Zorgprestatiemodel biedt ggz kansen om zorg te verbeteren

15 februari 2023
Beeldbellen-videobellen-vrouw-thuis
GGZ
Nieuws

Het doel van het in 2022 ingevoerde Zorgprestatiemodel (ZPM) was om de bekostiging van ggz- en forensische zorg eenvoudiger te maken – óók de digitale variant. In de praktijk bleek de inzet van digitale zorg juist fors te dalen. E-health-ontwikkelaar Minddistrict ontdekte dat de oorzaak een combinatie was van onduidelijke bewoordingen en tijdsgebrek bij ggz-organisaties. Inmiddels heeft Minddistrict een online tool ontwikkeld die de kansen van het ZPM toont om digitale zorg ten gunste van zorgaanbieders, zorgprofessionals én cliënten in te zetten.

Het Zorgprestatiemodel (ZPM) is sinds 2022 de basis voor bekostiging van geestelijke gezondheidszorg (ggz) en forensische zorg. Per 1 januari 2022 zijn de prestaties voor basis-ggz, diagnose-behandelcombinaties en diagnose-behandel-beveiliging-combinaties (DB(B)C’s) en zorgzwaartepakketten (ZZP’s) vervangen door zorgprestaties.

Het ZPM moet eenvoudige regels en duidelijke nota’s bieden, met eerlijke vergoedingen voor gepaste zorg en met zo min mogelijk administratie. Zorgaanbieders moeten sindsdien op een andere manier declareren en zorgverzekeraars moeten met de nieuwe ZPM-prestaties werken bij het inkopen van zorg en het uitbetalen van zorgnota’s.

“Wat we zagen, was dat sinds de invoering van het ZPM het gebruik van Minddistrict opeens daalde en dat potentieel nieuwe gebruikers hun plannen ‘on hold’ zetten”, vertelt Jolien Thunnissen, business developer bij Minddistrict. “Een veelgehoorde reden was: ‘we hebben er geen geld meer voor’. Maar het leek ons vreemd dat een nieuwe betaalstructuur ervoor zou zorgen dat ggz-aanbieders hun zorgaanbod niet meer konden vernieuwen met online diensten.”

ZPM beperkt digitale zorg niet

Minddistrict-CEO Jeanette Ploeger gelooft niet dat ZPM digitale zorg beperkt, maar rekent de voorzichtige houding toe aan onzekerheid. “Een nieuw vergoedingenstelsel heeft veel impact op kernprocessen, zoals factureren. Organisaties namen daarom het zekere voor het onzekere: als je je cliënten zoveel mogelijk face to face ziet, krijg je daarvoor in ieder geval een vergoeding. Maar dat is een directe stimulans voor ‘doen wat je altijd deed’ en beperkt de plannen om anders, meer online te werken.”

Natuurlijk wil Minddistrict niet dat ggz-processen zo worden ingericht dat ze het meest gunstig zijn voor de declaraties, benadrukt Ploeger. Het moet gaan om de voor de cliënt meest gunstige zorg. “En met digitale zorg is het – weten we uit ruim een decennium ervaring – altijd mogelijk om de ggz te verbeteren. En het ZPM biedt hier dus wel degelijk mogelijkheden voor. Daarom hebben we bekeken hoe ggz-aanbieders op basis van de betaalstructuur van het ZPM hun zorg het beste op een blended manier kunnen inrichten.”

Online tool

Minddistrict heeft naar aanleiding van de beroering die het ZPM heeft veroorzaakt, een online tool ontwikkeld. Zorgaanbieders kunnen met deze tool bepalen hoe hun bestaande processen beter in te richten zijn.

“We merkten dat organisaties hun oude manier van werken behielden en hun financiële structuren daarop aanpasten”, vertelt Thunnissen. ”Wij hebben juist gekeken naar hoe het nieuwe betaalsysteem werkt en hoe je op basis hiervan je zorgprocessen kunt aanpakken. Het uitgangspunt blijft: wat is het beste voor de cliënt? De tool is overigens breder inzetbaar. Ook voor zorgaanbieders die niet met het ZPM werken, is het goed om naar het zorgaanbod te blijven kijken. Je kunt dan met de tool de effecten op werkdruk en wachtlijsten meten.”

Lees het uitgebreide interview met Jolien Thunnissen en Jeanette Ploeger met meer achtergrond en tips hierover in ICT&health 1, die op 17 februari verschijnt.

Door innovation partner