Dankzij de inzet van technologie verzetten we met dezelfde mensen meer werk. Dit principe geldt ook in de zorg. Zorgorganisatie InteraktContour maakt in haar aanbod voor mensen met niet-aangeboren hersenletsel steeds meer gebruik van technologie. Dit jaar werd hier voor het eerst organisatiebreed op ingezet met een speciaal technologieprogramma. Technologie in de zorg is namelijk geen keuze, maar noodzaak.
“Technologie zetten we in om nu en in de toekomst goede zorg te bieden en om het leven van cliënten aantrekkelijker, zelfstandiger en veiliger te maken”, vertelt Annegreet Blokland, programmamanager technologie bij InteraktContour. “Het zorgt voor een andere manier van werken waarbij technologie medewerkers ontlast en hen helpt om de zorg te geven die nodig is.” InteraktContour wil zo de beste zorg bieden aan mensen met niet-aangeboren hersenletsel. Een ambitieuze doelstelling, maar haalbaar.
Daarnaast is technologie ter ondersteuning ook keihard nodig. Terwijl cliënten dankzij technologie zelf douchen, lampen aandoen, gordijnen dichtdoen en stofzuigen, houden zorgmedewerkers tijd over om andere cliënten te helpen. De technologie zorgt dus voor arbeidsbesparing én maakt het werken in de zorg leuker en prettiger. Gezien de huidige krapte op de arbeidsmarkt is dat een groot voordeel.
Doelen programma technologie
In het programma technologie binnen InteraktContour staat de inzet van allerlei soorten technologie in de zorg centraal, met als drie doelen: arbeidsbesparing, cliëntveiligheid en zelfredzaamheid. Het programmateam bestaat uit projectleiders en medewerkers van verschillende disciplines. Cliënten en medewerkers worden altijd betrokken bij de projecten, vaak al in de testfase. Blokland: “Het idee is dat onze medewerkers zich bij elke zorghandeling gaan afvragen: ‘Wat kan technologie hier doen?’ ‘Hoe zou technologie mij en de cliënt kunnen helpen?’ Mogelijk kan technologie de handeling uit handen nemen, versnellen of erbij ondersteunen. Dit maakt het steeds vanzelfsprekender om technologie in te zetten. Want technologie maakt het leven van cliënten aangenamer, de zorg veiliger en het werk leuker.”
De strategie van het programma is er dus op gericht bewustwording en inzet van technologie volledig te integreren in de organisatie. Geen losse pilots en initiatieven, maar blijvende impact op de hele organisatie. Het programmateam helpt hierbij.
Inmiddels lopen er zo’n 15 projecten. In 2022 worden dat iets minder, maar wel grote(re) projecten. Twee van de huidige projectleiders e-health zijn Nina Huijboom, projectleider zorgtechnologie op de nieuwe woonlocatie De Klokkenbelt en Gerlinde Venema, projectleider van technologie op de dagbestedingslocaties.
Technologie op maat
Op de nieuwe woonlocatie De Klokkenbelt in Almelo wonen 67 mensen met niet-aangeboren hersenletsel. De woonlocatie is voorzien van 199 technologische producten: van Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen (ADL)-producten zoals speciale toiletten en tandpastadispensers tot domoticaproducten zoals gordijnen en verlichting op afstandsbediening.
Projectleider Huijboom vertelt: “De technologie is op maat. Voor alle bewoners is bekeken welke hulpmiddelen aansluiten bij hun wensen en behoeften en hoe de technologie de medewerkers ondersteunt.” Aan de hand van metingen wordt regelmatig vastgesteld of bewoners de technologie daadwerkelijk (kunnen) gebruiken.
Het resultaat
De technologie maakt de bewoners van De Klokkenbelt een stuk zelfstandiger. Zo hoeven zij de medewerkers niet meer te vragen om de gordijnen dicht te doen en kunnen ze zelfstandig naar het toilet. Ook mogen ze zelf weten hoe laat, hoe vaak en hoe lang ze gaan douchen. Nina: “Je ziet dat dat stukje eigen regie belangrijk is voor mensen.”
De technologie zorgt voor meer zelfredzaamheid, meer rust en tijdswinst op de werkvloer: uit onderzoek blijkt dat de geplande zorg bij een gemiddelde bewoner tot wel 26 uur per maand is afgenomen.
Huijboom: “En bij een onderzoeksgroep van 13 cliënten waarbij domotica is ingezet, zien we bovendien 700 oproepen minder in een maand vergeleken met het jaar ervoor. Medewerkers zijn dus minder bezig met oproepen en kunnen zich meer richten op hun expertise: de cliëntenzorg voor mensen met niet-aangeboren hersenletsel.”
