papieren dossiers werden gescand.” Peter is altijd betrokken geweest bij de ontwikkeling van het elektronisch patiëntendossier (EPD).

Sinds januari 2019 vervult Peter de functie van CMIO: “Ik ben de schakel tussen IT en de medische specialisten. Als mensen vragen hebben over het EPD, digitale zorg of gegevensuitwisseling dan sta ik voor ze klaar. Ik begeleid projecten, ontwikkel samen met IT de strategie en denk mee over het optimaliseren van het EPD.” Naast zijn rol als CMIO is Peter ook actief in de werkgroep, aangestuurd door de Federatie Medische Specialist (FMS), die de kwaliteitsstandaard Basisgegevensset Zorg (BgZ) ontwikkelt. De Basisgegevensset Zorg (BgZ) is een belangrijk middel om de uitwisseling tussen organisaties en met patiënten verder te brengen.

Grootste winst in samenwerken

Het belang van een CMIO zit volgens Peter in de noodzaak om kennis te bundelen. “Omdat er zo veel technologische ontwikkelingen en bijvoorbeeld ook apps zijn, bestaat er een grote kans op versnippering binnen een organisatie. De grootste winst zit in het samenbrengen en samenwerken zodat er een makkelijke manier wordt gevonden om gegevens te delen. Als CMIO vind ik dat het móet werken. Voor alle betrokken zorgverleners maar ook vooral voor de patiënt.

Het is best complex want we willen geen brij aan informatie. Voor mij staat bovenaan dat de gegevensuitwisseling bijdraagt in het zorgproces, zowel in het verminderen van de registratielast als in het verbeteren van het totaalbeeld van de patiënt.”

Gedeelde verantwoordelijkheid

In de huidige fase bij HMC gaat het systeem van eigen bouw naar standaard content; alle dossiers worden opnieuw geschreven. “De boom waarin je het hangt is standaard en makkelijk om uit te wisselen. Er zit een koppelplatform aan vast en als er een nieuwe technologische ontwikkeling bijkomt dan moet dat te koppelen zijn. Bijvoorbeeld een e-coach.”

Collega’s beginnen dit principe van koppelen steeds beter te begrijpen, vertelt Peter. “Iedereen wil de beste zorg verlenen en als ziekenhuismedewerker ga je ervan uit dat het systeem je daarin helpt. Niet iedereen beseft echter dat we elkaar nodig hebben om het te verbeteren en te ontwikkelen. En dat olifantenpaadjes funest zijn. Er is dus nog wel wat werk aan de winkel als je het hebt over het eigenaarschap.”

Beroepsverenigingen aan zet

Als orthopedisch chirurg vindt Peter de snelle uitwisseling van de patiëntgegevens uit de BgZ heel belangrijk. “Deze basisinformatie helpt om snel een overzicht te krijgen van een patiënt. Het zijn gestandaardiseerde velden die een mooie samenvatting geven.”

Naast het eigenaarschap is een belangrijke voorwaarde voor het succes, vertelt Peter, het standaardisatie- en koppelproces. “Omdat je dan makkelijker kan uitwisselen. De BgZ heeft een standaard met de generieke informatie van een patiënt. Helaas zijn er over de specifieke aandoeningen per vakgebied nog vrijwel geen gestandaardiseerde afspraken gemaakt. Naar mijn idee zijn de beroepsverenigingen aan zet, om daarover afspraken te maken. Ze voelen de urgentie voor actie nog niet. Ideaal zou zijn; VWS de landelijke kaders en de beroepsverenigingen de specialistische invulling.”

Afhankelijkheden Basisgegevensset Zorg

“Binnen een instelling werkt de BgZ prima. Als mijn collega van KNO iets over roken invult dan zie ik dat ook. Maar vanuit een huisarts komt alles nog als platte tekst binnen, dat is echt knippen en plakken. Dit is momenteel nog een probleem. Huisartsen zijn afhankelijk wanneer hun ICT-aanbieder ook deze gestandaardiseerde gegevens heeft ontwikkeld. Pas wanneer we landelijk afspraken maken over welke gegevens we op welke manier over kunnen nemen, gaat dit helpen in overzicht over de patiënt en het verminderen van de registratielast.”

Een andere uitdaging is de toestemming, weet Peter. “Er zijn een paar stappen te nemen voor we de BgZ kunnen downloaden op een persoonlijke gezondheidsomgeving (PGO). Als een patiënt vanuit een andere instelling komt, dan kan ik de BgZ niet direct inzien. Tenzij de BgZ op het koppelplatform is klaargezet met de toestemming van de patiënt. Die patiënt moet aan twee ziekenhuizen toestemming geven, de verzender én ontvanger. Als je in bijvoorbeeld tien ziekenhuizen bekend bent, dan sta je in tien BgZ. Welke is dan compleet en actueel? We hebben een landelijke BgZ nodig en daarom houd ik mij bezig met de kwaliteitsstandaard BgZ. Je wilt eenduidige informatie en niet tien verschillende mogelijk juiste BgZ.”

Kwaliteitsstandaard Basisgegevensset Zorg

Peter werd door de Federatie Medische Specialisten (FMS) gevraagd bij te dragen aan de ontwikkeling van de kwaliteitsstandaard BgZ. Hij werkte daarin samen met de Patiëntenfederatie, Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ), Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU), kennisinstituut Nictiz, Ministerie van VWS, Zorgverzekeraars Nederland (ZN) en Zorginstituut Nederland (ZiN). Zelfstandige Klinieken Nederland (ZKN) en Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN) hebben meegelezen in de commentaarronde.

Inmiddels is de standaard in concept gereed en is het afwachten op de feedback uit de consultatie. “De uitwisseling zit op een laag niveau. We hebben straks verschillende BgZ van één patiënt. En dat is alleen nog maar tussen medisch specialistische instellingen. De uitwisseling van de BgZ met de huisartsen komt pas later wanneer hun ICT-systeem daarop is aangepast. Omdat we geen landelijk EPD hebben proberen we nu alle systemen aan elkaar te knopen.”

Hoe leg je deze situatie aan patiënten uit? “Mensen zijn verbaasd dat hun gegevens niet meereizen. Ze gaan ervan uit dat alles er is, dat de uitslagen van onderzoeken die door de huisarts zijn aangevraagd er bijvoorbeeld zijn, maar de huisarts moet er zelf aan denken om deze uitslagen mee te sturen met de verwijzing naar het ziekenhuis. Idealiter zetten we gegevens actief op het koppelplatform na toestemming. Nu wordt het pas gedaan als er om wordt gevraagd. Zo zie je, we hebben onszelf in een brij van toestemmingen en koppelplatformen gemanoeuvreerd waardoor het heel complex is geworden.”

Impact maken

Ondanks de uitdagingen blijft Peter hoopvol. “Ja, je maakt kleine stapjes en dat is wel eens lastig. Maar ik sta er niet alleen in. Er is een landelijk CMIO-netwerk dat een paar keer per jaar samenkomt om ervaringen en tips uit te wisselen. Het is fijn om te kunnen schakelen met een collega die de inhoud kent.” Van alle CMIO-activiteiten is Peter het meest trots op het neerzetten van een nieuw EPD voor het ziekenhuis. “Omdat het systeem iedereen raakt. En met een goed basisplatform kunnen we ook betere gegevensuitwisseling in de toekomst realiseren.”