Vanuit de wens om de inwoners van de Achterhoek meer regie te geven over hun gezondheid, zijn we in 2017 begonnen met de zoektocht naar een zo compleet mogelijke persoonlijke gezondheidsomgeving (PGO) voor onze regio. In dat proces kwamen we constant obstakels tegen, die uiteindelijk onoverkoombaar bleken.
Om onze inzet op digitalisatie niet voor niks te laten zijn, hebben we de lessen en leerpunten vastgelegd in een evaluatie, met de passende naam ‘De ongemakkelijke waarheid van vijf jaar zorgdigitalisering’.
Écht luisteren en leren van de regio
Op landelijk niveau wordt onvoldoende geluisterd naar de regio. Dat betekent niet dat centrale regie overbodig is, maar het zou wel gebaseerd moeten zijn op wat er gebeurt in de praktijk. En hoewel er wel wordt geluisterd naar de regio, wordt hier vervolgens niets mee gedaan door de landelijke partijen. De regio wordt onvoldoende serieus genomen wat betreft de manier waarop we werken aan de digitalisering van de zorg.
Ik vermoed dat de reden hiervoor is, dat de uitdagingen in de dagelijkse praktijk niet passen in het plaatje dat wenselijk wordt geacht door het nationale bestuur. Het gevolg is dat de vertalingen die wél plaatsvinden op landelijk niveau weinig tot niet aansluiten op de ervaringen in de regio.
Verleg focus van techniek naar praktijk
Digitalisering is te technisch geworden, waarbij we vrijwel niets meer leren van de praktijk. Natuurlijk hebben we techniek nodig om de digitalisering van de zorg te bewerkstelligen, maar als we alleen over techniek en regelgeving praten, leren we niks uit de praktijk. Om techniek en praktijk op genuanceerde wijze te verbinden, moeten we het vertrouwen van zorgvragers en zorgverleners in de technologie versterken.
De enige manier om dat te doen, is door ze bloot te stellen en kennis te laten maken met systemen die nog in ontwikkeling zijn. Hoe langer we technologieën uit handen van de uiteindelijke gebruikers houden, hoe groter het gat tussen techniek en praktijk wordt en hoe meer vertrouwen in de digitale systemen verloren gaat. Techniek en praktijk moeten zich in een iteratief proces bevinden, waarin ze constant met elkaar in verbinding staan.
Keep It Simple, Stupid (KISS)
De huidige informatiesystemen zijn te complex. De vraag is waarom we in Nederland te koppig zijn om simpelweg de internationale standaarden te volgen. Buitenlandse PGO-leveranciers, zoals de Amerikaanse ontwikkelaar van de PGO die wij in de Achterhoek van de grond probeerden te krijgen, weten prima raad met deze internationale standaarden, maar worden afgeschrikt door de aanpassingen die het Nederlandse stelsel van hen vergt. Toch merk ik dat we ook op nationaal niveau steeds meer inzicht krijgen in hoe onverstandig deze Nederlandse eigenwijsheid is. Hopelijk zal Europese wetgeving ons daarbij ook een zetje in de juiste richting geven.
Datakwaliteit boven databeschikbaarheid
Datakwaliteit lijkt een ondergeschikte rol te hebben ten opzichte van databeschikbaarheid. Terwijl we niks hebben aan het beschikbaar stellen of krijgen van data, als deze van onvoldoende kwaliteit zijn. Pas wanneer alle data aan een bepaalde standaard voldoen, kunnen ze worden uitgewisseld. Denk aan een basale meting als lichaamslengte: voeren we de metingswaarde in met de eenheid centimeter of meter? Dat moet eerst goed zitten; daarna pas kunnen we de databeschikbaarheid optimaliseren. Daarin zit ook een verplichting voor alle zorgorganisaties: ga aan de slag met je eigen datakwaliteit.
Structurele financiering en bemensing
De financiering van digitaliseringsinitiatieven in de zorg is te projectmatig. Met het uitdelen van subsidies is ontzettend veel geld verbrand dat ook structureel ingezet had kunnen worden. Zorgorganisaties krijgen gedurende een afgesproken periode een vast bedrag voor het afvinken van een bepaalde activiteit, en wanneer deze periode voorbij is wordt de geldkraan dichtgedraaid.
Het resultaat? Na de subsidieperiode gebeurt er niks meer. Maar ondertussen zijn er miljarden uitgegeven, die niet of nauwelijks hebben bijgedragen aan een structurele oplossing. Er zijn te veel kleine projecten die niet doelgericht zijn, en waar geen continuïteit aan wordt gegeven.
Twee boodschappen
Al met al hebben vormen onze ervaringen in de achterhoek de basis voor twee belangrijke boodschappen. Allereerst moet er landelijk écht geluisterd worden naar de regio en de daar geldende praktijk om daar vervolgens ook landelijke acties op te baseren. Ten tweede moeten de regio’s zoeken naar structurele in plaats van tijdelijke oplossingen, waarbij vertrouwen wordt gecreëerd en de nadruk weer komt te liggen op mensen. De zorg moet losbreken uit de gevangenschap van de techniek door te luisteren naar de praktijk.
CV
Maarten van Rixtel is onder meer lid van de Raad van Toezicht van Patiëntenfederatie Nederland en voormalig bestuurder van VVT-organisatie Sensire, waar hij nu directeur Transitie & Innovatie is. Hij is lid van de Redactieraad van ICT&health.