Technologie op dagbesteding
Op de dagbestedingslocaties ervaren medewerkers hoge werkdruk en veel onderbrekingen tijdens hun werk. In 2020 zijn daarom bij twee locaties zo’n acht technologieproducten getest, waarvan de vier die de meeste tijdswinst opleverden nu worden uitgerold over 26 andere dagbestedingslocaties. Het gaat om een robotstofzuiger, toilethulp - in de vorm van een spoel/föhntoilet en zelfreinigende toiletbril - de Obi-eetrobot en de Time Timer.
Ook bij dit initiatief zijn het enthousiasme en de resultaten groot. De inzet van de eetrobot levert 45 minuten tijd per eetmoment op. Het spoel/föhntoilet en de zelfreinigende toiletbril maakt cliënten zelfredzamer, met een flinke afname in ervaren werkdruk en onderbrekingen tot gevolg. En de robotstofzuiger bespaart medewerkers wel 25 minuten per week, vertelt projectleider Venema.
“Die robotstofzuiger is handig in een knutselruimte. Op de dagbestedingslocaties zetten we hem volop in, zodat de medewerker minder kwijt is aan schoonmaken en meer tijd heeft voor direct cliëntcontact. Het gaat ook niet meer om de vraag óf technologie ingezet moet worden. De meerwaarde ervan is duidelijk en de inzet ervan gemakkelijk. Wij vragen ons eerder af wáár we technologie allemaal in kunnen zetten.”
Inspiratie en samenwerking
Ideeën komen overal vandaan. De leden van het programmateam zitten in een WhatsApp-groep van zo’n 100 zorgvernieuwers. Hier hebben ze contact met mensen van andere organisaties en bedrijven die met soortgelijke dingen bezig zijn. Ook wordt samengewerkt met opleidingsinstituten als Windesheim en de HAN. Studenten van de HAN ontwikkelen momenteel als opdracht voor hun minor een nieuw ADL-hulpmiddel.
Verder haalt het team veel input op bij cliënten en medewerkers. Huijboom: “Tijdens de eerste coronagolf ontstond de behoefte aan digitale dagbesteding. Medewerkers van verschillende locaties vonden dat interessant en werkten het uit. Zij maakten bijvoorbeeld een weekprogramma dat vervolgens gedeeld werd. Zo kreeg digitale dagbesteding vorm.”
Vragen cliënten, medewerkers
Natuurlijk zijn er vragen van cliënten en medewerkers. Soms maken ze zich ook zorgen. ‘Gaat technologie persoonlijke zorg en aandacht op den duur vervangen?’ ‘Word ik straks verzorgd door robots?’
Venema heeft daar een duidelijk antwoord op: “Persoonlijke zorg en aandacht blijft altijd. Technologie is ondersteunend en aanvullend. Ook biedt het nieuwe mogelijkheden, zoals beeldbellen met een zorgmedewerker of arts. Of het op afstand monitoren van gezondheid, zodat je niet altijd de deur uit hoeft. De kracht van technologie is juist dat het tijd bespaart die collega’s kunnen gebruiken om de zorg uit te breiden en te verbeteren.”
Technologie vanzelfsprekend maken
InteraktContour wil technologie in combinatie met de zorgmedewerker inzetten als vanzelfsprekend onderdeel van zorgverlening en onderliggende processen. Maar volgens programmamanager Blokland is er nog te weinig technologie specifiek voor de zorg beschikbaar. “We gebruiken nu vaak consumentenproducten. Dat maakt de technologie wel gemakkelijk in te zetten. Er is vaak geen uitgebreide technologische kennis nodig. maar een nadeel is dat sommige apparaten niet over alle functionaliteiten beschikken waar cliënten behoefte aan hebben.”
Voor meer inzet van technologie in de zorg zijn er meer technologische hulpmiddelen specifiek voor die sector nodig, benadrukt Blokland. “Bijvoorbeeld voor de fysieke verzorging van cliënten. Hier ligt ook zeker een rol voor bedrijven die zich bezighouden met het ontwikkelen van zorgtechnologie. Daarnaast kan de financiering van technologie in de zorg beter geregeld worden. Er is dus werk aan de winkel: aan de ontwikkelkant, maar ook in het vanzelfsprekend gebruik van technologie in de zorg en het organiseren van de juiste randvoorwaarden.”
Er liggen ook nog enorme kansen op het gebied van data-analyse, vult Huijboom aan. “Hier wordt in de zorg nog niet zoveel mee gedaan. Maar we hebben wel veel - geanonimiseerde - data waar we wat mee kunnen. Denk aan inzet van AI-toepassingen of voorspellende modellen om inzichtelijk te maken wanneer het druk is zodat je je capaciteitsinzet daarop af kunt stemmen. De hulpmiddelen zorgen al voor verlichting, maar de inzet van dit soort technologie maakt je zorg echt efficiënter. Dan maak je pas echt het verschil.”